Het Level of Detail van 3D
een bekend maar nauweli
'Level of Detail' (LoD) is een
veelgebruikt begrip in de 3D-geo-
informatie wereld. Het detailniveau
van 3D-data speelt een rol bij de
verschillende stappen in de 3D
informatieketen, van inwinning
tot gebruik. LoD is ook een van
de belangrijkste basisprincipes
van de internationale standaard
CityGML, waarop de optionele
3D uitbreiding van IMGeo is
gebaseerd. Afhankelijk van de
toepassing modelleert deze
standaard 3D-data op hoog of laag
detailniveau. Maar in praktijk roept
het gebruik van het detailniveau
van stadsmodellen nog veel
vragen op.
12
Geo-Info I 2017-5
Door Filip Biljecki, Hugo Ledoux en
Jantien Stoter
Filip Biljecki heeft hier de afgelopen jaren, onder
begeleiding van Hugo Ledoux en Jantien Stoter,
als eerste onderzoek naar gedaan en concludeert
bijvoorbeeld dat het niet altijd zin heeft naar een
zo hoog mogelijk detailniveau te streven. Filip is
in mei 2017 cum laude gepromoveerd aan de TU
Delft op dit onderwerp (zie figuur 1). Dit artikel vat
zijn belangrijkste bevindingen samen.
Het principe van detailniveau (zie kader) afge
stemd op gebruik van 3D-data is belangrijk voor
de haalbaarheid en toepasbaarheid van 3D.
Vaak denkt men bij "3D" dat de representatie
de werkelijkheid 1-op-i weergeeft. Dit schept
verkeerde verwachtingen voor 3D: een fraaie
visualisatie van de werkelijkheid met textuur en
details als schoorstenen, dakkapellen en anten
nes vraagt veel (handmatig) werk. Zeker als dit
model uit objecten dient te bestaan met (actuele)
attribuutwaarden. Hierdoor lijkt 3D vaak onterecht
duur en complex. Heel veel toepassingen zijn
juist gebaat bij een veel minder gedetailleerde
3D-modellering. In 2D vinden we het heel gewoon
om, afhankelijk van de toepassing, data op meer of
minder detailniveau (schaal) te modelleren. Maar in
3D is deze benadering veel minder gemeengoed.
Belangrijker dan een hoog detailniveau is dan
ook kwaliteit van de data, dat wil zeggen actua
liteit, correctheid, consistentie, aansluiting op de
informatiebehoefte, etc.
Het detailniveau zoals bijvoorbeeld CityGML
voorschrijft, is belangrijk gebleken bij de
acceptatie en implementatie van 3D-stads-
modellen. Desondanks zijn er nog steeds veel
Afhankelijk van de toepassing worden objecten in 3D met minder of meer detail gemodel
leerd in de internationale 3D standaard CityGML (zie figuur 2). Neem bijvoorbeeld een
gebouw. Op LoDo kan een gebouw worden gemodelleerd door middel van een horizon
tale surface voor de footprint of dakgoot; op LoDi door middel van een blokmodel; op
LoD2 krijgt het blokmodel dakvormen; op LoD3 komt daar informatie over deuren, ramen,
schoorstenen en dakkapellen bij; en LoD4 modelleert ook de binnenkant van gebouwen.
Het is inmiddels breed geaccepteerd jargon om gebouwen met dakvormen als LoD2
gebouwen aan te duiden, zelfs als ze niet zijn gestructureerd in CityGML maar in een ander
data-model of -formaat. Ook voor andere objecttypen modelleert CityGML verschillend
detailniveaus. Al is de uitwerking hiervan in de standaard nog minimaal.
7 LC20 f LOD2 LOD3
Figuur 2 - De detailniveaus voor gebouwen in CityGML.
Figuur 1- Foto van de promotieplechtigheid (links) en omslag