hoe?
l
THEMA
1
-*
2017-2 I Geo-Info
71
Figuur 2 - BGT situatie waarbij de huidige 2D-aanpak voor de BGT problemen geeft bij pD-ingewonnen
basisdata. Bron: Provincie Noord-Brabant.
1-6 alleen in de tunnelvlakken en is de grens
van het maaiveld a-b. Maar zonder toevoeging
van punten wordt er in de maaiveldcheck een
fout geconstateerd, namelijk een overlap tussen
twee buur-polygonen die niet dezelfde vertices
delen. Dit kan alleen verholpen worden door de
punten 1 t/m 6 ook toe te voegen aan de grens
van het groene vlak tussen a en b.
Een belangrijke stap voor 3D BGT-ontwikkelin-
gen is dat bronhouders die in 3D inwinnen beter
worden gefaciliteerd. Het simpelweg weglaten
van een z-coördinaat en deze later weer
toevoegen waarbij ook nog eens de aansluiting
op 2D BGT-data van buur-bronhouders wordt
behouden, is onmogelijk. Dat betekent op dit
moment meerwerk voor BGT-bronhouders
die hun basisdata in 3D beheren. Om gebruik
te maken van de meerwaarde van 3D zou het
andersom moeten zijn: de 3D BGT-bronhouders
zouden een voorbeeld moeten zijn voor hoe
3D zou kunnen worden geïmplementeerd in de
landelijke voorziening. Terwijl het inwinnen van
3D basisdata nu juist wordt afgestraft.
Optie 2: Automatisch genereren
van 3D IMGeo data
Het automatisch genereren van 3D IMGeo
data uit de 2D BGT is sinds kort ook mogelijk. In
samenwerking met onder andere Kadaster heb
ben we in Delft open source software ontwik
keld die 2D GIS datasets omzet naar 3D door
elke polygoon te verheffen naar 3D: 3dfier (2017).
We maken hier deels gebruik van principes die
eerder door Universiteit Twente zijn ontwikkeld.
De software haalt de hoogte uit een puntenwolk
en gebruikt de semantiek van elke polygoon
om daadwerkelijk naar 3D te komen: water
polygonen worden weergegeven als horizon
tale polygonen, gebouwen als LoDi blokken,
wegen als egale oppervlakken, enzovoorts. Van
elke polygoon wordt een TIN gereconstrueerd.
Deze TINs worden samengebracht zodat er één
sluitend digital surface model (DSM) ontstaat.
De reconstructie van 3D BGT met deze tool
werkt als volgt. Alle polygonen die tezamen het
maaiveld vormen worden geselecteerd. Voor de
BGT zijn dat:
Wegdeel
Ondersteunend wegdeel
Onbegroeid terreindeel
Begroeid terreindeel
Waterdeel
Ondersteunend waterdeel
Pand
Overig bouwwerk
Kunstwerkdeel
Scheiding
Voor deze polygonen worden de hoogte
punten geselecteerd die binnen de polygoon
vallen. Vanwege een mogelijke mismatch tussen
de hoogtepunten en de polygonen gebeurt
dat met een buffer van bijvoorbeeld één meter
(door de gebruiker zelf te bepalen). Vervolgens
worden voor iedere vertex van de polygoon
z-waarden toegekend die statistisch berekend
zijn aan de hand van de geselecteerde hoogte
punten. Voor de klassen 'vegetatie' en 'terrein'
worden er ook hoogtepunten toegevoegd
binnen de polygonen. Vervolgens worden er
verticale muren gereconstrueerd voor gebou
wen (panden in de BGT) en ook op locaties
waarbij het hoogteverval tussen twee buurpo-
lygonen hoger dan een gesteld maximum is,
bijvoorbeeld bij rivierkades. Daarnaast worden
grenzen van aanliggende polygonen naar elkaar
toegerekend.
Lvrccin uiLcr
bcgpodd IfrmndccL
pas tl
llrgrddJ lOTfalukfll
_ptrf crJjlc 9Ü
[g
igraüdiSddt; ïrao^ie
W-jUCfik! aiiuirai
1
Figuur 3 - Het opbouwen van pD-data met pdFer: hoogtepunten worden per 2D-vlak geselecteerd en op
basis van klasse-speciFeke regels en buurvlakken opgetrokken totpD.