ruimtelijke databank nodig. THEMA 2017-2 I Geo-Info 41 (eisen en wensen aan de) (geo)informatievoor- ziening zijn om deze wetswijziging te kunnen effectueren. Want deze operatie gaat echt nog wel een aantal stappen verder dan de invoe ring van een aantal geo-basisregistraties, waar ons werkveld de afgelopen jaren zo druk mee geweest is. Het beeld dat eenieder straks met een enkele muisklik in de 'ruimtelijke databank' moet kunnen zien wat er in de buurt wel of niet kan en mag. Het is nog haast onvoorstelbaar, maar stapsgewijs werken we hier inderdaad naar toe, het is slechts een kwestie van een aantal jaren. De VIVO's maken duidelijk waar de grootste uit dagingen vanuit geo-perspectief de komende periode liggen: Het volledig georefereren en standaardise ren van alle gegevens in documenten en processen en de te realiseren ketensamen- werking (samenwerken als één overheid), noodzakelijk om digitale uitwisseling en toepassing/ raadpleging mogelijk te maken. Het belang van de drie B's (Beschikbaar, Bruikbaar en Bestendig) en van een gelijk informatieniveau voor iedereen, betekent noodzakelijkerwijs veel meer aandacht voor consistentie, volledigheid en actualiteit van de (geo-)informatie. De implementatie van het DSO in combina tie met e-overheidsvoorzieningen en geo- basisregistraties en gefaseerd de verdere realisatie van informatiehuizen. De verkenningen zijn inmiddels afgerond, de standaardisatiediscussie onder leiding van Geonovum is inmiddels in volle gang en we staan aan de vooravond van verdere uitwerking en stapsgewijze implementatie van het DSO. Hiermee ligt voor de komende jaren een enorme kans voor het gehele geo-werkveld om hun kennis en ervaring te tonen en actief bij te dragen aan deze uitdagende 'ruimtelijke databank'. En daarmee om (kennis en gebruik) van geo-informatie daadwerkelijk vraagge- stuurd te laten bijdragen aan de ruimtelijke inrichting, de afweging van belangen en economische ontwikkeling met behoud van omgevingskwaliteit. Want er werd wel regelmatig gesteld dat de helft van de raadsbesluiten betrekking had op ruimte lijke informatie. Maar het was juist vaak dit type informatie dat vaak van beperkte kwaliteit was. En als het al werd gebruikt, dan vaak op analoge kaartjes of kopieën of in PDF-jes. Met de invoe ring van de Omgevingswet gaat geo-informatie echt een rol spelen in de dagelijkse besluitvor ming en wordt ze zichtbaarder, belangrijker en onmisbaar voor management en bestuur. Het geo-werkveld Wat betekent dit voor het geo-werkveld? Alle plannen en regels moeten geogerefereerd wor den. De geo-experts zullen zich wel echt moeten verplaatsen in de vraag, dat is nooit het sterkste punt geweest. De geo-experts wisten vanouds wat de beste manier is om de werkelijkheid weer te geven, vaak ten behoeve van processen waar andere professionals weer gebruik van maken. In de ruimtelijke inrichting richtte het zich sterk op maatvoering en grondtransacties, met focus op nauwkeurigheid. De geo-experts zullen zich vooral faciliterend moeten opstellen naar specialisten uit de juridi sche en de verschillende ruimtelijke disciplines, zowel in beleid en planvorming en in uitvoering zoals vergunningverlening. Proberen eigen kennis en kunde in dienst van de vraag stellen. Minder op de precisie en nauwkeurigheid, meer op bruikbaar en beschikbaar, maar wel betrouw baar en bestendig. Hoewel de uitdaging een stuk groter is dan bij de implementatie van de basisregistraties zijn er wel verschillende ervaringen uit die recente periode te benutten. Denk aan de omschakeling in standaardisatie, inrichting van bronhouders en landelijke voorzieningen en specifiek in de vergelijking met de BGT: herhaling van het geza menlijk bronhouderschap met een groot aantal bronhouders vanuit alle vier bestuurslagen. Die ervaring en de geleerde lessen kunnen bij uitstek vanuit het geo-werkveld worden ingebracht. Het is waarschijnlijk de grootste kunst om met behulp van 'geo', straks in gestandaardiseerde 'Jip en Janneke-taal' de burgers mee te nemen in ruimtelijke plannen en de mogelijkheden (wat mag en wat kan) in het fysieke domein. Vraag- gestuurd gaan aansluiten op de belevingswereld van de burger, voorwaar een forse uitdaging. Maar dit gaat er ook voor zorgen dat de burger op andere manieren met geo wordt geconfron teerd en gaat gebruiken. En dat daarmee geo stapsgewijs gemeengoed gaat worden. Op een andere manier dan in het verleden de Bosatlas of Michelin-kaarten of het gebruiken van de TomTom. Allemaal mooie door de consument gewaardeerde informatieproducten, stuk voor stuk om trots op te zijn, maar feitelijk uitsluitend informatieverstrekkend en nog veel minder in de sfeer van 'decision support'. De mega-operatie om een goed functionerend DSO te realiseren, zal ongetwijfeld ook een nieuwe dynamiek brengen in het geo-werkveld. Verschillende opleidingen die meer geo in het curriculum zullen gaan onderbrengen. De markt wordt verder uitgedaagd toepassingen, tools en apps te ontwikkelen die aansluiten op het DSO. De overheden die innoveren om eigen mede werkers nog slimmer en efficiënter te kunnen laten werken en de burgers nog beter van dienst te zijn. Maar vooral de burger die thuis achter zijn pc als initiatiefnemer aan de slag kan of als belanghebbende kan reageren op of participe ren in ruimtelijke vraagstukken. Slot Met de Omgevingswet krijgt geo-informatie een cruciale rol in ruimtelijke inrichting. Dat betekent een enorme kans en impuls voor de huidige geo- experts bij de overheid, kansen voor de markt en geo-informatie komt zo in beeld bij de burgers. Met kansen voor opleidingen en verbreding van de competenties. Geo wordt op deze manier steeds meer gemeengoed. Voor de geo-informatie is het akkoord 'Bruggen bouwen' dus zeker van belang geweest, zoals voor het bouwen van bruggen goede geo- informatie van cruciaal belang is! Wim van Pijkeren is sr. adviseur informatievoorziening bij Arcadis. Hij is te bereiken via wim.vanpijkeren@arcadis.com.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2017 | | pagina 43