3^/W:- 3 -«eoATIA l A XjL 2015-6 I Geo-Info 49 Volgorde en nadruk Of dat nou door hem ook zo bedoeld was of niet is niet duidelijk, maar Ptolemaeus heeft met zijn presentatie van de gegevens in kaarten ook twee concepten geïntroduceerd die karakteristiek zijn voor atlassen: volgorde en nadruk. De volgorde van de deelkaarten verliep van het noordwesten naar het zuidoos ten, en wordt nog steeds zo gebruikt in veel wereldatlassen. De nadruk op bepaalde gebie den kan worden afgeleid uit de schaal waarop hij die gebieden op de kaart zette. Omdat in een atlas alle kaarten eenzelfde formaat hebben, betekent dat: hoe groter de schaal, hoe kleiner het afgebeelde gebied is dat kan worden weergegeven, maar ook: hoe meer detail daarbij kan worden opgenomen, en hoe belangrijker dat gebied daardoor is. Op de als bladindex gebruikte wereldkaart (figuur 5) is te zien dat de kleinste vakjes (dus de Alpen, Italië, Bulgarije, Griekenland en, merkwaardigerwijs ook Sardinië en Sicilië) de grootste schaal hebben. De Britse eilanden, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Armenië, Turkije en Egypte volgen daarop in schaal. Verder afgelegen gebieden zijn op nog kleinere schaal weergegeven, en de kleinste schaal is gebruikt voor Noord- Afrika. Wanneer men woont in een gebied op een bepaalde schaal, kan men zich gemak kelijker een voorstelling vormen van een ander gebied op dezelfde schaal weergegeven in de atlas, en des te meer als dat gebied met dezelfde symbolen is gekarteerd. Om de invloed van de kaartschaal te tonen geeft figuur 6 een vergelijking van twee gebie- Figuur 5 - Overzichtskaart van de bekende wereld door Ptolemaeus, hier dienend als indexkaart voor zijn deelkaarten. den op dezelfde schaal. Pas hierdoor realiseren we ons de juiste grootteverhoudingen en kun nen we ons een betere indruk maken van de werkelijke verhoudingen en de situatie in het vreemde gebied omdat we de verhoudingen in ons eigen woongebied, op dezelfde schaal en met dezelfde symbolen weergegeven, kennen. Het is een principe toegepast in de Atlas Uni- versel van VanderMaelen (Brussel 1827, schaal 1:1 648 000) en in de Griekse schoolatlassen van Livieratos, Boutoura en Myridis. Een ander, nieuw aspect van volgorde in de kartografie is, dat het causale verbanden suggereert. Bij een serie thematische kaarten van een gebied wordt het patroon van elke volgende kaart onwillekeurig verklaard door dat van de voorgaande kaarten. Kartografen gebruiken dergelijke automatische reacties van hun lezers om de kaartinhoud beter over te dragen. Een voorbeeld daarvan geven de atlas-spreads van de Canadese InterAtlas, waarop de volgorde waarop de verschil lende kaartjes, teksten en illustraties moeten worden bekeken vastgelegd is in de daaraan toegekende nummers. Zo wordt bijv. op de atlas-spread van de akkerbouw het kaartje van de grootte van de tarweoogst verklaard uit de EAAAAA AABANIA DOvrKOÏAABtA iKOniA t BOYArAPlA K s - - - POYMANIA riOVrttÖIAABIA W.'sW BOYAT AÜPIATIKH s eAAAIIAH AABANIA EAAAAA L£i)0OiQ frnajó Aa<pd rev (NüPBMTiAt Figuur 6 - Vergelijking van twee geografische gebieden die men zelden op dezelfde schaal ziet. Uit de Neos scholikos atlantas tis Europis van Livieratos, Boutoura en Myridis (Rekas, Thessaloniki 2000).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2015 | | pagina 51