GALLIAE REGNI POTENTIES. NO
50
Geo-Info I 2015-6
voorgaande kaartjes van de bodemgesteld
heid, de hoeveelheid neerslag en de lengte
van het groeiseizoen.
In de kunst van het verhalen vertellen zien we
dat een aantal verschillende gebeurtenissen
worden verteld in een bepaalde volgorde.
Sommige gebeurtenissen krijgen daarbij meer
aandacht dan andere, omdat ze voor het
verloop van het verhaal relevanter zijn. Omdat
atlassen ook door een verhaal worden geken
merkt, kan men de afzonderlijke gebeur
tenissen in een verhaal gelijkstellen aan de
afzonderlijke kaarten in een papieren atlas, die
immers ook in een bepaalde volgorde worden
gepresenteerd. Dat aspect van Ptolemaeus'
werk heeft nog niet veel aandacht gekregen,
en het zal hier verduidelijkt worden door te
verwijzen naar het werk van een van de navol
gers van Ptolemaeus in de Nederlanden.
Wytfliet als case om de structuur
van Ptolemaeus beter te begrijpen
In 1597 publiceerde Cornelis Wytfliet in Leuven
een toevoegsel op Ptolemaeus' handboek:
de eerste atlas van de nieuwe Wereld, getiteld
DescriptionisPtolemaicaeaugmentum. Hierin ziet
men duidelijk het effect van volgorde en
nadruk: na een overzichtskaart van het hele
werelddeel begint de atlas in het zuiden (kaart
no.2 in figuur 7) bij Straat Magellaan en gaat dan
geleidelijk omhoog, naar de gebieden rond de
equator en dan het noorden; de laatste kaart
(no. 19 in figuur 7) beeldt Groenland en IJsland
af. De Ptolemeïsche volgorde, beginnend in het
noordwesten en eindigend in het zuidoosten,
is hier dus omgedraaid. Wytfliet geeft hier ook
een reden voor: Degenen die vanuit het Verre
Oosten zuidwaarts gaan komen in het Zuidland.
Het is dus passend dat de welwillende lezer,
meegevoerd door de beschrijvingen van de oude
geografen, daar begin t met de beschrijving van de
nieuwe wereld, en vervolgens geleidelijk voortgaat
naar de evenaar en het noorden, om hem dan
vervolgens terug te brengen naar huis en haard.
(Wytfliet p.38). Dus Wytfliet brengt de lezers die
door Ptolemaeus in Zuidoost-Azië achter zijn
gelaten weer thuis; hij eindigt zijn serie kaarten
het dichtst bij Europa, waar Ptolemaeus begon,
namelijk in Ultima Thule.
De nadruk die Wytfliet in zijn atlas aanbrengt is
nog relevanter. Aangezien ook hier alle kaarten
hetzelfde formaat hebben, hebben de kleinere
vierhoeken op de overzichts-indexkaart de
grootste schaal. Dat zijn dus de eilanden in het
Caribisch gebied: Cuba en Hispaniola, gevolgd
door Panama en Midden-Amerika, en dan
het gebied rond Straat Magellaan, een van
de poorten naar de specerij-eilanden. Alaska,
Canada en Groenland hebben de kleinste
schaal en krijgen daarom de minste aandacht,
AcquibaEJiaju
Figuur 7 - Index van de kaarten uit Wytdiet 's atlas.
ook al omdat ze achteraan in de kaartenvolg-
orde komen.
Innovaties in de Nederlanden
Wytfliet doet niet meer dan de bekende wereld
van Ptolemaeus uitbreiden - maar welke
concepten zijn er in de i6e-eeuwse Nederlan
den aan Ptolemaeus' handboek toegevoegd?
De kaartenhandelaar Lafreri had in Rome rond
1560 het samenbinden van losse kaarten in
boekbanden populair gemaakt, waarbij de door
Ptolemaeus ingestelde geografische volgorde
werd aangehouden, mogelijk om kaarten snel
ler terug te kunnen vinden (dus ook vanwege
de 'usability'). Zo werd er een makkelijk te
hanteren format gevonden voor combinaties
van kaartbladen. Abraham Ortelius brengt in
1570 in Antwerpen als eerste een kaartboek uit
waarvan alle kaarten speciaal waren gedrukt
op hetzelfde formaat om in een boekband
opgenomen te worden, en die alle de moderne
stand van de geografie weer gaven. Vóór hem
waren er hetzij heruitgaven van Ptolemaeus,
hetzij kaartenboeken met combinaties van de
kaarten van Ptolemaeus met moderne kaarten
uitgekomen. Ortelius deed veel moeite om van
alle in zijn atlas afgebeelde gebieden kaarten
van de beste kartografen op te nemen, maar
hij bracht de gegevens uit deze kaarten niet
met elkaar in overeenstemming (zie figuur 8),
zodat eenzelfde gebied er op verschillende
kaartbladen verschillend uitzag, met van elkaar
afwijkende gegevens en symbolen. Er was dus
wel sprake van eenheid van druk (het verschijn
sel dat alle kaarten tegelijkertijd voor deze
uitgave gedrukt waren), maar niet van eenheid
van inhoud. Ortelius voegde ook verklarende
teksten bij de kaarten die de geografie van
het betreffende gebied beschreven. Maar zijn
belangrijkste wapenfeit, de reden waarom we
hem toeschrijven dat hij de eerste moderne
wereldatlas heeft vervaardigd, klopt niet:
immers deed Ptolemaeus hetzelfde al in zijn tijd.
De eenheid van inhoud, dus het weergeven
van een bepaald gebied op verschillende
kaartbladen op dezelfde manier, met dezelfde
objecten, locaties en symbolen, werd voor het
eerst na Ptolemaeus weer bereikt door Gerard
Mercator (1595) en Lucas Janszoon Waghenaer
(1584) in resp. hun land- en zeeatlassen, aan
het eind van de 16e eeuw (figuur 9). Dat was
iHtfWM'l»
«ML- V>v^
«GHttwl
ba rm
run Fjlmsuth
A R E B-MTANNf CVJK
Figuur 8 - Geen eenheid van inhoud bij Ortelius' Theatrum Orbis Terrarum (1570). Boven detailkaart van
Engeland; onder detailkaart van Frankrijk; beide kaarten uit de atlas van Ortelius van 1570.