44
Geo-Info I 2016-1
zorgvuldige aanpak moest overboord en
er werd snel gehandeld. De wethouder en
brandweercommandant kwamen voor de
camera tekst en uitleg geven over het project.
Uitvoering project zoals gepland,
of toch niet?
Nadat alle stof wat is neergedaald, wordt de
draad weer opgepakt en het projectplan
uitgevoerd zoals gepland. Per woonerf wordt
een aantal informatiebijeenkomsten voor de
bewoners verzorgd. In januari 2013 komt voor
het eerst een bericht van de contactpersoon bij
de ambulancedienst dat CityGIS nu met BAG-
adressen Adressen uit de Basisregistratie voor
Adressen en Gebouwen) gaat werken bij het
navigeren. Dat zou een oplossing kunnen zijn
voor de (on)vindbaarheid van de adressen in
Weidewaard. Een praktijktest door de contact
persoon met de ambulance levert helaas geen
goed resultaat op en dit onderwerp wordt
terzijde gelegd. In maart 2013 wordt een bezoek
gebracht aan de meldkamer Oost Nederland in
Apeldoorn. Bij de meldkamer blijkt dat er juist
een update van CityGIS is geïmplementeerd.
De leden van het Omnummer-projectteam
zien tot hun verbazing op het scherm bij de
meldkamer dat het navigeren naar één van
de probleemadressen nu wel goed gaat. De
vraag is natuurlijk of het ook in de hulpverle
ningsauto's goed gaat. Diezelfde dag worden
testmeldingen aangemaakt voor de brandweer,
politie en ambulance. Voor de politie en ambu
lance slaagt de test inderdaad, bij de brandweer
gaat het echter nog steeds verkeerd. Dat nu
twee van de drie hulpdiensten de adressen wel
vinden, betekent dat het nu technisch mogelijk
is het vindbaarheidsprobleem op te lossen.
Dat is voldoende reden voor de Gemeente
Harderwijk om het roer om te gooien.
Uitvoering omnummering opgeschort
De uitvoering van het omnummerproject
wordt opgeschort, tenminste wat betreft de
omnummering. Dat het technisch mogelijk
is, betekent niet dat alle adressen nu goed
gevonden kunnen worden. Ook de brandweer
heeft nog een probleem. De klok wordt als
het ware weer een jaar teruggezet en het
streven is nu om toch via een aanpassing in
het navigatiesysteem het vindbaarheidspro
bleem voor alle hulpdiensten op te lossen. Dat
betekent dat er eerst een grondig onderzoek
moet worden gedaan naar de werking van
navigatiesystemen in het algemeen en die van
de hulpdiensten in het bijzonder.
Opnieuw onderzoek naar
een technische oplossing
De leden van het projectteam zijn feitelijk
buitenstaanders in de navigatiewereld.
Als er dan vanuit het algemeen belang iets
aangepast moet worden aan de navigatie bij
de hulpdiensten, is dat in eerste instantie niet
heel eenvoudig te realiseren. Een intensieve
zoektocht in de navigatiewereld leverde de
volgende resultaten op.
Hoe zit het nu eigenlijk in elkaar?
Alle hulpdiensten hebben een zeker mate
van autonomie. Daarbij komt nog dat er een
nauwe samenwerking plaatsvindt tussen de
meldkamer en de voertuigen en ook tech
nisch gezien is de navigatie van de hulpdien
sten meestal gekoppeld met de meldkamer
systemen. Op de Meldkamer Oost-Nederland
wordt gewerkt met het GMS-systeem en met
de software van CityGIS voor de afhandeling
van een melding naar een voertuig. De ambu
lancediensten (in ons geval van Connexxion)
verhaal kort te maken, een melding betreft
een adres, dit adres wordt op het voertuig
omgezet naar coördinaten via het locatie
bestand, welke weer worden gebruikt om te
navigeren. De twee databestanden die hier
een rol in speelden waren niet in één hand.
De adreslocaties van CityGIS
CityGIS was aanvankelijk niet in staat om
invloed uit te oefenen op de precieze locatie
waar in opdracht van het GMS-systeem naar
toe werd genavigeerd. Dat was ook de reden
dat de proef in 2012 niet lukte. Wat dit bedrijf
in het najaar van 2012 heeft ontwikkeld is een
systeem om het locatiebestand te omzeilen.
Ten eerste was er een beter adressenbestand
beschikbaar: de eerder genoemde BAG-
adressen. Deze exacte adressen met coördi
naten zijn sinds 2012 landelijk beschikbaar en
Figuur 3 - Omvang problematiek.
werken ook met het GMS en met CityGIS-
software. Het GMS-systeem bepaalt de positie
van het incident. De brandweer in onze regio
werkt ook met GMS en met CityGIS-software,
maar communiceren via een simpele (Pager-)
koppeling welke alleen adresgegevens kan
communiceren en geen coördinaten. De
politie werkt met een navigatiesysteem van
een andere aanbieder. Waar standaard in het
GMS altijd mee gewerkt werd, is het locatie
bestand Nederland. Dit is een adrespunten-
bestand dat afkomstig is van Rijkswaterstaat
en door de meldkamer en hulpverlenings
voertuigen wordt gebruikt. De (toenmalige)
vtsPN (landelijke politieorganisatie) beheert
het bestand voor dit doel en doet updates
richting de verschillende meldkamers. Nu is de
kwaliteit van dit locatiebestand niet 100%. In
de buurt Weidewaard bijvoorbeeld, ontbraken
hele reeksen van adressen. Dit bestand werd
gebruikt om een melding vanuit de meldka
mer op het voertuig om te zetten naar een
xy-locatie waar het lijnenbestand (van CityGIS)
dan naar toe navigeerde. Dus om een lang
actueel. Ten tweede moesten deze adressen
worden geprojecteerd op de wegassen zodat
het systeem deze locaties kon gebruiken om
naar toe te navigeren. Daar heeft men een
softwareprogramma voor ontwikkeld. Dit pro
gramma zoekt het dichtstbijzijnde lijnstuk met
dezelfde straatnaam als de staatnaam uit het
adres. Vervolgens wordt de locatie loodrecht
op het betreffende lijnstuk geprojecteerd.
Dit bestand wordt elke maand opnieuw
aangemaakt op basis van de geactualiseerde
BAG-adressen. De bedoeling is vervolgens om
de meldkamer meldingen te laten voorzien
van deze xy-locaties uit de geprojecteerde
BAG-adressen. In de voertuigen moesten
vervolgens deze locaties gebruikt worden
voor de feitelijke navigatie. Het locatiebestand
Nederland dat nog op de voertuigen aanwe
zig was, hoefde niet meer te worden gebruikt.
Dit was het uitgangspunt. De kwaliteit van de
geprojecteerde locaties valt of staat met de
nauwkeurigheid van die projecties. Op het
moment van opschorting van het omnum
merproject, was duidelijk dat deze techniek