A
Omgevingswet
Omdat je huis
nooit af is...
Si?' o
r?
54
Geo-Info I 2017-2
geldt dat niet alle informatie in het domein
nu al 'open data' is en dat zal vooralsnog ook
niet direct veranderen. Aandachtspunten
liggen dan ook in het goed afstemmen in tijd
en scope van lopende programma's en het
Informatiehuis EV in aanbouw.
Externe veiligheid: Wat is hier en
wat kan hier
Geredeneerd vanuit de vraag 'Wat is hier?' is het
voor de realisatie van initiatieven belangrijk
welke kwetsbare activiteiten en welke risico
volle activiteiten en hun geografische impact
bij calamiteiten in de omgeving van belang zijn.
In het registratiebesluit en het besluit externe
veiligheid staan definities van wat risicovolle
en kwetsbare objecten zijn. Als gevolg van de
modernisering van het beleid en de Omge
vingswet komen hierin nog veranderingen.
Voor het antwoord op de vraag 'Wat mag
hier?' is informatie uit ruimtelijke plannen van
belang, zowel voor het kunnen vestigen van
kwetsbare objecten als risicovolle activiteiten.
Tot slot zijn er een aantal complexe rekentools
die gebruikt worden voor het bepalen van
risico contouren en beïnvloedingsgebieden
zoals de LPG-tool, SAFETI en anderen. Wellicht
worden deze deels vereenvoudigd door
standaard richtlijnen voor afstanden en wel
licht ook voor rekenmethoden in de nieuwe
wet- en regelgeving, maar dit staat nog ter
discussie.
Ook voor deze producten geldt dat er verschil
lende verschijningsvormen zijn waarin de gege
vens tot de gebruiker worden gebracht: van
herbruikbare datasets in services tot digitale
kaarten tot in een loket geïntegreerde reken
tools. Zorg voor GB'-gegevens staat daarbij
vanzelfsprekend hoog op de prioriteitenlijst.
INSPIRE Informatiehuizen?
De EU-richtlijn INSPIRE is een internationale
richtlijn die zowel technische- als kwaliteits
richtlijnen (de zogenoemde TG en QoS) als
conceptuele datamodellen op (milieu)thema's
omvat. Hergebruik van het INSPIRE-concept
ligt bij het ontwerp van Informatiehuizen
voor de hand: op conceptueel niveau heb je
het immers om het inwinnen, transformeren
en uitserveren van kwalitatief hoogwaardige,
geharmoniseerde en gevalideerde gegevens.
Het eenvoudigste is het hergebruik van de
technische kaders en richtlijnen. Het denken
in data-infrastructuren en knooppunten
(SDI), openheid en hergebruik als uitgangs
punten en het stellen van generieke eisen
aan beschikbaarheid, actualiteit en vorm
van informatie heeft de geo-ontwikkelingen
zeker vooruit geholpen. De vraag van de
gebruiker moet daarbij wel centraal blijven
staan. Is er een andere vorm beter passend bij
het gebruik? Liever een pdf-je dan een WMS?
Ofeen andere eis aan actualiteit? Dan moeten
we niet blijven vasthouden aan kaders die niet
passen bij de wensen van de gebruikers.
Voor de datamodellen en standaarden ligt
hergebruik ook genuanceerd. Na drie jaar
INSPIRE-implementatie (2013, annex III) is het
gebruik van het INSPIRE-aanbod aan datasets
in Nederland nog niet vanzelfsprekend.
Als bepaald moet worden of INSPIRE qua
informatiemodellen toepasbaar is, dan zou in
r it «mi
rVVui'
Os «jj
Legenda
Op&lag gt'ViVi 11 Horren
O0 t
L cl r* t li l
Figuur 3 - Opslaglocaties en risicocontour: informatieproducten voor externe veiiigheid.