Een kaart is ook maar
een mening
ru
ru
O
fü
CD
Column
2017-1 I Geo-Info
33
Dezer dagen worden we regelmatig geconfronteerd met
meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. Dit is op zich niet
nieuw, maar wel verontrustend. Zeker omdat de verspreiding
via sociale media tegenwoordig sneller en verder gaat dan
voorheen. Zo hoor je ook steeds vaker de uitspraak 'Weten
schap is ook maar een mening. Verontrustend. Dat brengt me
bij de kaart. Zijn kaarten gebaseerd op feiten? Zijn kaarten
nog steeds de documenten met enige autoriteit van weleer?
Mark Monmonier's boek 'How to lie with maps' is hierbij niet
echt behulpzaam. Eenieder die het boek gelezen heeft, zal alle
kaarten met enig wantrouwen tegemoet zien. Is dat terecht?
Ja en nee.
Als kartograaf realiseer ik me natuurlijk dat er beperkingen
zijn. Soms weten we niet alles en moet je interpoleren of
extrapoleren om toch nog een duidelijke kaart te maken.
Dit eerste gebeurt dagelijks op weerkaarten waarvan het
totaalbeeld is gebaseerd op de waarneming van een aantal
weerstations. Ook weten we, als je naar een bodemkaart kijkt,
dat een grens tussen twee bodemeenheden in werkelijkheid
meestal niet een scherpe grens is tussen bijvoorbeeld zand en
klei, maar dat er een overgangszone tussen beide bodem
soorten bestaat.
Soms is het nodig de feiten voordat ze afgebeeld worden
te bewerken. Een bekend voorbeeld is de choropleet-kaart
waarbij verschillende classificatiemethoden of een verschil
lend aantal klassen gebruikt kan worden. Iedere aanpak zal
een ander ruimtelijk patroon opleveren. Er zijn overigens
optimale oplossingen mogelijk en daarom zien we als
kartografen deze kaarten niet als verkeerd. Ze zijn immers
gebaseerd op betrouwbare methoden en we realiseren ons
dat onder bepaalde omstandigheden de ene methode meer
geschikt is dan de andere. Zelfs een 'neutrale' topografische
kaart levert bij verschillende gebruikers al een ander beeld van
het landschap op, dit afhankelijk van de achtergrondkennis
van de kaartlezer. En ook dit beschouwen we niet als verkeerd,
eerder nog als de kracht van de topografische kaart.
Toch waarschuw ik mijn studenten altijd om zeer kritisch
naar kaarten te kijken. Kunnen ze beredeneren waarom de
kaart eruitziet zoals deze doet. Mark Monmonier schreef
zijn boek niet voor niets. Soms zijn de fouten te wijten aan
onwetendheid (de standaard instellingen van software), soms
is de manipulatie bewust (omdraaien van kleuren rood-groen
bij veilig en gevaar) en soms zijn objecten bewust verplaatst
(misleiden van de vijand). Als je je bewust bent van deze
zaken, is er mee te werken.
Het ergste is wanneer je de gekozen aanpak probeert te
verantwoorden en je kaart in handen valt van samenzwering-
gezinde personen. Dan blijkt elk (wetenschappelijk) argument
zinloos. Dit overkwam mijzelf onlangs na een interview met
CNN. CNN benaderde mij in mijn capaciteit als president van
de International Cartographic Association en vroeg of ik iets
over de Mercator-projectie wilde vertellen. Natuurlijk deed ik
dit en legde keurig uit wat voor projectie het is (een cilinder
projectie met zeer sterke vervorming aan de polen), waarvoor
de projectie was gemaakt (navigatie) en waarvoor je deze
juist niet moet gebruiken (als wandkaart in de klas). Boven
dien heb ik ook nog aangegeven waarom deze projectie zo
populair is bij Google en co. (de eigenschap dat lengte- en
breedtegraden loodrecht op elkaar staan maakt dat je mak
kelijk en snel voorbereide vierkanten (tiles) kan aanleveren
aan de mapservers). Slechts feiten zou je zeggen. Maar in het
interview werd ik geplaatst tegenover een meer activistische
mening die verkondigde dat de projectie gebruikt werd om
Afrika te kleineren. Als je dan met tegenargument komt dat
Afrika juist goed is afgebeeld maar de rest van de wereld
niet, richt je alleen maar meer schade aan. Ondanks dat CNN
enkel mooie interactieve kaarten genereerde waarmee de
gebruiker de effecten van verschillende projecties kan zien,
ging het toch mis. Binnen de kortste keren hadden allerlei
samenzweringswebsites (nep nieuws sites) verhalen over de
slechte Mercator-projectie overgenomen met koppen als "ICA
geeft toe dat westerse kartografen Afrika met opzet hebben
gekleineerd" en ook "ICA-president geeft Afrika-kaartfraude
toe'. De Facebookpagina van de Universiteit Twente waar
een link naar het CNN-interview stond had binnen de kortste
keren meer dan 40,000 hits. Dat is best veel voor een 'weten
schappelijke' pagina.
En dit geeft ook aan waarom een wetenschapper met
een achterstand begint. Bovenaan in de column gaf ik
antwoord op mijn eigen vraag met "ja en nee'. Verwarrend?
Ik bedoelde te zeggen dat het antwoord niet zwart-wit is.
Meestal zeggen we "Ja, maar.of"Nee, want...". Nuance.
Maar het lijkt er sterk op dat mensen niet alleen zwart-wit
antwoorden willen, maar ook nog antwoorden die hen beval
len. En dat lukt natuurlijk niet. Toch moeten we kaarten blijven
maken gebaseerd op feiten waarop geschikte kartografische
methodieken zijn toegepast zodat de (verstandige) kaartge
bruiker de informatie kan begrijpen, in een context kan plaat
sen en op waarde kan schatten. Is dat een naïeve gedachte?
Een kaart is een gefundeerde mening.
Prof.dr. Menno-Jan Kraak
ITC International Institute of Geo-lnformation Science and Earth Obeservation,
Department of Geo-Information Processing
kraak@itc.nl