40
Geo-Info I 2016-5
maal. Volgens het verdrag dat de Salpeteroorlog
beëindigde kreeg Chili het recht troepen in deze
oorspronkelijk Peruviaanse provincie te legeren,
hoewel het gebied formeel Peruviaans bleef.
Na verloop van tijd werd deze tijdelijke situatie
echter bestendigd. Colombia was in dezelfde
periode in het offensief in het Amazonebekken,
en het verwierf gebied ten koste van zowel Ecua
dor als Venezuela. Tussen 1899 en 1904 herwon
Ecuador een deel van haar verloren gebied in
het Amazonebekken, waarbij de rivier de Yapura
haar noordelijke grensrivier werd, en het land
weer direct aan Brazilië grensde. In de volgende
fase oefende Peru succesvol druk uit op Ecuador
om een deel van haar Amazone-gebieden op te
geven. Vanwege het strategisch belang van het
Panamakanaal wakkerde de Verenigde Staten de
afscheiding van Panama van Colombia aan, en
hielp het de opstandelingen op militair gebied om
hun onafhankelijkheid te verwerven. Tussen 1904
en 1910 verdeelden Colombia en Peru het grootste
deel van het overgebleven Ecuadoraanse gebied
in het Amazonebekken tussen elkaar, terwijl de
verwerving van het Acre-gebied door Brazilië voor
zowel Bolivia als Peru grondverlies betekende.
Chili verwierf in deze periode het Arica-gebied
permanent, en rond 1910 vergrootte Colombia
haar areaal in het Amazonegebied. Tussen 1910 en
1936 verzekerde Colombia zich van een haven aan
de Amazone-rivier (genaamd Leticia, pal naast de
Braziliaanse havenstad Tabatinga), en bevestigde
ze de rivier de Ica of Putumayo als haar voornaam
ste zuidgrens. Omdat dat ook de verwerving
betekende van enige voormalige Ecuadoraanse,
door Peru veroverde gebieden, compenseerde
Colombia Ecuador door gebied ten zuiden van de
Putumayo aan haar af te staan. Het lijkt net Game
of Thrones! In de tussentijd woedde ook de Chaco-
oorlog tussen Bolivia en Paraguay.
Veranderingen in attitudeTenslotte zijn daar de
veranderingen in attitude, die afgeleid kunnen
worden uit de vergelijking tussen opeenvol
gende atlas edities. Er is sprake geweest van
veranderingen in de nadruk waarmee bepaalde
gebieden - zoals het eigen grondgebied - wer
den behandeld, af te leiden uit het grotere of
kleinere aantal kaarten gewijd aan Nederland.
Daarnaast zijn er veranderingen geweest in de
volgorde waarin Europese staten behandeld
werden: Groot-Brittannië en Scandinavië werden
naar voren gehaald in de volgorde omdat we ons
daar meer verwant mee voelden.
De geleidelijke toename van thematische kaarten
reflecteert de veranderingen in het aardrijkskunde-
leerplan. Tijdens de hele hier besproken periode
1877-1939 bepaalden vier verschillende atlasre
dacteuren de inhoud van de Bosatlas. Eerst was
dat Pieter Bos, die aardrijkskunde als een determi
nistische wetenschap beschouwde, en die sterk
Figuur to - Veranderingen in het spoorwegennet op de Argentijnse pampa's in opeenvolgende atlasedities,
ontleend aan kaarten van Zuid-Amerika uit de eerste (1877) tot en met 19e (1910) editie van de Bosatlas.
Figuur 11 - Grensveranderingen in het noordoosten van Zuid-Amerika ontleend aan staatkundige kaar
ten in opeenvolgende Bosatlasedities: 2 (1879), 5 (1883), 6 (1884), 10 (1891), 14 (1899), 15 (1902), 16 (1904),
17 (1906), 19 (1910), 21 (1914), 35 (1936).
geïnteresseerd was in de fenologie. Zijn opvolger
Niermeyer was hoogleraar sociale geografie aan de
Universiteit Utrecht, en bewoog zich met name in
de kringen van Nederlandse ontdekkingsreizigers
die Tropisch Nederland exploreerden, was geïn
teresseerd in diepzeestudies en de geopolitieke
aspecten van onderzeese telegraafkabels. Zijn op
volger Kwast was een aanhanger of beoefenaar
van de economische geografie. Hij was degene
verantwoordelijk voor het opnemen van econo
mische inzetkaartjes, en als echte onderwijsman
probeerde hij de inhoud van de atlas te vereenvou
digen. Zijn opvolger Eibergen breidde de behan
deling van de kolonies zodanig uit dat er evenveel
kaarten van kwamen als van het moederland.
De kolonies vormen een goed voorbeeld van
door maatschappelijke overwegingen bepaalde
veranderingen, ook al overstijgt het hier gegeven
voorbeeld de periode 1877-1939. Op de stadsplat
tegronden in de atlas werd er gedifferentieerd
tussen stenen en houten bebouwing. Die diffe
rentiatie is ontleend aan de militaire topografische
kaarten van Nederland uit de 18e en 19e eeuw,
toen dat verschil in bouwmateriaal van huizen
relevant was voor de artillerie. Dat militaire gebruik
werd overgenomen op de topografische kaarten
van de kolonies, maar geleidelijk kreeg het verschil
tussen stenen en houten huizen de betekenis van
het verschil tussen Europese en inheemse be
bouwing (zie figuur 13). Naarmate dit niet langer