De modelgebruiker bestaat niet! THEMA Column 2017-2 I Geo-Info De Omgevingswet schijnt de grootste juridische hervorming te zijn sinds onze Grondwet. Waarom weet ik niet precies, maar het klinkt wel indrukwekkend. Wat ik wel zeker weet, is dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) als ICT-opgave niet zal onderdoen voor de juridische opgave. Ikvolg de ontwikkelingen rond het DSO nu al een paar jaar. Als consultant op het snijvlak van data en leefomgeving ver wacht ik veel van het DSO, maar mijn verwachtingen worden de laatste tijd getemperd. De reden? Modelgebruikers. De ontwikkelaars van het DSO stellen de eindgebruiker centraal. Deze eindgebruikers passen in drie hokjes: initiatief nemers, belanghebbenden en het bevoegde gezag. DSO pro beert de 'customer journey' van deze gebruikers zo vriendelijk en laagdrempelig mogelijk te maken. Vanaf het eerste, prille besef dat je een schuurtje wil bouwen tot het moment daar is dat je van de gemeente een vergunning mag ontvangen: het DSO is er voor je, en neemt je aan de hand. Het systeem laat je kennismaken met de mogelijkheden op jouw grond: wat mag hier, en waarom mag iets niet? Welke regels stellen dat, en wie zijn belanghebbend bij jouw schuurtje? De reis zal voor de vergunningsambtenaar en belanghebbenden al even comfortabel zijn. Begrijp mij niet verkeerd, ik ben hier allemaal ontzettend vóór. Het is nog altijd te lastig om in Nederland iets kunnen doen met je eigen grond of bedrijf, en de regels zijn nog steeds te ingewikkeld voor mensen die er niet hun brood mee verdienen. Wat is dan het gevaar? De focus op drie 'modelge bruikers' is eenzijdig, en laat mogelijk vele toepassingen van het DSO liggen. Ik ben in mijn werk gewend om data te gebruiken voor andere doelen dan waar het ooit voor bedoeld was. Zo gebruik ik rioleringsgegevens van gemeentes om rest- warmtepotentie in een wijk te bepalen, gebruik ik de BGT om de vraag naar elektrische laadpalen te voorspellen, en gebruik ik werkgelegenheidscijfers om kantoorpanden een andere functie te geven. Je kunt dit zien als een pleidooi voor open data: je kunt nooit van tevoren inschatten waar een dataset wel niet goed voor is. Daarom is het beter om hem openbaar te maken, zodat anderen die toepassingen kunnen vinden wanneer een maatschappelijke of commerciële vraag zich voordoet. Wanneer ik denk aan het DSO komen er bij mij allemaal spannende vragen naar boven. Welke woningtypen worden het vaakst verbouwd? Waar zijn gemiddeld gezien de minste belanghebbenden voor een windmolenvergunning? In welke gemeente halen initiatiefnemers het snelst de eindstreep, en waar haken ze juist af? Al dit soort vragen kunnen straks beantwoord worden met het DSO, mits het systeem zo wordt ontworpen dat wij met z'n allen bij die data kunnen. Zo is er naast de modelgebruikers, nog een onbekend aantal andere gebruikers die toepassingen kunnen maken met het DSO. Deze onbekende gebruikers kunnen we nu niet voorzien en dat moeten we ook niet proberen, maar we moeten ze wel faciliteren. Dat kan bijvoorbeeld door via een API openbare informatie te ontsluiten over het berichtenverkeer in het DSO, of door informatieproducten niet alleen in 'presentatievorm' te ontsluiten, maar ook door de fysieke brondata erachter beschikbaar te stellen vanuit de informatiehuizen van de Omgevingswet. Met andere woorden: het DSO als digitale snelweg die niet alleen van A naar B leidt, maar die ook afslagen heeft waar data kunnen afslaan naar een nieuwe, nog niet bekende toepassing. Als wij dit mogelijk maken, geloof ik dat het DSO nog meer waarde kan creëren voor de samenleving dan ze nu al beoogt, en dat zou pas echt indrukwekkend zijn! Rob Geldof Over Morgen rob.geldof@overmorgen.nl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2017 | | pagina 47