Reactie 2 Geo-Info nr. 3
Kadastrale Hulpkaarten naar RHC's
2016-4 I Geo-Info
29
Global Climate Change te maken heeft, thema's
zoals het afsmelten van de ijskappen, de zee
spiegelrijzing, hydrologie. Men kan dus zeggen
dat de twee vleugels inmiddels niet meer zo ver
uit elkaar zijn.
Als Rummel ziet wat prof.dr.ir. Ramon Hanssen
in Delft met zijn technieken doet bijvoorbeeld
voor een thema zoals natuurlijke catastrofes:
snel plattegronden opbouwen en kijken waar
die catastrofes plaatsvinden. Dat zijn onwijs
interessante toepassingen en daarmee is alles
bij elkaar gekomen. Op die manier moet men
eigenlijk het vakgebied uitdragen.
Rummel vindt het ook een wonderlijke ontwik
keling dat in Duitsland de erosie in de geodesie
nauwelijks te zien is. Als men hem vraagt:
„Waarom niet?", zou hij het antwoord niet
precies kunnen geven.
Rummel sluit niet uit dat het in Duitsland ook
plotseling slecht kan gaan. Hij kan gewoon niet
verklaren waarom het in Duitsland anders is. Het
blijft een geheim, hoe men aan de studenten
aantallen komt. Nu zijn er heel veel studenten in
Duitsland die geodesie doen.
In München (waar Rummel hoogleraar was) is
het zo: de rector (president van de universiteit)
kent de geodesie heel goed en waardeert het
onderzoek van de geodesie, maar zegt:„Als
het over het studentenaantallen gaat, dan zou
ik jullie opheffen: 40 studenten (in Nederland
vinden wij dat veel), daar gaat men geen hele
opleiding voor financieren, maar het onderzoek
is baanbrekend." (Het is in München met de
geodesie net zo als bij natuurkunde: ook zij heb
ben weinig studenten, maar zij doen uitstekend
ander werk.)
Er is nog steeds een fulltime opleiding op zes
plaatsen in Duitsland: op de universiteiten van
Hannover, München, Bonn, Karlsruhe, Stuttgart,
en Dresden. In Darmstadt bestaat een Bachelo
ropleiding "Bauingenieurwesen und Geodaesie"
met een daarop volgende Master "Geodasie
und Geoinformation" en ook op de Technische
Universitat Berlijn bestaat een Masteropleiding
"Geodesy and Geoinformation Science"
Bovendien zijn er in het totaal 18 opleidingen
Vermessungswesen" (wel met verschillende
benamingen) aan de Fachhochschulen in Duits
land met grote aantallen studenten. In Hamburg
is bijv. de HafenCity University bezig met een
geodesie opleiding. Dat was een HTS, die lang
zamerhand richting universiteit ontwikkelt.
Rummel vindt de opdeling van geodesie in
Delft het cruciale punt en nadelig: een klein
deel bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek,
een gedeelte nu bij Civiele Techniek en een
gedeelte bij Bouwkunde: dan heeft men
minder kracht.
Henri J.G.L. Aalders, emeritus buitengewoon-hoog-
ieraar Topografie aan de Katholieke Universiteit
Leuven, Faculteit Toegepaste Wetenschappen.
Ik had het genoegen het artikel 'Hogere
Nederlandstalige opleidingen Geodesie' in
Geo-Info 2016-3 te lezen.
Even ter aanvulling wens ik te melden dat er in
Vlaanderen naast de professionele bachelors
(3-jarige opleidingen) ook academische
'geodesie'-opleidingen bestaan. Er bestaan
twee wegen van academische opleidingen:
1. Via een vierjarige opleiding (master indus
triële wetenschappen, veelal aangeduid als
industrieel ingenieur);
2. Via een master geomatica en landmeet
kunde (3+2 jaar 5 jarige opleiding).
De eerste kan je aan de UGent en KULeuven
volgen, de tweede enkel aan de UGent.
In Vlaanderen gebruikt men de terminologie
geodesie enkel in de betekenis van de 'hogere'
geodesie en wordt de 'lagere' geodesie
landmeetkunde genoemd. Zo is het beroep
waarop deze opleidingen toegang verlenen
onder andere dit van landmeter.
Ten slotte nog even melden dat er in Vlaande
ren ook een 'natte' opleiding bestaat: postgra
duate Hydrography B, welke de catB-certificatie
aflevert, erkend door het IHO. Deze opleiding
wordt georganiseerd door de Hogere Zee
vaartschool Antwerpen en de UGent. Dit is ook
de enige Engelstalige; alle andere vermelde
opleidingen zijn Nederlandstalig.
Prof.dr. Philippe De Mayer
Universiteit Gent
In Geo-Info 2010-5 schreef René van der Schans
over 'Lang leve de kadastrale hulpkaarti'. In Geo-Info
2010-9 schreef dr. H.P. Deys over 'Digitalisering van
Kadastrale Veldwerken en Hulpkaarten - teloor
gang van historisch erfgoed?'. Het Kadaster besloot
in 2011 tot digitale substitutie. Er kwam meer media-
aandacht, bezwarenprocedures tot de Raad van
State aan toe én een Plan B over de 1200 strekkende
meter van 3,5 miljoen hulpkaarten. Die zouden naar
de Regionale Historische Centra (RHC's, eerder:
rijksarchieven in de provincie) moeten of kunnen.
De hulpkaarten zijn geen documenten in archief-
rechtelijke zin. Daarom wilde het RA ze van het
Kadaster niet hebben. Toen is een stichting opge
richt met als doel om de hulpkaarten aan de RHC's
over te dragen.
Voor Geo-Info 2013-3 interviewde ik prof.
dr. Frank Keverling Buisman thuis over het
gevaar van dié substitutie. (Over de veldwer
ken maakte niemand zich druk.) Op 3 juni
2016 kon hij zijn vrienden dit mailen: 'Eindelijk,
eindelijk, eindelijk, kan ik jullie berichten dat er
hulpkaarten naar RHC's zijn overgebracht. Ik weet
dat nu alleen van Gelderland en Utrecht (die
van Utrecht worden tijdelijk in Arnhem opge
slagen), omdat ik begreep dat die vorige week
maandag zijn binnengekomen en in het depot
zijn opgeslagen. Van de andere provincies weet
ik dat niet, omdat ik geen informatie daarover
ter beschikking heb, maar ga er vanuit dat dat
ook is gebeurd.' Het RHC Noord-Brabant wil de
hulpkaarten niet hebben, aldus een andere
bron. Geprobeerd wordt of andere overheden
daar ze wel willen hebben.
Adri den Boer