ik
vT
Sufc»-»* Iff
36 I Geo-Info I 2016-4
Pampus 11
SLjHurtrtsf
Abn&re
Stad
wèno^ NMrdeyTx Huizei
ma Bussum
fm»v «tw —r—yx-fTSZ
-^y^N^KorteBlwy'
HilweVsum^L
II '~r
Figuur 6 - Het effect van generalisatie op het stedelijk grondgebruik (rechts de gegeneraliseerde kaart, terugvergroot tot de schaal van het origineel links).
Eén van de belangrijkste aspecten van het
vinden van kaarten met de juiste informatie
is dat de kaartbeheerder om moet kunnen
gaan met meta-informatie - zij moet de meta-
informatie die de door haar beheerde kaarten
geven, kunnen duiden (Ormeling en Van de
Waal 1977). Ze moet aan de hand van de bron
of auteur van de kaart kunnen vaststellen of
het om betrouwbare informatie gaat. Aan de
hand van zoekcriteria moet ze uit haar col
lectie of van het internet de voor haar klanten
relevante betrouwbare kaarten tevoorschijn
kunnen toveren, op basis van hun titel en
schaal, en ze moet daarbij de kwaliteit ervan
kunnen evalueren: aspecten van de kwaliteit
zijn nauwkeurigheid, actualiteit en volledigheid.
Nauwkeurigheid
Met nauwkeurigheid bedoelen we dat de juiste
informatie op de juiste plaats moet staan - stelt u
zich de nachtmerrie eens voor van een uitge
ver die tijdens de presentatie van een nieuwe
wereldatlas voor de pers (zie figuur 5) de vraag
krijgt van één van de aanwezige journalisten, of
de weergave van Hilversum en Bussum wel klopt
- en dan ter plekke moet ontdekken dat die twee
plaatsnamen op de kaart zijn verwisseld - dat
overkwam de redactie van de Wolters wereldatlas
in 1991. Ergens in het proces van de kaartvervaar
diging zat toen het typografisch zetten van de
namen in het juiste formaat en spelling op trans
parante stukjes film die vervolgens uitgeknipt en
opgeplakt moesten worden op de juiste plaats
op de kaartondergrond en dat moet tweemaal
zijn misgegaan, eerst bij het plakken van de naam
Bussum bij de plaatsstip van Hilversum, en ver
volgens bij het plakken van de naam Hilversum
Figuur 5 - (Gebrek aan) Nauwkeurigheid op de kaart.
bij de plaatsstip van Bussum - of al in een eerdere
fase, bij het tekenen van het namenmodel, dat wil 1
zeggen van de schets van alle namen die op de
kaart aangebracht moesten worden. 1
Zodra kaarten gebruikt worden om er
metingen op te doen, moet de beheerder
adviseren daar de grootst mogelijke schaal
voor te gebruiken, omdat daarop nog niet 1
gegeneraliseerd is. Het effect van generalisatie 1
zien we bijvoorbeeld bij een stadsplattegrond
(zie figuur 6) waar ten behoeve van een 1
kleinere schaal de wegen verbreed worden om
er de straatnamen nog leesbaar in te kunnen
weergeven. We zien het effect hier rechts op
de gegeneraliseerde kaart, terug vergroot tot
de oorspronkelijke schaal, en je ziet links dat de
straten wel driemaal zo breed zijn geworden
bij die bewerking. Voor oppervlaktemetingen
van stedelijk grondgebruik is de kaart rechts
dus niet meer geschikt. Een ander aspect van
generalisatie is de verplaatsing van lijnelemen-
ten zoals hoogtelijnen, wegen en spoorwegen
om de relaties daartussen nog goed te kunnen
AfmaK'8ü$fMK
Almere^tad
Minden
^A.rtinripi Wf
ktiiirefl
oAnfctveeri w liienjyH
ótUimnei 1, j
)$r beland G O o'/^:^n
OK0r«(ihnsf 3*.
tFfrri
Almere-Buile
Atmsrt-Havtrr
OqW
n Blj(fltuil
1 0 OfllftBVïtq V <£tfl
Nideihaisl l©L¥r/
0 LMSdlEth! VS
\MKePt 0. t
plm -+ 2 j Lbü" Vuuriclw
TiBnhuvïn
J HohfïiDD!
rnse.'rreer f
IJmeei
Pampus