Omgevingswet
6 I
DSO is vooral een
groot ketensamen-
werkingsvraagstuk
Geo-Info I 2017-2
Beleltispla n nlng
tin dctcilSialc 1
regelgeving
Wel-en rijks
regelgeving
UJlvotrlnp
touJcht
Kfindhiivlng
Vervolging!
RcCJitapr.l.'ih
Beleidsdomein Fysieke Ne-cfomgeving
Weiten OOO
AMvB's 00 O
MR's 000
Vergunningaanvragen Q0
Omgevmgsvergunningen ÖÖOOO
MeWingan OdiüHE1
Onlhclfingdn OOOO
Omgniïingsvisius OOO Alronilimdo hnovum
piannrm wi Prog^mma'i Vwrtwuikondiaingan
OmganngivdftU^enlnjöfi OOO AArtüegspifion PVi
Oingoyingipiunnart OOOO
Watorvwordenlngan OOO
ProfcctbosAjildn 00
Dwangsommen
BeHuursdwangen
BeïluuitqKe boale&
PHoctrsson-HHtiral
Uitspraken
Sapotï
SehikJiin^w
Q Overhsid.nl 'wallen
0 Overhsid.nl 1 regelingen
PdimLahjkeptannen.nli
0 Ovsrtieid.nl vergunningen
0 Ovsrtield.nO bskendrnpiingsn
0 Ovflflield.nl r allendenm
0 MjjnrOverheid lepsnde zsksn
MijnOvertieid I berichtsnbox
0 Anlwoord I DitnchtflritMX
0 Omgsvingskikst onlins
0 AIM
0 Annce
Figuur 2 - Keten die door DSO wordt bediend en beschikbare centraie systemen. Bron: Aan de siag met de Omgevingswet.
nemen. We weten dat de maatschappij vraagt
om één overheid, dus mensen gaan vragen
stellen als er verschillen in terminologie zijn."
Naast het verbeteren van de dienstverlening
gelooft Bert dat er een intrinsieke motivatie zal
zijn om tot standaardisatie te komen; het kan
de beheerlasten bij overheden terug dringen.
"Het DSO gaat overheden helpen om de
dienstverlening te verbeteren", vult Pieter aan.
"Momenteel wordt gewerkt aan standaarden
voor omgevingsdocumenten, waaronder
een informatiemodel. Hier komen regels en
het geografisch werkingsgebied samen."
In het informatiemodel worden namelijk
tekst en geometrie verbonden doordat er
afspraken over de logica en structuur van
de regels (tekst) en de wijze van duiden van
het werkingsgebied (geometrie) worden
gemaakt. Geen (beleids)regel meer zonder dat
de gebruiker weet tot waar die geografisch
gezien reikt. En dat geldt voor alle regels van
alle overheden en voor elk gebied. Ik begrijp
dat de kaart inderdaad centraal staat.
Gebruikerswensen rode draad
in ontwikkeling DSO
En dan de gebruiker, hoe wordt die nu al
betrokken bij de ontwikkeling van het DSO?
"Eén van de projecten die door het pro
gramma DSO is uitgevoerd, betreft 'klantrei-
zen'", antwoordt Pieter direct. Wanneer over
heden straks hun dienstverlening via het DSO
gaan aanbieden, dan moet dit wel voldoen
aan de wensen van de gebruikers. Om die
in beeld te brengen, zijn de drie gebruikers
groepen initiatiefnemers, belanghebbenden
en bevoegde gezagen concreet gemaakt in
typeringen van klanten. De klantreis is dan
eigenlijk de route vanaf de vraag van die klant
door het hele systeem (oriënteren, indienen,
besluiten) tot het antwoord. De wensen of
behoeften die zij aan informatievoorziening,
dienstverlening en ondersteuning stellen, is
op die manier geanalyseerd. Er is veel input
opgehaald. Verbeteringen zijn vertaald in
dienstinnovaties, zoals een soort 'track&trace'
op de vergunningaanvraag. Laagdrempelige
innovaties worden direct meegenomen, over
andere moeten eerst de overheidsbesturen
zich buigen. "Verder werken we met business
liaisons managers. Dit zijn schakels tussen het
programma en de bevoegde gezagen. Via hen
halen we ook constant wensen en behoeften
binnen", geeft Bert aan.
Terwijl Pieter al tijdens de definitie- en de
kwartiermakersfase van het DSO, toen nog
aangeduid met de metafoor Laan van de
Leefomgeving, betrokken was, is Bert nieuw
op het dossier. Sterker nog, met zijn ICT-
achtergrond in het sociale domein, brengt hij
een neutrale blik mee. En lessen, getrokken uit
zijn eerdere ervaringen: "Maak dingen klein.
De plannen zijn overweldigend, die moet je in
behapbare stukjes hakken. Door te comparti
menteren doe je ook aan risicoreductie."
In de praktijk is de werkwijze Agile, dus ont
wikkelen in sprints met incrementen waarin
het resultaat wordt opgeleverd en beoor
deeld. Bert: "De hele keten moet werken,
we beginnen dus als het ware met een dun
draadje. Werkt het, dan kunnen we complexi
teit toevoegen." "Zo testen we bijvoorbeeld
een eerste versie van een omgevingsdocu
ment", gaat Pieter verder. "Lukt het deze de
hele keten door te loodsen? Kunnen de XML's
ingelezen worden? Werken de koppelvlakken?
Dat soort zaken." Op deze manier komt men
er snel achter waar nog onvolkomenheden
zijn en is het nog relatief eenvoudig (en
goedkoop) om zaken alsnog goed te doen.