schaal structuren
^1
r
tm ^1
2017-1 I Geo-Info
45
Face A
Face A i
Face A
Face B
Face B
Face B
Figuur 2 - Fijnste granulariteit bij generaliseren van een weg op basis van verschillende wegdeien: van vlakken op de meest gedetailleerde schaal (links) via
gemixte representatie 'halverwege' (midden) naar lijnen op de uiteindelijke schaal (rechts).
Dit model is gebaseerd op de geïntegreerde
en expliciete voorstelling van twee basis
structuren: (1) een hiërarchische vlakkenpartitie
(tGAP) en (2) een lineair wegennetwerk. Hier
door kan tijdens het generalisatieproces de
kennis van het lineaire wegennetwerk worden
meegenomen voor betere beslissingen bij
vullen van deze vario-schaal structuur.
Generalisatie van het wegennetwerk
De wegen, als lineaire infrastructuur objecten,
zijn de 'ruggengraat' van velen kaarttypes.
Ze verbeteren de leesbaarheid van kaarten en
helpen gebruikers te oriënteren. Vaak is ook de
wegennetwerkgeneralisatie een eerste basis
voordat andere topografische generalisatie
kan plaatsvinden en is dus een fundamentele
operatie in het totale proces van de kaart- en
databaseproductie [3]. Op grootschalige
kaarten in landen zoals Nederland, België,
Engeland of Tsjechië, worden wegdelen door
vlakgeometrie gepresenteerd. Gezamenlijk
vormen alle wegdelen het wegennetwerk.
Deze gebieden vormen een impliciete
wegennetwerkgraaf bestaande uit knopen en
verbindingen. Op kleinschalige kaarten worden
de wegdelen gerepresenteerd door lijngeome-
trieën. Deze lijnen corresponderen direct met
de verbindingen van de wegennetwerkgraaf
De overgang van een vlakrepresentatie naar
een lijnrepresentatie kan worden gerealiseerd
via een algoritme, dat de hartlijn (of meer
algemeen, het skelet) van een vlak berekent.
Bijvoorbeeld via het eerder gepubliceerde
SplitArea algoritme [4]. Hierbij moet er dan wel
op worden gelet dat het geheel weer een cor
recte vlakkenpartitie wordt; effectief worden
de buurvlakken dan iets groter.
Op kleinere kaartschalen kan bij generalisatie
van het wegennetwerk het accent liggen op:
(1) de lineaire wegrepresentatie zelf; of (2) de
gebieden tussen de wegen (zoals begrensd
door minimale wegcycli, die bijvoorbeeld
delen van bebouwde kom, bos of terrein
representeren). Beide aanpakken hebben hun
eigen voor- en nadelen [5] en in onze aanpak
worden ook beide toepast.
Granulariteit
We noemen de hoeveelheid kenmerken (objec
ten) die veranderen in één stap van het genera
lisatieproces, de granulariteit. Hierbij onderschei
den we de volgende niveaus:
Grove granulariteit, wanneer alle betrokken
objecten, bijvoorbeeld alle wegen, tegelijk
worden verwerkt (weggelaten).
Gemiddelde granulariteit, wanneer alle
objecten van een bepaalde (sub)klasse
tegelijk worden verwerkt, bijvoorbeeld, alle
lokale wegen met zelfde maximumsnelheid
worden verwijderd.
Fijne granulariteit wanneer één enkel object
wordt verwerkt, bijvoorbeeld een specifieke
doodlopende weg wordt verwijderd.
Fijnste granulariteit, wanneer een deel van
één object wordt verwerkt, bijvoorbeeld één
wegdeel wordt verwijderd.
Omdat we in het vario-schaal concept streven
naar meer geleidelijke overgangen zonder
visuele schokken, moeten de veranderingen
zo klein mogelijk zijn. In ons geval is de fijnste
granulariteit dan optimaal. Hierbij passen
we dan operaties toe per wegdeel, wat kan
resulteren in een enkele weg die op bepaalde
schaalniveaus kan bestaan uit delen van
verschillende aard: zowel lijnen als vlakken;
zie figuur 2.
Classificatie van wegdelen
(schaal onafhankelijk)
De wegdelen worden geclassificeerd op basis
van hun rol in het wegennetwerk. Omdat de
ruimtelijke representatie kan verschillen (vlak/
face, lijn/edge, punt/node), moeten zorgvul-
Figuur3 - Een viertal wegdelen gedurende de generalisatie: in de planaire partitie (bovenste rij) en in de
wegennetwerkgraaf (onderste rij:cirkel=kruising, rechthoek=verbindingsweg).