8 I
Geo-Info 1 2015-6
Figuur4 - Modelverschillen tussen kleinschalige topografie (links) en grootschalige topografie (rechts).
van voor circa 1850, geen naamgevingsbeslui-
ten beschikbaar. Laat staan tekeningen.
Een wiskundige afbakening, ongeveer zoals
in het BGT-objectenhandboek is gedaan, zou
in beginsel kunnen en stadsbreed toepasbaar
zijn. Maar een verkennende ronde bij gebrui
kers leverde veel verschillende opvattingen
op over wat precies de grens moet zijn van
een openbare ruimte. Een koppeling aan een
stedelijk beheermodel openbare ruimte was
nog niet mogelijk, omdat dit in Amsterdam
nog in ontwikkeling is en het niet gewenst
was om te wachten totdat dit beheermodel
geïmplementeerd zou zijn..
Resteerde de werkwijze dat we 'op het oog'
de openbare ruimten afbakenen. Feitelijk op
dezelfde manier als je dat zou doen als je een
straat op een plattegrond bekijkt. We hebben
wel een uitgangspunt gekozen, namelijk de
topografische begrenzingen op de kleinscha
lige topografie (BRT). Voor het doel van het
bestand was dit voldoende nauwkeurig. In de
visualisatie met de GBK/BGT als ondergrond
worden dan wel de verschillen zichtbaar in
de objectdefinities in beide registraties (zie
figuur4), maar dit vinden we acceptabel.
Dat probleem lost zich in de komende jaren
ook wel op als de landelijke integratie van de
modellen voor beide registraties vorm krijgt.
We hebben vervolgens een aantal praktische
regels gehanteerd:
Gelijkwaardige kruisende wegen, waarbij
beide over de kruising dóór lopen, worden
niet onderbroken; het kruisingsvlak komt
dus in twee afgebakende gebieden voor
(zie figuur 5). Een een straat die wordt door
kruist door een weg van het hoofdwegennet
wordt wel onderbroken, en kan dus uit
meerdere gedeelten bestaan. Bij T-splitsingen
wordt geen kruisingsvlak gemaakt, de afbake
ning ligt op het einde van de straat die 'dood'
loopt op de doorgaande weg.
overlappende vlakken komen ook voor bij for
meel benoemde fietspaden die door een park
lopen, zoals het Reigersbospad dat door het
Nelson Mandelapark loopt. En ook bij formeel
benoemde bruggen die in een weg liggen
met aan weerszijden dezelfde straatnaam.
Dit sluit aan bij de dagelijkse praktijk: een
straat loopt dóór over een brug, een fietspad
ligt in het park. Alleen bruggen met aan
weerszijden een straat met een verschillende
naam, zijn als afzonderlijke openbare ruimte in
het bestand opgenomen.
voor waterwegen geldt dat de oeverlijn de
begrenzing vormt, de oevervlakken zelf wor
den er niet tot de openbare ruimte gerekend.
openbare ruimte-elementen als middenber
men, vijvers in parken, zijn allemaal binnen de
afbakening van de openbare ruimte getrokken
waar ze door worden omhuld.
Met deze regels hebben we beoogd zoveel
mogelijk aan te sluiten bij wat de gebruiker
'logisch' vindt als het gaat om de afbakening.
Wat gaan we er mee doen?
Gebruikers krijgen met dit bestand een overzicht
van alle openbare ruimten in de stad, met een
begrenzing die aansluit bij de praktijk. Binnen de
BAG kan de geometrie gebruikt worden om snel
een openbare ruimte te lokaliseren en de daarbij
behorende besluiten te ontsluiten. De geome
trie maakt het ook mogelijk om via GIS-analyses
eenvoudig alle adressen in de nabije omgeving
van een openbare ruimte te selecteren (en dus
niet per se in de straat zelf) om de bewoners
daarvan aan te kunnen schrijven.
Vanuit de stedelijke informatievoorziening
gezien, is een totaaloverzicht van openbare
Figuur5- Gelijkwaardige straten worden op kruisingen niet onderbroken.