Kartografie voor
kaartbeh
Het jaarboek van de Stichting
Archiefpublicaties van 2016
(Hameleers 2016), dat helemaal aan
kartografie gewijd is, bevat ook
bijdragen over opleidingen in de
kartografie in België en Nederland
- daarin wordt geïnventariseerd
wat er aan opleidingen bestond
en bestaat, op het gebied van de
kartografie, van de geschiedenis
van de kartografie, van het
kaartbeheer en het openleggen
en conserveren van kartografische
documenten. In dit artikel wordt
ingezoomd op wat er aan die
kartografische opleidingen relevant
is voor kaartbeheerders - niet
op het gebied van conservering,
kaartbeheer en documentatie,
maar op het gebied van a) het
vinden van kaarten met de juiste
informatie voor de klanten, en b)
op het gebied van het kaartgebruik
- dus het helpen van de klant bij
het interpreteren van die juiste
informatie.
SI
ÏS
34 Geo-Info I 2016-4
Door Ferjan Ormeling
De meeste bezoekers van een kaartenverzame
ling of archief die een bepaald kartografisch
document willen inzien, kunnen onvoldoende
aangeven wat ze precies nodig hebben.
De beheerder of archivaris moet uit zien te
vinden waar het ze om gaat (Koeman 1974).
Hetvinden van kaarten met de juiste informatie
voor de klant heeft vooral te maken met de
resolutie, en die kunnen we onderverdelen in
temporele resolutie, topografische resolutie en
taxonomische resolutie.
Topografische resolutie
Met topografische resolutie bedoelen we in feite
de schaal: hoe groter de schaal, hoe méér ruimte
er is voor de weergave van de verschijnselen en
hun kenmerken op het aardoppervlak, en hoe
Figuur 1 - Verschil in topografsche resolutie bij
schaalverkleining van hetzelfde gebied (van onder,
met de klok mee, 1:5.000,1:10.000 en 1:25.000) op
stadskaartseries van Rotterdam.
minder ze behoeven te worden gegeneraliseerd.
Dus een hogere topografische resolutie brengt
mee dat er meer detail kan worden getoond,
zoals in figuur 1 bij de oevers van de Achterplas
bij Rotterdam.
Temporele resolutie
Met temporele resolutie bedoelen we de mate
waarin we het verschijnsel in de tijd kunnen
vervolgen. Dat kan ik illustreren met atlaskaarten
en met topografsche kaarten. Voor atlaskaarten
gaat dat aan de hand van de opeenvolgende
edities van de Bosatlas. De UB Utrecht is bezig
met een project om alle kaarten uit alle edities
van die atlas te scannen en te annoteren en op
de website van de UB te plaatsen, en dan blijkt
dat we op die website met tussenpozen van
één tot drie jaar op die kaarten de hele wereld
kunnen bekijken vanaf 1877, toen de eerste
editie uitkwam. Daardoor kunnen we in detail
historische processen volgen zoals de Europese
exploratie en vervolgens opdeling van Afrika
als geheel. Het noorden en zuiden krijgen al
snel een koloniale kleur, de Sahara zal nog heel
lang ongekleurd blijven, totdat op de kaart
van 1923 het gebied uiteindelijk Frans wordt
ingekleurd. Om de exploratie meer in detail te
volgen kunnen we inzoomen, bijvoorbeeld op
het Congobekken (zie figuur 2) waarbij eerst
door Stanley de loop van de Kongo wordt
vastgesteld en daarna rond 1890 door Brazza de
loop van de Mobangi of Oebangi als noordelijke
zijrivier, en van de Loealaba en andere zuidelijke
zijrivieren wordt opgenomen.
Een ander voorbeeld is het Noordpoolge
bied, waar op de kaart van 1917 het nog niet
geëxploreerde gebied wit is gelaten. In het
Figuur 2 - Veranderingen in het Kongo-gebied in de Bosatlas van 1877 tot 18g0.