'In een kaart kun je
een tijdreis maken'
ZZP kartografen
integreren niet in GIN,
of andersom
2015-6 I Geo-Info
5
Wat gaan we nu in Nederland merken van het
bekleden van deze nieuwe functie en hoe
belangrijk is de positie van de Nederlandse ka r-
tografische gemeenschap, die al ruim 5ojaar ver
tegenwoordigd is in het ICA-bestuur? Naast het
feit dat deze functie natuurlijk eervol is, moeten
we niet vergeten dat Nederland een belangrijke
rol heeft vervuld in een aantal ontwikkelingen
in de kartografie de afgelopen decennia. Het is
voor een deel ook het voortzetten van deze
traditie. Naast alle historische hoogstandjes in de
kartografie (denk aan de atlassen van Blaeu) heeft
Nederland zich ook in de ontwikkelingen van de
moderne kartografie onderscheiden. Het is ook
fantastisch om te zien hoeveel internationale
goodwill dat heeft opgeleverd. De verbindingen
vanuit ICA hebben onder andere ook geleid tot
het opzetten van een internationale samenwer
king op het gebied van een masteropleiding
kartografie, waarbij naast de universiteit Twente/
ITC ook de universiteiten van München, Dresden
en Wenen zijn betrokken. Dat heeft slagkracht.
Bijna 40 beurzen zijn hiervoor vanuit Europese
fondsen beschikbaar. Dit type verbanden heeft
internationale allure en uitstraling en Nederland
speelt hierin een belangrijke rol.
Gevraagd naar de ontwikkeling die Menno-Jan
ziet naar aanleiding van de belangrijke bijdra
gen die door hem geleverd zijn aan de onder-
zoekagenda van het ICA, stelt hij: 'We hebben
de 17 sustainable development goals van de
Verenigde Naties [1] stevig op onze agenda
geplaatst. We hebben 70 van de 200 landen als
lid binnen het ICA. Naast de wens getalsmatig
uit te breiden heb ik een droom. Mijn droom is
dat we erin slagen om op al deze 17 aandachts
gebieden een wezenlijke bijdrage te leveren
met behulp van kartografie. Het dynamisch
in beeld brengen van deze thema's en deze
vervolgens, aan de hand van reeds vastgestelde
indicatoren, te monitoren op de voortgang is
een belangrijke doelstelling van het ICA voor
de komende jaren. Daarvoor worden een werk
groep ingericht. We gaan ermee aan de slag.
Het is niet zo dat het ICA niet goed liep, maar
een dergelijke impuls kan ons werk belangrijker
en gewichtiger maken. Voor onszelf en zeker
ook voor de wereldgemeenschap. We kunnen
aan de hand van best practices laten zien hoe
de kaart een belangrijke ondersteunende,
maar soms ook leidende rol kan spelen in het
realiseren van deze duurzame doelen. Dat geeft
extra cachet aan het IMY en plaatst ons extra
onder de aandacht bij de Verenigde Naties.
Het zal nog knap lastig worden om dat in korte
tijd - voor april 2016 - een paar treden verder
te helpen, temeer omdat er ook voor deze
activiteiten een beroep moet worden gedaan
op vrijwilligers. Het is een belangrijk speerpunt
op de agenda van ICA de komende tijd. Binnen
het ICA ontkom je niet aan politiek. Dat kan
nogal lastig zijn. Vanwege de culturele verschil
len ontstaan er keer op keer accentverschillen
op de uitvoeringsagenda.'
Naast de internationale belangen hebben we
ook uitvoerig stilgestaan bij de rol die GIN
kan vervullen voor de Nederlandse kartogra-
fische gemeenschap en omgekeerd. Wat is er
gebeurd de laatste paar jaren waardoor men
sen uit de kartografische community zich niet
meer verbonden voelen aan GIN? Waarom
leek vroeger alles beter? Is ons letterlijk iets
overkomen? Hoe kunnen we dat duiden?
Menno-Jan was in het verleden, in de begin
tijd van GIN, voorzitter van onze vereniging.
Hij stelt dat er nu geen kartografie meer
zichtbaar is. 'Nu ja: wel in Geo-Info, kijk maar
naar het themanummer IMY, maar niet in de
organisatie. Vroeger hadden we vanuit de NVK
fulltime een persoon werkzaam op het leggen
van verbindingen binnen de kartografische
gemeenschap. De vrijwi 11 igersgedac hte is
compleet anders geworden. De afrekening op
harde doelen, zowel in wetenschapswerkveld
als in het bedrijfsleven, is een stuk harder
geworden. Ik begrijp wel dat er ten gevolge
van deze verharding en ontzuiling de rol
van de vrijwilliger ondersneeuwt. Je ziet het
bijvoorbeeld in onze opleidingen. Studenten
moeten er een baantje bijnemen om rond te
komen. Dat was eerder geheel anders: dan kon
je op hun zeeën van vrije tijd een beroep doen
en dat werd ook geaccepteerd. We hebben
deze werkstudenten niet aan een touwtje. Ten
gevolge van toegenomen individualisering
heeft men ook vooral de eigen agenda die
bepaalt waaraan men de energie besteedt.
Er zijn ook nu initiatieven vanuit kartografen
die zich eens per jaar verzamelen op Geofort.
Maar op de één of andere manier integreren ze
niet in GIN. Of GIN niet met hen. Een groot deel
van hen is ZZP-er en die moeten ook vooral
voor zichzelf aan de bak. Een andere observatie
is dat waar je een aantal decennia geleden
nog grote instituten of entiteiten had die zich
bezig hielden met kaartvervaardiging, je nu
ziet dat deze allang niet meer bestaan. Of zijn
opgegaan in kleinere eenheden. Je ziet dat we
onszelf hebben weggesaneerd. Wij zijn letterlijk
van de kaart.' De waarneembare effecten zijn
goed zichtbaar te maken, en bevallen niet
echt. Gevraagd naar een verbetering ervan,
kunnen we vaststellen dat deze niet voor het
oprapen ligt. [Het is overigens een doel van het
GIN-bestuur om in weerwil van de ontstane
situatie toch alle verenigingsinitiatieven binnen
ons vakgebied de te blijven faciliteren. Karto-
dagen, regiobijeenkomsten, SIG's; daar zijn we
van en voor. Onze nieuwe website met allerlei
community-faciliteiten zal ons daar hopelijk bij
gaan ondersteunen. - red.]
Alsof het de hele tijd al in de lucht hing, aan het
einde van het interview kwam het onontkoom
baar voor het voetlicht: wat is kartografie nu
eigenlijk? Menno-Jan gaf een fraaie en vooral
compacte definitie: 'Cartography is the art, sci
ence and technology of making and using maps'.
Opmerkelijk is dat je vanuit deze definitie, die
al jaren in al z'n eenvoud nog steeds geldig
is, als vanzelf impuls krijgt om in te zien dat er
tussen de vijf kernwoorden elastiek schijnt te
zitten. Alsof het vijf knoppen zijn waarmee je de
samenhang kunt parametriseren, afhankelijk van
de ontwikkelingscyclus waarin één van de vijf
onderwerpen zich bevindt. Soms is het aspect
kunst groter, en gaat het vooral om de 'looks' of
wordt afgedwongen toch in belangrijke mate
de 'Bertin-doctrine' te volgen. Vervolgens wordt
je ingehaald door de techniek: nu de smart-
phone, als ultiem gadgeticoon van de individua
lisering, over 5 jaar wat anders? Of is het gebruik
ervan belangrijk: de usability, opgelost door
maatwerk? Of wordt het maken van kaarten
heel anders, bijvoorbeeld door nieuwe aggrega-
tie-algoritmes, zoals bij de vervaardiging van de
TOP-kaart? Een natuurlijk spel van afhankelijkhe
den. Zoveel is duidelijk: een vakgebied met heel
veel rek en dynamiek. En des te belangrijker is
het dat we een Nederlandse voorzitter hebben
in het ICA-bestuur. We hopen nog veel over en
van hem te publiceren de komende tijd.
Links
[1] 17 sustainable development goals van de Verenigde Naties:
www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-development-
goals/