Omgevingswet
Aardig ver uit eigen
comfortzones getreden
2c
2a
Geo-Info I 2017-2
flexibel, omdat niet alle vormen van betekenis
als XML-elementen of attributen gedefinieerd
hoeven te worden.
Er is vervolgens nog wel een mechanisme nodig
om de gewenste vulling van de semantische laag
voor een specifiek documenttype te beschrijven
of zelfs te valideren. Dit gebeurt in een toepas
singsprofiel aan de hand van vocabulaires,
waardenlijsten en nadere businessrules.
De samenwerking
Om deze aanpak goed doordacht te krijgen, zijn
we als KOOP en Geonovum aardig ver uit onze
eigen comfortzones getreden. Voor KOOP is de
methode nieuw omdat koppeling van semantiek
een beperkt aandachtsgebied was en model
lering in XML plaatsvindt. Geonovum heeft een
op internationale standaarden gebaseerde aanpak
waarbij alle stappen in standaarden zijn uitge
werkt. Men gebruikt daarbij een metamodel voor
UML-modellering met een standaard implementa
tie in XML. Deze aanpak is maar beperkt werkbaar
in deze bredere context. Hier zit natuurlijk ook de
uitdaging van twee methodes die samen moeten
komen in één oplossing. Niet twee alternatieve
methodes maar twee geïntegreerde methodes.
We gebruiken daarin UML-modellering voor de
semantiek van de toepassingsprofielen. Er wordt
gebruik gemaakt van een specifiek metamodel
voor de formele beschrijving van de integratie
van tekst en annotatie in UML. Een XML-schema
en businessrules worden gebruikt voor de
beschrijving van de implementatie specificaties.
Het uiteindelijke product, het toepassingsprofiel,
is een XML-document waarin alle onderdelen
van het profiel zijn opgenomen, hetzij aan wordt
gerefereerd. Het bevat de inhoudelijke tekst van
het profiel, referentie naar het XML-schema van
de STOP-standaard, alle businessrules, vocabu
laires met termen en alle geldige waardelijsten.
Omdat het toepassingsprofiel zelf ook een
XML-document is, kunnen niet alleen specificaties
geautomatiseerd worden afgeleid maar kan ook
een leesbare specificatie worden gegenereerd.
De standaard lijkt hierbij het principe van een
digitaal besluit op zich zelf toe te passen.
Figuur 3 verbeeldt de proces- en productstappen
in de ontwikkeling van de STOP- en TPOD-
informatiestandaarden. De use case van STOP is
alle officiële publicaties voor de LVBB. Het STOP
conceptueel model (1) integreert een tekstmodel
voor digitale wetsteksten met een model voor
locatie en gebiedsinformatie. Daarnaast is er een
methode voor koppeling van machine leesbare
semantiek (vocabulaire) aan tekst- en geo-objec-
ten. Het STOP conceptueel model is geïmple
menteerd in een XML-schema met tekstmodel
en structuur voor koppeling van geo-informatie
en machine leesbare semantiek (2a). Dit is het
structuurmodel waar alle toepassingen van STOP
aan moeten voldoen. Voor de integratie van tekst,
geo en semantiek en het formeel uitdrukken van
de informatie-inhoud zijn er regels voor UML-
modellering gemaakt (2b). Een STOP generiek
toepassingsmechanisme, IMToepassing (2c), bevat
een XML-schema met de structuur voor beschrij
ving van een STOP-Toepassingsspecificatie. Dit is
een algemeen mechanisme waar alle toepassings
profielen aan moeten voldoen.
Voor de Omgevingswet is er een aparte informa
tieanalyse (3) van de omgevingsdocumenten en
een formele beschrijving in UML van structuur
en vocabulaire per omgevingsdocument. De
uitvoering is met behulp van materiedeskundi
gen uit het werkveld. Het resultaat is een TPOD
conceptueel informatiemodel.
Op basis van vertaalregels gedefinieerd in het
STOP-toepassingsmechanisme en de formele
beschrijving van de semantiek van elk type omge
vingsdocument wordt een vocabulaire gereali
seerd in RDFa (nog in onderzoek) en businessrules
in schematron (4). Beide processen worden zoveel
als mogelijk middels automatische vertaling uit
het TPOD-UML gegenereerd.
Alle informatie die nodig is voor de implemen
tatie-standaard van een specifieke STOP-TPOD,
of het geheel van alle STOP-TPOD specificaties,
komt in een STOP-TPOD standaard (5). Dit is de
eigenlijke standaard waarin alle specificaties zijn
geïntegreerd. De technische omgeving van deze
standaard is een XML-document. In dat XML-
document bevinden zich de referentie naar het
STOP XML-schema, het RDFa vocabulaire en de
schematron regels voor restricties op het STOP
Officiële publicaties
Informatie-analyse
Informatie-analyse
Implementatie regels
voor toepassing stop
verwijst naar
STOP X ML-Schema
STOP
XML-schema
STOP
toepasS mgs'
mechanisme:
kMl schema
JMTpepassifig
Conceptueel model
STOP
TPOD
Conceptueel
UML model.
Per omgevingsdoc
TPOD XML met
implementatie
specificaties:
XML Schema
RDFa Vocabulaire
Businessrules
Figuur 3 - Van de werkelijkheid van officiële publicaties en de Omgevingswet naar informatiestandaarden.