3D-ondersteuning in het DSO:
droom of werkelijkheid?
O
u~)
ru
CD
CD
Column
2017-3 I Geo-Info
De vorige Geo-Info was een themanummer over de
Omgevingswet. Op de voorkant stond de veelzeggende titel:
'Omgevingswet en geo-informatie: een eeneiige tweeling.
Oftewel: Met één klik op de kaart zien wat mag en kan. De
doelstelling van het DSO is dat de gebruiker met deze klik op
de kaart weet welke regels er binnen een bepaald gebied
van kracht zijn en dat zij met deze klik ook gegevens over de
fysieke omgevingskwaliteit kan raadplegen.
Conceptueel lijkt het bouwen van het DSO een logische
stap en lijken de kansen voor geo-informatie hierbij vanzelf
sprekend. Maar op het moment dat er concreet gebouwd
moet worden aan een infrastructuur waarbij informatie vanuit
verschillende organisaties en verschillende domeinen bij
elkaar moeten komen, zien we hoe torenhoog de ambities
van DSO en de Omgevingswet eigenlijk zijn.
Met een 3D-benadering kan informatie over de leefomge
ving veel nauwkeuriger kenbaar worden gemaakt. Maarwor-
den hiermee de ambities voor het DSO niet alleen maar veel
hoger? Ik denk dat dit meevalt.
Allereerst is er de perceptie dat alles wat met 3D te maken
heeft, kostbaar zou zijn. Dat is allerminst waar. Zeker als
direct wordt aangesloten op de werkelijke 3D-data behoefte,
hoeft 3D niet altijd duur te zijn. Een versimpeling van de
3D-werkelijkheid volstaat in veel toepassingen of is daar zelfs
meer gewenst. Bij de term 3D NL wordt vaak gedacht dat we
van heel Nederland een soort Virtual Reality-schaalmodel
maken, waarbij je als het ware door elk gebouw kunt lopen
of elke omgeving van alle kanten kunt bekijken, alsof je in
de echte wereld loopt. Dat is duur in opbouw, onderhoud
en ontsluiting en niet per se iets waar we de Omgevingswet
verder mee helpen. Van 2D-informatie weten we ook dat het
niet de werkelijkheid één op één weergeeft. Dat hoeft bij 3D
daarom ook niet om toch het gewenste doel van het DSO te
bereiken: alle relevante informatie over een bepaalde locatie
samenvoegen in een model. Het gaat dus nadrukkelijk niet
om een immens schaalmodel van Nederland te bouwen dat
ook nog eens tot op de dag (of uur?) nauwkeurig actueel is.
Dat zou veel te duur zijn en het doel van de Omgevingswet
voorbijschieten!
Daarnaast is er nog een andere reden waarom de ambi
ties van het DSO niet gigantisch veel groter worden met een
3D-aanpak. Er is namelijk al veel 3D-informatie beschikbaar en
ook veel toepassingen werken al met 3D-data. Om te com
municeren over de leefomgeving vertalen we die informatie
vaak terug naar het platte vlak! Een veel gebruikt voorbeeld is
geluid. Een geluidstudie dient te worden uitgevoerd volgens
vastgelegde rekenvoorschriften welke zijn gesteld in 3D met
geluidsbelasting berekend op x, y, z coördinaten. Maar geluid
studies leveren veelal een rapport met 2D-geluidskaarten.
We maken hier dus niet optimaal gebruik van 3D-informatie
die er al is.
In de vorige Geo-Info schreven we ook over de tech
nische mogelijkheid om uit 2D BGT en puntenwolken een
3D-representatie van de werkelijkheid te genereren (gereali
seerd in een samenwerking met Kadaster, TU Delft, Cyclome-
dia en Esri).
Het ontsluiten van deze typen 3D-informatie sluit goed
aan bij hoe bijvoorbeeld architecten ontwerpen in BIM. Alsje
bij zo'n ontwerp meteen al kunt putten uit een centrale
3D-dataset, kun je veel gedoe achteraf voorkomen. Je kunt
meteen bepalen of iets voldoet aan de gestelde eisen en
normen (zon/schaduw eisen, geluidsbelasting) of dat de
samenstelling van de geologische ondergrond (ook al vele
jaren beschikbaar in 3D!) geen risico vormt voor een gepland
bouwwerk.
De grootste uitdaging nu is dat we erin slagen om al
die 3D-informatie die er al is technisch aan elkaar te knopen.
Deverschillende domeinen zoals geluid, luchtkwaliteit,
geologie (BRO), bouw en geo hebben nu stuk voor stuk
verschillende datastructuren, verschillende informatiemodel
len, verschillende update mechanismen en een verschillende
blik op de werkelijkheid. Hoe gaan we deze verschillende
3D-benaderingen integreren tot een zinvol geheel en zijn
we daarbij bereid om over elkaars schutting heen te kijken?
Daar zullen we de komende tijd in moeten investeren.
Het lastige daarbij is de complexe businesscase. Heel veel
partijen, waaronder overheden, hebben straks baat bij een
holistische kijk op 3D, maar niemand is er echt van. Dus wie is
de probleemeigenaar? Met het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu, Geonovum, Kadaster en Rijkswaterstaat bekijken we
momenteel hoe we kleine stappen kunnen maken richting
3D-oplossingen voor het DSO.
Een 3D-aanpak voor het DSO: veel is nog onzeker maar
we weten dat het zal komen. Kijk bijvoorbeeld naar hoe vaak
3D wordt genoemd in de artikelen in het vorige themanum
mer. Het is nu aan organisaties, informatiehuizen, basisregistra
ties enzovoorts om elkaar op te zoeken op de raakvlakken van
wat al mogelijk en beschikbaar is.
Jantien Stoter
Hoogleraar 3D GeoInformatie aan de TU Delft en
tevens werkzaam bij Kadaster en Geonovum.
j.stoter@geonovum.nl