De plaats waar ik woon Column 2016-5 I Geo-Info Tegenwoordig meld ik altijd waar ik woon. Ik woon in Groningen en dat bepaalt voor een groot deel mijn identiteit. Ik woon namelijk in het aardbevingsgebied. Maar daarover straks meer. Mijn wieg stond in Amsterdam. En heel lang vond ik dat stoer. Het was hip en happening. Op mijn 14e verhuisde ik met mijn ouders naar Bedum, een dorpje ten noorden van Gronin gen. Ik was import. Ik verstond geen Gronings, ging in de stad naar school en vond het geen probleem om in het weekend naar Amsterdam te reizen. Ik studeerde internationale organisaties in Groningen en daarna vertrok ik naar Rotterdam. Mijn oudste zoon werd er geboren, we trouwden en ik kreeg mijn eerste baan bij het Werkcentrum internationale solidariteit (we spreken 1994). Wat was het een gedoe in zo'n stad. Een beetje meer landelijk wonen wilden we. En zo kwamen we weer in Groningen terecht, om precies te zijn, in Den Andel. Op een steenworp afstand van Pieterburen, waar ik aan het werk kon. Nu 20 jaar later woon ik nog steeds op het Hogeland van Groningen en sinds 2012 staat dat ook wel bekend als het aardbevingsgebied. Mensen willen weten of ik ook scheuren in mijn huis heb (ja). Mensen vragen of ik wil verhuizen en ik zeg ja. Maar verhuizen is bijna niet mogelijk. De makelaars noemen een prijs die ver onder de waarde ligt en melden erbij dat het dan nog maar de vraag is of er een koper zal zijn. Ik heb dit maar praktisch opgelost en mezelf tot Groninger verklaard. Ik woon hier en blijf hier wonen. En ik hoop op een veilige omgeving. Maar zover is het nog niet. De partijen buitelen over elkaar heen. De NAM heeft een ondoorgrondelijke strategie, die de Groningers niet vertrou wen. De provincie en de gemeenten vinden het onacceptabel hoe de schade wordt afgehandeld, de bewoners proberen er het beste van te maken en richten actiegroepen en belangenverenigingen op. Schiet het allemaal een beetje op? Een beetje. Maar de schadeafhandeling kan maanden tot jaren duren, de versterking van de woningen zal nog jaren duren en de gaswinning gaat niet naar een veilig niveau. Het ene na het andere onderzoek verschijnt en de data vliegt ons om de oren. Er komen minder aardbevingen, meldt de NAM. Houd rekening met zwaardere aardbevingen, zegt Staatstoezicht op de Mijnen. Het gas is nodig voor de transitie, zegt de minister. Ook de stroom kaarten is eindeloos. De Groninger Bodem Beweging heeft een indrukwekkend kaartenportaal ingericht (zie: www.opengis.eu/gasbevingen/ De NAM heeft een site met feiten en cijfers en een interactieve kaart. De Nationaal Coördinator Groningen toont met kaarten de no-regret- maatregelen. Ook geo-bedrijf Geon heeft ambities om ontwik kelingen in Groningen digitaal makkelijk vindbaar en bruikbaar te maken. Milieudefensie heeft inmiddels op basis van open data de gaswinningsgebieden in Nederland op de kaart gezet en voert campagne voor duurzame energie zonder gas. En de Vereniging "ieder dorp een duurzaam dak" zet de kaart in om te kijken wat de beste plek voor het dorpshuis is. Maar hoeveel huizen zijn er beschadigd? Hoe groot is het gebied waar de gevolgen van de aardbevingen kunnen worden verwacht? Welke huizen moeten worden gesloopt? Welke huizen willen we in ieder geval behouden? Wat betekent het eigenlijk allemaal voor Groningen en de mensen die er wonen? We kunnen ons er eigenlijk geen voorstelling van maken. Laten we dat eens op de kaart zetten. En dan niet ieder een eigen kaart. Maar een kaart waarin de kennis van alle stakeholders is opgenomen. De onderzoeksrapporten van de NAM, de wensen van de gemeenten, de zorgen van de bewoners en de karakteristie ken die horen bij het Hogeland. De plannen voor de nieuwe scholen, de initiatieven voor duurzame huizen, de versterkin gen van de dijken, de bouwbedrijven die de huizen repareren. Gaan de BAG en de BGT helpen om een ordening aan te brengen? Gaan de satellietdata uitsluitsel geven over de bodembewegingen? Als de NAM naar dezelfde kaart kijkt als de gedeputeerde van de provincie Groningen zullen ze het dan eens worden over de hoogte van de gaswinning? Zullen we nieuwe toepassingen gaan bedenken voor de gasleidin gen? Gaan we de energietransitie versnellen? Gaan we de duurzame samenleving een stap dichterbij brengen? Zouden we met de geo-kennis van vandaag echt een verschil kunnen gaan maken? Wie goan der veur! Hildegard Schulte Strategisch Adviseur Geo en Beleid bij GIS Competence Center Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Hildegard.sch ulte@rvo.nl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2016 | | pagina 51