Terugblik GeoBuzz 2016 Verslag In de Brabanthallen in Den Bosch vond op 22 en 23 november 2016 de GeoBuzz plaats. Dit is een onafhankelijk en landelijk congres met beurs, over de ontwikkelingen met en het gebruik van geografische informatie voor overheden, bedrijven, kennisorganisaties en onderwijsinstellingen. De Geo-Info redactie blikt in dit verslag terug op deze inspirerende dagen. Zie voor meer informatie en foto's op www.geobuzz.nl. 28 1 Geo-Info 1 20i6-6 Tijdens het langzaam binnenschuifelen van het geo-publiek probeerde Erik Meerburg alvast wat 'scoops' te oogsten: wat brengt je hier, wat is je doel voor deze twee dagen? Hij liep kriskras door de langzaam vollopende zaal in zijn Pacman-pak, want ja: fervent gamer en zeker van die games die een geo-dingetje heb ben. (Zouden wij trouwens niet jaloers willen worden op die gaming industrie, die bij de lancering van een nieuwe release in een keer negen miljoen gebruikers opnieuw verslaafd maakt?) Eenmaal voorin aangekomen vroeg hij de twee voorzitters van de organiserende instanties (GIN en GeoBusiness NL) naar hun visie op de komende dagen. Peter Hoogwerf (GIN) was direct en duidelijk: "Kijk om je heen, zie wat hier gaat gebeuren: 300 JongGIN- ners hebben zich aangemeld. Daar zit de toekomst!" Camille van der Harten (GeoBusi- nessNL) heette ieder welkom en sprak over de samenwerking van aanwezige bedrijven en co-creatie. Ook Arnold Bregt (NCG) kreeg en paar minuten de vloer en gaf aan dat het op GeoBuzz voelt als vakantie: in ontspannen sfeer kennis vergaren. (De redactie begrijpt dan ook niet waarom het NCG haar programma niet op GeoBuzz organiseert en een week later haar eigen - onder minder ontspannen omstandigheden?- evenement organiseert.) OSGeo.nl dag Nog voor de officiële opening van de Geo Buzz was er al van alles te beleven. De stands waren present en de OSGeo.nl-dag werd geopend. Jan-Willem van Aalst (Imergis) maakt de OpenTopo kaartbladen, een topografische ondergrond die niet bij de grenzen van Neder land ophoudt. Hij vertelde over de keuzes en moeilijkheden bij het combineren van de BRT (TopioNL en BAG), Open StreetMap (OSM) en andere open data tot een topografische ondergrond. OSM is zeer up-to-date, maar de TopioNL is nauwkeuriger, België heeft een eigen open basisregistratie die gebruikt kan worden, maar voor Duitsland bestaat dit (nog?) niet. Dagvoorzitter Erik Meerburg. De TU Delft (3D geoinformation group) onder zoekt hoe 3D-data automatisch gegenereerd kan worden uit 2D-data in combinatie met 3D puntenwolken. Voor de TopioNL is dit inmiddels mogelijk, nu wordt gekeken naar de BGT. Als de BGT verrijkt zou kunnen worden met 3D-infor- matie dan levert dit fraaie toepassingsmoge lijkheden op, ook voor de omgevingswet. Tom Commandeur ontwikkelt de software waarmee dit zou kunnen. Uitgangspunt was het TopioNL rekenmodel, maar dit bleek niet toepasbaar op de BGT-data. De BGT-dataset is ongeveer negen keer zo groot als de TopioNL en deze kost al bij elkaar opgeteld acht jaar rekentijd... Er is daarom gekozen om nieuwe software te ontwikkelen. Vanwege de mogelijkheden en de hoeveelheid data en code is nadrukkelijk gekozen om 3dfier (https://github.com/tudelft3d/3dfier) open source te maken. Het Kadaster heeft als doel 3D-BGT, liefst volgend jaar al. Hiervoor is open data en open ontwikkeling noodzakelijk. Het Kadaster, Cyclomedia en TU Delft zijn nog aan het onderzoeken of en hoe het beeldmateriaal en de puntenwolken open kan worden gesteld. Doorontwikkeling BGT In het BGT-themaprogramma vielen helaas op het laatste moment twee gaten, wegens ziekte van de sprekers. Gelukkig is er een goede vervanging gevonden in de persoon van Ruud van Rossem, programmanager BGT van het Ministerie l&M. Als er iemand op de hoogte is van de ontwikkelingen van de BGT, IMGeo en overige standaarden van de basisregistraties is hij het wel. Het eerste blok ter vervanging van 'IMGeo ontwikkelt door' ging specifiek over de door ontwikkeling van de BGT. In eerste instantie werden enkele zaken besproken die als vrijwillig in de BGT zijn aangemerkt, zoals de Plustopo- grafie en de Plantopografie. Het blijkt dat velen dit in de praktijk al toevoegen. Wellicht is het dan een logisch vervolg om dit in het vervolg in de verplichte topografie op te nemen. De link naar andere modellen zoals de IMBOR (Informatie Model Beheer Openbare Ruimte) en IMWA (Informatie Model Water) wordt daarmee ook eenvoudiger. Is de knip tussen vrijwillige en verplichte topografie eigenlijk nog wel goed? In het tweede blok 'Doorontwikkeling basis registraties in samenhang' ging de aandacht vooral naar de koppeling tussen de basisregis traties. Veel zaken komen overeen of kunnen uit een andere registratie worden overgeërfd of opgewerkt worden. Hoe dit kan worden uitgevoerd zal met het werkveld bepaald moeten worden. Hierbij is een regisseur onontbeerlijk, een partij die overzicht heeft op alle verschillende basisregistraties, informatie modellen en gebruikers en deze samen kan brengen. Waar zowel Ruud van Rossem als de zaal op uitkwam, is dat de basisregistraties nog meer locatiegericht zullen worden. De toekomstwens is één geometrie (één locatie) met een uniek veld waar de verschillende basisregistraties dan aan gekoppeld kunnen worden. Zo kunnen koppelvlakken worden vermeden, is aanpassing van geometrie en eigenschappen eenduidig en is verandering van 2D naar 3D veel minder omslachtig.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2016 | | pagina 30