Het streven naar een detailniveau LoD2 in plaats van LoDi kan visueel aantrekkelijk zijn maar levert voor ruimte lijke analyses niet altijd significant meer op CityGML maakt geen onderscheid in verschil lende alternatieven van eenzelfde LoD 14 Geo-Info I 2017-5 Figuur 4 - Meer detail in LoDi-representatie dan in LoD2. Het kan zelfs zo zijn dat de LoDi-footprint meer detail kent dan LoD2, zie figuur 4. De huidige CityGML-standaard maakt geen onderscheid in al deze variaties en al deze alternatieven voor eenzelfde LoD zijn dus mogelijk. Deze vrijheid in modellering is in de praktijk niet handig omdat een standaard juist bedoeld is eenduidigheid te geven. Een verbeterd LoD concept Daarom hebben we mogelijke LoD alternatie ven van 3D-stadsmodellen verder uitgewerkt in een formeel kader op basis van een uitge breide analyse van bestaande 3D-datasets, bestaande inwinrichtlijnen en beschikbare tenderprocedures. Hiervoor hebben we ook gekeken naar hoe 3D-data in praktijk wordt ingewonnen en gereconstrueerd. We stellen een LoD-opdeling voor op basis van criteria zoals de aanwezigheid van specifieke elementen (dakoverstek, muur, dakkapel, schoor steen) en het kleinste geometrische detail (zoals een uitbouw) dat nog kan worden gemodel leerd. De gebruiker kan specifieke parameters opgeven voor de verschillende onderdelen en heeft zo een methode om 3D-data specificaties veel nauwkeuriger te duiden. Misverstanden tus sen bijvoorbeeld opdrachtgevers en inwinners zoals die zich nu in praktijk voordoen, kunnen op deze manier worden voorkomen. Wij hebben dit kader toegepast om het LoD- concept van CityGML voor gebouwen nader te specificeren. Dit resulteerde in een LoD- specificatie met 16 LoD-varianten, zie figuur 5. Dat deze verfijnde specificatie een informatie behoefte vervulden binnen 3D-stadsmodel- lering, blijkt uit het feit dat een aantal landen (Polen, Singapore en Zweden) deze verfijnde specificatie i-op-i heeft overgenomen in hun nationale standaarden. En ook de OGC heeft het LoD-concept verbeterd in de nieuwe versie van CityGML(3.o) op basis van ons werk. Relatie tussen hoog detailniveau en kwaliteit van 3D ruimtelijke analyses Het lijkt vanzelfsprekend: hoe meer detail in 3D, hoe beter de uitkomsten van 3D ruimtelijke ana lyses. Maar net zoals in computer graphics heeft het omgaan met fijne LoDs ook een keerzijde: het is moeilijker de data in te winnen (een hoog detailniveau is niet meer volledig automatisch in te winnen en vraagt dus handwerk), het vereist veel meer dataopslag en het gebruik van gede tailleerde LoD data in ruimtelijke analyses kan traag zijn (of niet mogelijk!). Bovendien is er nog maar weinig onderzoek gedaan of een gedetail leerder LoD daadwerkelijk betere resultaten oplevert als het wordt gebruikt in 3D ruimtelijke analyses. Ook dit hebben we onderzocht. Hiervoor hadden we 3D-data nodig op verschil lende detailniveaus en voor ieder detailniveau ook nog eens met verschillende nauwkeurigheden. Zulke 3D-data is natuurlijk niet voorhanden. Daarom hebben we deze verschillende 3D-data- sets procedureel gegenereerd. Hiervoor hebben we (open source) software ontwikkeld RandomgD- LODx.O LODx.L LOD k.2 LODk.3 LODO LOPOJJ LOWVI LODO,2 LODO.ï LODI LODIjO LODU LÜÖL2 LODl.J LOD2 IOD2D IOD2.I LOD2.2 LOPI.J LOOJ.Ü LQD3.I LODÏ.2 LOD3.Ï Figuur 5 - De verfijnde LoD-specificatie voor gebouwen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2017 | | pagina 16