De haalbare stap
naar 3D
O
u~)
I
CD
CD
Column
2016-2 I Geo-Info
43
Vorige week bezocht ik de OGC-meeting in Washington.
Veel presentaties startten met de wens voor het realiseren
van die ene, allesomvattende virtuele blik op de werkelijkheid
waarin alle informatie wordt geïntegreerd: over de onder
en bovengrond; over de fysieke, door mensen gebouwde
omgeving en natuurlijke processen zoals wind en klimaat;
over objecten en netwerken (transport, energie, water, com
municatienetwerken); en natuurlijk ook over allerlei aspecten
die voortdurend worden opgemeten via sensoren. Het is
voor velen evident dat 3D-geo-informatie een integrerende
rol zou moeten spelen in de wereld van de smart cities, big
data en linked data. Veel gegevens hebben immers een
directe of indirecte locatiecomponent. Deze integrerende rol
van geo-informatie sluit naadloos aan bij de ambities van de
Omgevingswet welke momenteel wordt uitgewerkt in het
DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet).
Maar hoe kunnen we dit dynamische, geïntegreerde,
actuele 3D-model voor Nederland realiseren? Bij 3D denken
we snel aan dakvormen en textuur en zeer nauwkeurige, op
werkelijkheid-gelijkende representaties. En veel Pilots over de
Omgevingswet spelen zich af op hoge detailniveaus (voor de
kenners onder u: LOD2 of LOD3). Maar voor de adoptie van
3D als integrerende factor hierin, zal het niet werken om op
het hoogste detailniveau te beginnen. Iedereen die ooit een
product heeft ontwikkeld weet: als je begint bij het formule
ren van eisen voor het fijnste detailniveau, dan komt er nooit
een product dat werkt. Natuurlijk moet het uiteindelijke DSO
gedetailleerd zijn. Maar we hebben nauwelijks of geen erva
ring met een geïntegreerde 3D-aanpak waarbij gegevens over
domeingrenzen heen worden gecombineerd. Als we klein
beginnen op basis van wat er al is, kunnen we het aanbod van
3D-basisdata (inwinning en beheer) in relatie tot het gebruik
ervan in de vele mogelijke toepassingen snel (en goedkoop!)
concreet maken. En zo verder bouwen richting meer detail en
meer semantiek.
Via open data is Nederland volledig in LODi te genereren
op BGT/BAG-niveau. Deze modellen zijn voldoende voor de
globale, wettelijk voorgeschreven standaardrekenmethode i
(SRMi) om gevolgen van geluid en luchtkwaliteit te bepalen
zoals gebruikt binnen MER-achtige studies. Verderop in de
planfase zijn meer gedetailleerde studies nodig. Onderzoek-
slasten voor de huidige MER-studies zijn gigantisch. Niet in
de laatste plaats door het ontbreken van een geïntegreerde
3D-aanpak waarbij 3D-inputdata landelijk wordt opgebouwd
en beschikbaar is. Deze lasten kunnen door het gebruik van
landsdekkend LODi voor SRMi significant worden geredu
ceerd. Dus waarom niet beginnen met dat wat er al is en vanaf
daar kijken wat er nog meer nodig is en prioriteiten stellen?
En ook voor BIM/GIS-integ ratie kan een klein-naar-groot-
aanpak uitkomst bieden. De integratie van deze twee domei
nen biedt veel nieuwe mogelijkheden bijvoorbeeld voor de
bijhouding van 3D-stadsmodellen en voor het automatisch
checken van BIM-modellen op 3D-gebaseerde restricties uit
het omgevingsplan. Maar BIM/GIS-integratie klinkt makkelijker
dan het is. Beide domeinen bevatten een andere blik op de
werkelijkheid en daarmee andere informatie op verschillend
detailniveau. De bouwer van een brug moet weten waar het
betonvlechtwerk zit en waar welke bout komt; voor veel geo-
applicaties zijn alleen de afmetingen van grotere delen van
belang. Een ander verschil is dat data in de geo-wereld veelal
bestaat uit "ingemeten" data (over constructies die je kunt
zien) en de BIM-wereld uit "ontwerp"-data (over constructies
die niet per se zichtbaar zijn). Hierdoor wordt geometrie fun
damenteel anders opgeslagen. Het nader tot elkaar brengen
van deze twee werelden zal een enorme doorbraak beteken
voor 3D. Maar ervaring met BIM/GIS-integratie op funda
menteel niveau (dus niet alleen ad hoc) is er nog nauwelijks.
En als je start met het op aannames gebaseerde, gewenste
eindresultaat is het risico groot dat er een integratie komt die
theoretisch werkt, maar praktisch niet omdat het niet aansluit
bij de praktijk van BIM'ers en GIS'ers. Dus ook hier is klein en
concreet beginnen en op basis van "lessons learned" verder
ontwikkelen de deur naar succesvolle integratie. Volgens de
productontwikkelingsfilosofie van Spotify: "managing risk by
prototyping early and cheaply'! Bijvoorbeeld door eerst maar
eens elkaars bril te gebruiken bij het vastleggen van de eigen
data. Zo ontstaat een geo-friendly BIM en een BIM-friendly
geo-model. Veel makkelijker op elkaar aan te sluiten dan data
die onafhankelijk van elkaar worden verzameld. Vanuit daar
kunnen we stapjes nemen richting verdergaande integratie.
Steeds meer domeinen maken de stap van 2D-kaarten
naar 3D. Als we niets doen en de 3D-ontwikkelingen laten
gebeuren, zitten we straks met 3D-modellen die niet op elkaar
aan te sluiten zijn. Het integreren van al deze informatie en
processen in een allesomvattende 3D-model is (ook financi
eel!) haalbaar als we klein beginnen op basis van wat we al
hebben. De overheid zal hier moeten coördineren en stapjes
durven zetten richting meer detail in 3D, hogere actualiteit en
het toevoegen van meer domeinen op basis van wat we leren
van de "gewoon doen" aanpak. Pas dan wordt de droom die
voor "geospatial"-isten zo evident is, haalbaar.
Jantien Stoter
Hoogleraar 3D GeoInformatie TU Delft en
tevens werkzaam bij Kadaster en Geonovum
j.stoter@geonovum.nl