VROM?
VROM
Column
2015-6 I Geo-Info
Eigenlijk mis ik het ministerie van VROM soms wel een
beetje. Als ik dat tegen collega's zeg, dan volgt er meestal
een meewarige blik, met daarbij de vraag ofVROM niet dat
ministerie met dat bruine logo was. Ja, die inderdaad.
U vraagt zich af waarom het de moeite is om kennis te
nemen van mijn nostalgie? Daarvoor zal ik iets specifieker
worden. Het Milieu van VROM is terechtgekomen in het
Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening zijn sinds 2010 verdwenen uit de
werktitel. Volkshuisvesting, het klinkt ook als een echo uit
een verleden van wederopbouw. Ruimtelijke Ordening is
het oude paradigma voor de Omgevingswet. Maarver-
bindt deze woorden in uw hoofd nu even met banlieue en
Molenbeek. Actueel?
Natuurlijk wordt er in Nederland nog steeds verstandig
huisvestingsbeleid gemaakt en worden er nog steeds
goede bestemmingsplannen vastgesteld, maar het
staat niet meer op de voorgevel. Er is een spreekwoord:
alles wat aandacht krijgt groeit. Ik geloof hier ook in het
omgekeerde. Een kersverse minister of staatssecretaris op
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zal zich toch
regelmatig op het werk, thuis of op verjaardagsfeestjes
genoodzaakt voelen om daar iets over te zeggen en
daarmee: om er over na te denken. Gewoon omdat er
naar gevraagd zal worden. Nu de Ruimtelijke Ordening is
belegd bij een directeur-generaal Ruimte en Water, en de
Volkshuisvesting via een tijdelijke minister voor Wonen,
Wijken en Integratie uiteindelijk van het toneel is verdwe
nen, is die focus toch net wat minder.
Sinds de aanslagen in Parijs, de dreiging vanuit Brussel
en de pleidooien van Beatrice de Graaf op prime time TV
zijn volkshuisvesting en ruimtelijke ordening ineens weer
actueel, maar dan vanuit de sociale context. Wonen, wijken
en integratie, dat sluit precies aan bij de haarvaten van
de samenleving die ineens zo belangrijk lijken in de strijd
tegen radicalisering. Parijs heeft banlieues, Brussel heeft
Molenbeek. Nederland had de Vogelaarwijken, die volgens
een studie van het Sociaal-Cultureel Planbureau uit 2011
overigens weinig effect sorteerden. Het bestaan van die
lijst met wijken geeft echter aan dat er expliciete politieke
en beleidsmatige aandacht was voor complexe problemen
in deze wijken, via een programmaminister onder de vlag
van VROM.
De Woningwet 1901 is een beleidsmatige voorloper
van VROM. Veel mensen woonden eind negentiende eeuw
onder erbarmelijke omstandigheden: de arbeiderswo
ningen waren klein, de sanitaire voorzieningen slecht en
het leven onder de rook van de fabriek ongezond. Doel
van de Woningwet was bewoning van slechte woningen
onmogelijk maken en de bouw van goede woningen
bevorderen (bron: Wikipedia). Hetging daarbij niet direct
om het sociale beleid waar nu in de banlieues en in de
achterstandswijken om gevraagd wordt, maar wel om mis
standen te voorkomen. Opvallend genoeg in deze context
zorgden de ministeries van Sociale Zaken en Binnen
landse Zaken decennialang voor de uitvoering van deze
wetgeving. De sociale problemen in verwaarloosde wijken
als bron voor radicalisering sluiten hier geheel eigentijds op
aan. Met dat verschil dat rond 1900 de fysieke gezondheid
bovenaan stond en nu het sociale aspect van gezondheid.
Met goede geo-informatie kan de strijd tegen
radicalisering uiteraard niet gewonnen worden. Een grote
bescheidenheid is hier gepast. Maar geo-informatie kan
wél een goed inzicht geven in trends. Juist door combi
natie van informatie over die trends die spelen in bepaald
geografisch gebied. Ruimtelijk beleid met een sociale focus
kan voor de lange termijn een verschil maken. De digitale
vastlegging hiervan biedt een basis voor verdere beleids
ontwikkeling, toetsing, studie en monitoring. De Omge
vingswet streeft een mate van decentralisatie na, met meer
bestuurlijke afwegingsruimte in de fysieke leefomgeving.
Geo-informatie kan hierbij zorgen dat de afwegingsruimte
op een verstandige manier wordt benut, ook in het sociale
domein.
ir. Arie Duindam