Praten over kwaliteit van ruimtelijke data Datakwaliteit wordt steeds belangrijker Kwaliteit van ruimtelijke data is zo'n onderwerp dat al heel lang op de agenda staat en altijd erg belangrijk wordt gevonden. Want zeg nou zelf, je kan toch niet zeggen dat je kwaliteit niet belangrijk vindt? Maar veel verder dan woorden komt het niet. Volgens ons komt dat doordat kwaliteit van ruimtelijke data een complex begrip is en je er vanuit verschillende standpunten naar kunt kijken: vanuit de producent en vanuit de gebruiker. We denken dat doordat steeds meer data beschikbaar komt (big data, open data-beleid) de kwaliteit van ruimtelijke data een rol gaat spelen als selectiecriterium bij het maken van de keuze welke data geschikt is voor een bepaalde toepassing. Op dit moment is het vaak nog niet mogelijk om kwaliteit van ruimtelijke data op die manier te gebruiken en om dat te bereiken zou vooral meer aandacht besteed moeten worden aan het communiceren van kwaliteit van ruimtelijke data. Het Expertisecentrum voor Kwaliteit van Ruimtelijke Data (EKRD) werkt aan gereedschap om kwaliteit van ruimtelijke data makkelijker bespreekbaar te maken. Misstanden Geo-Info I 2015-6 22 Door Wies Vullings en Frans Rip Kwaliteit is relatief Om goed over kwaliteit van ruimtelijke data te kunnen communiceren is het van belang te weten wat er onder kwaliteit van ruimtelijke data wordt verstaan, waarom het zo complex is en wat het belang is van goede kwaliteit. De crux van de ISO-definitie (zie kader) is: het voldoen aan behoeften. Dat wordt ook wel "fitness for use" genoemd. Voorheen was de aandacht voor kwaliteit van ruimtelijke data vooral gericht op data als product, om te kunnen aangeven hoe goed een dataset is. Langzamerhand komt er ook aandacht voor de toepassing ervan. Beoor deling van de fitness for use van een dataset wordt steeds belangrijker gevonden, maar het gebruik van ruimtelijke data is heel divers en daarom wordt kwaliteitsbeoordeling steeds complexer. De invulling van het begrip Kwaliteit is dus aan het verschuiven van datagericht naar contextbepaald. Daarmee verandert het dus van een absoluut begrip in een relatief begrip. Interne en Externe kwaliteit In de literatuur is sprake van interne en externe kwaliteit. Met interne kwaliteit wordt dan bedoeld: de mate waarin de dataset overeen komt met de ideale dataset die eigenlijk gepro duceerd had moeten worden. Onderexterne kwaliteit wordt verstaan: de mate waarin de dataset overeenkomt met gebruikerswensen en verwachtingen in een gegeven situatie (Devillers en Jeansoulin, 2005). Zowel interne als externe kwaliteit zijn te toetsen door voor een aantal kwaliteitsaspecten de eigenschappen van de data met een set normen te vergelijken. Bij interne kwaliteit toets je aan de productie normen. Bij externe kwaliteit kunnen dat heel veel verschillende normen zijn, want ieder gebruik stelt weer andere eisen. Deze diversiteit ISO 9000, sectie 3.1.5, definieert kwaliteit als het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst dat van belang is voor het voldoen aan vast gestelde of vanzelfsprekende behoeften. maakt het lastig. Een sterrensysteem, zoals wordt gebruikt om de kwaliteit van hotels aan te geven, is nietszeggend in het geval van data omdat het gebruik niet eenduidig is. Een bepaalde dataset kan heel goed zijn als gedetailleerde achtergrond, maar volledig ongeschikt voor een zware analyse. Belang van kwaliteit Kwaliteit van ruimtelijke data is dus een complex onderwerp en daar komt dan nog bij dat het belang van datakwaliteit groot is. Er zijn legio voorbeelden die laten zien hoe belangrijk kwa liteit van ruimtelijke data is en welke mistanden kunnen ontstaan als de kwaliteit niet in orde is, maar waarschijnlijk zijn er nog veel meer voor beelden waarvan we niet afweten, omdat men nou eenmaal niet graag de vieze was buiten hangt. In het kader van bruikbaarheid worden een aantal voorbeelden genoemd, waarin fitness for use onvoldoende aandacht kreeg. De kaarten app die Apple in 2012 aanbood, waarin verschrikkelijke fouten zaten (www.cnet.com/news/australia-police-discourage-use-of-apple-maps-app-after-rescues/) Het gebruik van de grenzen van bodemeenheden in de Bodemkaart 1:50.000 bij schaal 1:10.000. Dat is met een vectorbestand in een GIS-systeem heel makkelijk en verleidelijk. Urban legend (broodjeaapverhaal): het trieste lot van een nat hondje dat in de magnetron gedroogd zou worden. Omdat in de handleiding niet stond dat je dit niet moet doen, claimde de eigenaar met succes een groot bedrag van de fabrikant. www.snopes.com/ horrors/techno/microwavedpet.asp

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 24