anisatie
I
Strategie
Gegevensmanagement
EMI
2017-5 I Geo-Info
23
A*
s
winst boeken door de eigen randvoorwaarden
rondom datakwaliteit, zoals de beheerprocessen
en rollen, op orde te brengen. Vooral als daarmee
op alle niveaus het bewustwordingsproces op
gang gebracht wordt, het onderwerp serieus
genomen wordt en op de agenda komt te staan.
Organiseren
We weten allemaal dat werkzaamheden niet
goed of minder efficiënt uitgevoerd worden
als niemand er verantwoordelijk voor is en als
betrokkenen onvoldoende weten welke bijdrage
zij moeten leveren. En dat de kans op succes
kleiner is als er geen planning is of het budget
te kort schiet. En ook dat het resultaat van de
werkzaamheden er op vooruitgaat als duidelijk
is welke normen er gelden en welke standaards
moeten worden gebruikt. Die dingen moeten
allemaal georganiseerd zijn, wil er een product
uitkomen. De website van DataONE [3], het 'Data
Observation Network for Earth' geeft een aantal
'Best Practices' op dat vlak.
Om erachter te komen hoe het staat met beleid,
budget en taaktoedeling op het vlak van de
omgang met geodata kan benchmarking worden
toegepast: kijken waar je staat en dan verbeteren.
Onder 'Fitness for use' verstaan we
geschiktheid voor een bij productie
onbekend doel (zie ook Joseph Juran [1]).
Dat is iets anders dan 'Fitness for purpose'
waarmee geschiktheid voor beoogd
gebruik wordt bedoeld. Om het verschil
hiertussen helder te krijgen wordt voor
Ffu ook wel de term 'externe kwaliteit'
gebruikt en voor Ffp: 'interne kwaliteit'
(Devillers en Jeansoulin, 2005 [2]).
Met interne kwaliteit wordt bedoeld: de
mate waarin de dataset overeenkomt
met een gespecificeerd doel. Onder
externe kwaliteit wordt verstaan: de
mate waarin de dataset overeenkomt
met gebruikersbehoeften in een
gegeven situatie. Zowel interne als
externe kwaliteit zijn te toetsen door
voor een aantal kwaliteitsaspecten de
eigenschappen van de data met een set
normen te vergelijken. Bij interne kwa
liteit toets je aan de productienormen.
Bij externe kwaliteit kunnen dat per
gebruik verschillende normen zijn, want
ieder gebruik stelt weer andere eisen.
i
Organisatie
Financiën
Legrimd*
^wfiniiiH.c
9At» iPDSUltitE
Figuur 3 - Het dashboard toont de resultaten op hoofdlijnen.
Benchmarken in het geodomein
Benchmarken in het geodomein is niet nieuw.
Nexpri werkte een paar jaar met de zelf ontwik
kelde methode Benchmark-GEO. Die dekte
de volle breedte van het geodomein binnen
organisaties. In de afgelopen jaren hebben diverse
gemeenten en provincies Benchmark-GEO
toegepast. Hun ervaringen zijn onder andere dat
een benchmark een goede spiegel voorhoudt, de
eigen sterke en zwakke punten zichtbaar maakt,
inzicht geeft waar en hoe efficiënter en effectiever
gewerkt kan worden, de onderlinge communica
tie vergroot en verbetert en bijzonder leerzaam is.
Maar ook een benchmark zelf moet zich ontwik
kelen en verbeteren. Benchmark-GEO wordt
opgevolgd door GeoWijzer, een professioneel
instrument waarmee de deelnemers de organisa
tie van hun processen kunnen verbeteren.
Gebruik GeoWijzer
GeoWijzer wordt telkens als 'ronde' uitgevoerd.
De deelnemende organisaties vullen tijdens de
ronde de indicatoren in, analyseren hun eigen
gegevens en vergelijken deze met die van de
andere deelnemers. Zo ontstaat inzicht in de
eigen organisatie en processen rondom de
kwaliteit van geodata. Tijdens vier thematische
bijeenkomsten ('organisatie en rollen', 'strategie',
'informatiemanagement en architectuur' en
'verbeterplan') worden de resultaten steeds ver
der uitgewerkt en aangescherpt. Gedurende de
gehele ronde werken de deelnemers aan hun
verbeterplan, waarmee zij vervolgens concreet
aan de slag kunnen in hun eigen organisatie.
Om de kracht van GeoWijzer voluit te benutten
is het wenselijk om de benchmark toepassing
enkele keren te herhalen. Dat levert de deel
nemende organisatie een meetbaar leer- en
verbetertraject op door het continue inzicht in
de absolute voortgang van de eigen organisatie.
Dat voedt de dialoog rond dit onderwerp bin
nen de organisatie en het zorgt voor handelings
perspectief om verbeterslagen te blijven maken.
GeoWijzer is tot stand gebracht door synergie van
de ervaringen van Nexpri met de Benchmark-GEO,
de expertise op het gebied van kwaliteit van ruim
telijke data van het Expertisecentrum Kwaliteit van
Ruimtelijke data van Wageningen Environmental
Research (Voorheen Alterra) en het kennisnetwerk
van Ruimteschepper.
Referenties
[1] Juran: www.kwinta.be/nieuws/joseph-juran-fitness-use
[2] Devillers R. en Jeansoulin R., (Eds.) 2005. Fundamentals of
Spatial Data Quality, ISTE Ltd, London, UK
[3] DataONE: www.dataone.org/best-practices/
Wies Vullings is onderzoeker bij Wageningen Envi
ronmental Research (Alterra), Expertisecentrum
Kwaliteit van Ruimtelijke Data. Zij is bereikbaar
via: wies.vullings@wur.nl
Coen Wessels is eigenaar van Nexpri BV te Wage
ningen. Hij is bereikbaar via c.wessels@nexpri.nl
Frans Rip is werkzaam bij Wageningen UR Geo-
Desk. Hij is bereikbaar via frans.rip@wur.nl