De bijhouding van een 3D-model is een uitdaging BIM introduceren is lastig Vlaamse studenten bedenken hesje met geolokalisatie 2016-1 I Geo-Info 27 Wenen (Lionel Dorffner) Het hoogteverschil in deze gemeente is onge veer 300 meter, dus evenveel als in heel Neder land, zo benadrukte de spreker. In Wenen werd vanaf 2002 een 3D-model gemaakt, enkel voor stadsplanning. Tegenwoordig wordt het model gebruikt voor zichtbaarheidsanalyses, samen met het terreinmodel, voor architec tuurprijsvragen. Voor het model zijn ook de posities van 30 bomen ingemeten. Sinds 2014, en dat was een mijlpaal, is gratis datalevering mogelijk. In Oostenrijk wordt geen CityGML gebruikt. De focus voor het komend jaar zal zijn: vaker veranderingsdetectie, verbetering van datalevering, aandacht voor BIM, aandacht voor bijhouding en toevoeging van straat- meubilair. Het toepassen van texture-mapping op LoD2-objecten helpt om duidelijk te krijgen waar het model niet klopt. Volgens de spreker is de belangrijkste uitdaging in Wenen om alle belanghebbenden bij elkaar te krijgen. DPT Workshop Juist voor het succesvol aansluiten bij de behoeften van deze belanghebbenden heeft Future Insight de DPT-methode ontwikkeld die in Rotterdam gebruikt wordt. Om de andere deelnemers kennis te laten maken met deze methode en hen zo handvatten te geven om techniek en gebruikers met elkaar te verbinden werd een korte workshop gegeven. De workshop was speels en bracht tegelijkertijd goed inzicht in de belangrijkste kenmerken van deze aanpak. Het gezelschap werd in drie teams verdeeld, die elk een interview met een potentiële gebruiker moesten voorbereiden, het motto: design for users. Per team werd het soort gebruiker (bv. architect, PR Marketing mana ger) gekozen uit zes mogelijkheden door een dobbelsteen te gooien. Het interview van een Figuur 7 - Friso Penninga rapporteert aan het eind van de workshop over de uitkomsten van het interview (foto E. Kroes). team met die gedobbelde gebruiker moest de 3D-behoeften van die gebruiker duidelijk maken. Welke 3D-data heb je nodig, wat zou jouw werk makkelijker maken, wie zijn jouw gebruikers en wat voor gegevens hebben zij nodig? Het hoeft niet te verbazen dat de behoeften van de -gespeelde- architect heel anders ble ken te zijn qua thematiek, actualiteit en detail lering dan het traditionele 3D-geoaanbod. Wèl verrassend is het dat zijn verwerkings gereedschap beperkt is tot AutoCAD Revit, SketchUp en Photoshop. Eigenlijk moet alles op zijn behoeften worden afgestemd, waarbij het natuurlijk cruciaal is aan te sluiten bij de achterliggende integrale 3D-infrastructuur. Dit vergt de nodige creativiteit, flexibiliteit en vakkennis van de aanbieder. Conclusie Uit de verschillende presentaties bleek dat de ontwikkelingen rond 3D-stadsmodellen in de vertegenwoordigde steden vergelijkbaar zijn. Het oppakken van BIM wordt gezien als belangrijk maar niet makkelijk, terwijl ook de bijhouding, met name op de detailniveaus boven LOD-i,een uitdaging is. Eén van de sprekers opperde, dat samenwerking misschien wel dé "killer-app" zal zijn voorde verder ontwikkeling van 3D-modellering. Verder lezen Over DPT: Rotterdam 3D versie 2.0. Geo-Info 2015-3, p.28-30 Over LOD: Stoter Van den Brink: 3D en BGT. Geo-Info 2012-6 p.30-34. https://bgtweb.pleio.nl/file/download/20935532 Frans Rip (redacteur) Eric Hagemans (redacteur) Jane Hermans - van Ree (Gemeente Rotterdam) Studenten van de Thomas More hoge school in Mechelen hebben een interactief fluorescerend hesje ontwikkeld dat aan de hand van geolokalisatie kan bepalen waar de drager zich bevind. Dit kunnen kleuterleiders of ouders bijvoorbeeld gebruiken om ervoor te zorgen dat ze hun kinderen niet kwijtraken. Via een smartphone-applicatie krijgen ze een waarschuwing op het moment dat het kind te ver uit hun buurt gaat. Informatiemanagement Security studenten van de Mechelse hogeschool kregen twaalf weken lang de tijd om voor het vak 'Design Lab' een draagbaar stukje elektronica te ont wikkelen. Naast een gelikt uiterlijk moest het apparaatje ook een maatschappelijk relevant probleem oplossen. Zo kwamen zes Vlaamse studenten op het idee om een fl uorescerend hesje te ontwik- kelen met geolokalisatie, gericht op scholen en jeugdverenigingen. Met het elektronische apparaatje in het hesje kunnen de kinderen te allen tijde worden gelokaliseerd. Daarnaast zorgt het fluorescerende hesje voor extra zicht baarheid. Één van de juryleden die de uitvindingen van de studenten beoordeelde zag meteen toe komst in het interactieve fluorescerende hesje en bood aan om enkele tienduizenden euro's te investeren in het commercialiseren van het idee. Naast het lokaliseren van kinderen, is het apparaatje ook uitermate geschikt voor bij voorbeeld auto's of huisdieren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2016 | | pagina 29