en in Nederland
2016-4 I Geo-Info
Fragment van de overzichtskaart uit 1931 met genummerde verwijzingen naar de in de atlas beschre
ven spoorlijnen.
Waar het reizigersvervoer op menig lijn rond de
Tweede Wereldoorlog werd gestaakt, hield het
goederenvervoer het op veel nevenlijnen uit tot
1972, toen de NS een volgende rationaliserings-
golf doorvoerde. Plaatsen als Gieten, Epe, Aals
meer, Geertruidenberg, Zeist, Neede en Uden
verdwenen toen definitief van de spoorweg
kaart. Dan gaan we naar het heden en wordt
verhaald wat er nog te zien is. Lansink en Ten
Broek hebben alle beschreven lijnen bewandeld
en uitgebreid gefotografeerd. Veel recent foto
materiaal is uit 2015 en 2016, men had met de
aanstaande verschijning van de atlas kennelijk
nog wat in te halen. Het contrast tussen nu
en vroeger wordt fraai verbeeld. Veel foto's uit
de oude doos dateren uit de jaren vijftig toen
het spoor er vaak verlaten bij lag. Winderige
emplacementen waarlangs het wasgoed hangt
te drogen met veel sporen, een overpad, trek-
draden voor de bediening van de armseinen
en vooruit.toch nog een buurtgoederentrein
getrokken door een stoomlocomotief met twee
wagens. Wie de zwartwitbeelden uit de jaren
vijftig en zestig ziet, verbaast zich er over dat het
toch nog zo lang kon doorgaan.
Hofpleinlijn
Enkele beschreven spoorlijnen vallen uit de
toon en voldoen niet aan het profiel 'bij de
aanleg al overbodig'. Zo wordt de 'vislijn' Sant
poort Noord - IJmuiden behandeld, één van
de eerste elektrische spoorlijnen van ons land.
In de jaren zeventig waren de bovenleidings
portalen aan vervanging toe, maar omdat
IJmuiden inmiddels naar het westen was
opgeschoven en de nieuwbouwwijken veel
beter met bussen kon worden bediend, reed
hier in 1983 de laatste trein. Lovers Rail heeft
het als private vervoerder eind jaren negentig
nog geprobeerd, maar dat betekende slechts
uitstel van de opbraak. Een andere uitzonde
ring is de Hofpleinlijn, waarvan de exploitatie
met Randstadrail sinds 2006 in handen is van
de HTM en de RET. De rails zijn alleen ver
dwenen tussen Scheveningen en Den Haag
Loolaan en tussen Rotterdam Hofplein en
Kleiweg, waardoor het markante viaduct in de
Maasstad sinds 2010 niet meer wordt bereden.
Vormgeving
De atlas is met een maat van 31 bij 25 centi
meter flink uit de kluiten gewassen. De vrijwel
zonder uitzondering loeischerpe kleurenfoto's
komen hierin goed tot hun recht. Enkele foto's
zijn over de volle breedte van de pagina of zelfs
over twee pagina's afgedrukt, wat bijdraagt
aan de sfeer. Alle illustraties zijn voorzien van
opnamedatum en naam van de fotograaf.
Veel foto's uit de oude doos zijn van de hand
van Roef Ankersmit en Kees van de Meene,
waar de auteurs veel recente foto's voor hun
rekening hebben genomen. En altijd weer met
oog voor detail: de omgeving van het spoor
wordt nadrukkelijk meegenomen. De uitgever
heeft gepoogd om enkele bouwtekeningen
van stationsgebouwen en dienstwoningen als
achtergrond te gebruiken op de tekstpagina's.
Dat is niet voor herhaling vatbaar: het maakt de
tekst minder leesbaar, terwijl de tekening op
deze manier onvoldoende tot zijn recht komt.
Ook voorde kartograafvalterwatte halen.
De binnenzijde van de omslag laat in twee
delen de spoorwegkaart (aangevuld met inter
lokale tramlijnen) van Nederland zien in 1931.
De oorspronkelijke schaal van 1:400.000 kon in
de atlas niet aangehouden worden, waardoor
de stations-en haltenamen niet altijd even
goed leesbaar zijn. Ook is door de gebruikte
vla kindeling waarmee verwezen wordt naar de
29 hoofdstukken niet direct duidelijk welke lijn
nu wordt beschreven. Zeker in gebieden met
een dicht spoornet vallen ook niet-opgeheven
lijnen binnen het vlak. Bij de beschrijving van
de spoorlijnen zien we de kaart vaak nog eens
terug, waarbij het besproken gebied dan is uit
vergroot. Er zijn nog meer netkaarten afgebeeld
op kleinere schaal die de teloorgang van het
spoor illustreren: uit 1944, 1949 en 1972. Lijnte
keningen completeren het geheel, met een
grote rol voor tekenaar Dick van der Spek van
de spoorliefhebbersvereniging NVBS. Opval
lend is dat topografische kaarten in de uitgave
volledig ontbreken, waar deze toch prima als
illustratie van de opkomst en de ondergang van
het spoor hadden kunnen dienen. De auteurs
hebben er wel gebruik van gemaakt, want het
onvolprezen www.topotijdreis.nl wordt als
geraadpleegde bron vermeld.
Lansink en Ten Broek beschikken over een
vlotte pen en hoewel de geschiedenis zich in
veel hoofdstukken herhaalt, verveelt het boek
geen moment. De neutrale lezer zal echter
niet altijd in de euforische stemming komen,
die zich van de auteurs meester maakte na
weer een vondst. Zinsneden als 'een tweetal
ruïneuze bruggetjes vormen een aardig kers op
de taart', 'hier heeft de opruimwoede nog niet
toegeslagen' en 'laat u overweldigen door de
natuur rond de roestige spoorstaven' volgen
elkaar in hoog tempo op. De uitgave is eind mei
op de markt gebracht en de derde druk ligt al
in de winkel. Als dat geen aanbeveling is.
Ronald Bokhove. Ronald is te bereiken via
ronaldbokhove@cs.com