THEMA
Opdeling tussen werk
juristen en GIS-operator
nog hanteerbaar?
to*0* V*""11!
2017-2 I Geo-Info
17
goKnlit
STOP
*S0
Figuur 4 - Gebruik Toepassingsprofiel XML om afgeleide producten te genereren.
XML-schema en regels voor koppeling tussen
vocabulaire en het STOP XML-schema.
Figuur 4 verbeeldt hoe het Toepassingsprofiel
XML wordt gebruikt om de afgeleide producten
te genereren: een toelichting als PDF, business-
rules in Schematron met bijbehorende waarde-
lijsten en vocabulaires. Op basis hiervan kan een
validatieplan worden uitgevoerd. Het Toepas
singsprofiel XML is ook de bron van specificaties
voor maaksoftware. Belangrijk punt hierin is dat
het Toepassingsprofiel de bron is en blijft van
alle afgeleide producten. Verandert er iets aan
specificaties dan gebeurt dat op het niveau van
het Toepassingsprofiel XML.
Het resultaat
Inmiddels zijn er een aantal typen omge
vingsdocumenten in een toepassingsprofiel
beschreven. Analyse van de wet en consultaties
met het werkveld hebben geleid tot modellen
in UML met daaraan gekoppelde objectdefini
ties. Deze zijn nog in concept en worden nog in
verdere iteraties doorontwikkeld. Tegelijkertijd
worden ze ook in de eerste versie van het
STOP-toepassingsmechanisme tot businessrules
vertaald. Op basis daarvan en op basis van
inhoudelijke kennis worden voorbeelddocu
menten gemaakt. Ervaring daarmee wordt
weer teruggekoppeld naar het model van het
document.
In januari is er een nationale consultatie geweest
van de eerste concepten van de standaarden. De
interesse was groot omdat het een onderwerp
is dat leeft bij bronhouders en stedenbouw
kundig bureaus die hier in 2019 mee aan de slag
moeten. Daarnaast zijn er softwareleveranciers en
dienstenaanbieders die kijken naar specificaties
voor maak, beheer en view pakketten. Uit de
consultatie komen een aantal punten naar voren.
Het model wordt onder andere bekeken vanuit
de huidige werkwijze met RO-standaarden. Er is
in het algemeen waardering voor het logische
principe achter het model en dat tekst nu meer
aandacht krijgt in het digitaliseringstraject. Van
de andere kant geeft dat ook onzekerheid over
wat het effect daarvan op het werkproces is. Is
bijvoorbeeld de opdeling tussen het werk van
juristen rond de tekst en de GIS-operator met
de werkgebieden nog hanteerbaar? In deze
consultatieversie van de standaard waren nog
geen implementatie-specificaties voorhanden.
Het mechanisme van het gebruik van triples
om het model flexibel te kunnen beheren rond
een stabiele kern moet dan ook nog landen bij
softwareleveranciers. Het werkveld merkt ook
op dat er nog beperkt aandacht is voor niet-RO
werkterreinen zoals milieu en water. Bijvoorbeeld
is men in de RO al langer gewend om zoveel
mogelijk gebiedsgericht te werken en alleen vlak-
geometrieën toe te staan. In de milieusector zijn
typische zaken als grondmonsters, geluidsbron
e.d. moeilijker als vlak voor te stellen. Men merkt
ook op dat modellering van een artikelsgewijze
tekststructuur anders is dan het meer beschrij
vende karakter van een programma of visie.
Beide opties zitten in het model en zullen bij de
toepassingsprofielen duidelijk zichtbaar worden.
De uitvoerige reactie op de consultatie helpt ons
om de knelpunten van de standaard duidelijk te
krijgen en waar mogelijk aan te passen en ook om
punten expliciet te maken die onderbelicht zijn
of nog niet opgenomen. In de doorontwikkeling
wordt de standaard nu verder uitgewerkt voor
meer typen omgevingsdocumenten en wordt
het mechanisme van het Toepassingsprofiel
getest in samenwerking met het project voor rea
lisatie van de LVBB voor omgevingsdocumenten.
Paul Janssen is expert-geo-
standaarden bij Geonovum
en is als informatiemodelleur
betrokken bij de ontwikkeling
van de informatiestandaarden
voor het DSO. Hij is bereikbaar
via p.janssen@geonovum.nl.
Matthijs Breebaart is expert
informatievoorziening bij het
Kennis- en Exploitatiecentrum
Officiële Overheidspublica ties
(UBRKOOP) van hetMinisterie van
Binnenlandse Zaken en Konink
rijksrelaties. Hij is bereikbaar via
m.breebaart@koop.overheid.nl.