Omgevingswet
Initiatiefnemer ziet in
3D-omgeving of er nog
gebruiksruimte is voor
zijn initiatief
26 I Geo-Info I 2017-2
In eerste instantie zal de focus liggen op 'zien
wat mag'. Op dit moment worden daarvoor
standaarden en toepassingsprofielen ontwik
keld. Die stap is nodig om de volgende stap
te zetten, namelijk: de gebruiker inzicht geven
in wat kan op een locatie. In die stap krijgt de
gebruiker antwoord op de vraag of er nog
gebruiksruimte beschikbaar is. Om die stap
te kunnen zetten, is geo-informatie naar mijn
mening onmisbaar.
Daarbij moet vanzelfsprekend uit worden
gegaan van 3D-informatie. Bij het voor
bereiden van bestemmingsplannen en
afwijkvergunningen wordt nu ook al veel
gebruik gemaakt van 3D-informatie voor het
verrichten van milieuonderzoeken. Vaak wordt
voor ieder aspect een eigen 3D-model in een
eigen -specifiek- softwarepakket gemaakt.
Elk aspect heeft z'n eigen input, (reken)model
met reken- en meetvoorschriften en output.
Dit tamelijk inefficiënte proces is weergegeven
in figuur 2.
De milieuonderzoeken worden verwerkt in
een 2D-verbeelding bij het bestemmingsplan.
Ook stedenbouwkundige randvoorwaarden,
zoals de maximaal toelaatbare bouwhoogte
worden niet in 3D weergegeven. Voor
een beperkt aantal milieuthema's wordt
3D-informatie gebruikt voor monitoring.
Er ligt hier echter geen directe koppeling met
het bestemmingsplan. Ook de initiatiefne
mer werkt steeds vaker met 3D-gegevens.
Een bouwplan wordt door een architect in 3D
voorbereid en het werken met BIM-modellen
Figuur2 - Onderzoeksthema's leveren eigen input.
wordt steeds meer gemeengoed. Voor de aan
vraag van de omgevingsvergunning moeten
echter 2D-tekeningen worden gegenereerd
die worden getoetst aan de 2D-plankaart.
Vervolgens wordt er steeds vaker weer verder
gewerkt met 3D BIM-modellen (bijvoorbeeld
voor het beheer van bestaande gebouwen).
Dit proces is weergegeven in figuur 3.
Opvallend is dat de communicatie tussen
initiatiefnemer en gemeente plaatsvindt op
basis van 2D-informatie. Dit alles leidt tot
informatieverlies. Bestaande gegevens worden
niet voldoende hergebruikt. Dit leidt tot hoge
onderzoekslasten. In het eindbeeld van het
DSO kan 3D-informatie worden benut in het
planproces, bij de toetsing van aanvragen
en de gegevens beschikbaar te stellen voor
derden. De doelstelling is om 'het gat', zoals
weergegeven in figuur 3, op te vullen. Op die
manier worden gegevens hergebruikt,
ontstaat minder informatieverlies, kunnen
mogelijkheden die het omgevingsplan biedt
goed voor derden worden verbeeld en kun
nen onderzoekslasten worden gereduceerd.
- 2 D Ve rbeelding pi an kaart)
2D aanvraag omgevingsvergijnning
Figuur 3 - Gebruik van sD-informatie door gemeente en initiatiefnemers.