31
split event
edge event
2017-5 I Geo-Info
Figuur 5 - Polylijn met 3 punten niet-geleidelijk versimpelt (links), zelfde polylijn geleidelijk versimpelt (midden), polylijn met vele punten geleidelijk versimpelt
incl. tonen van buurobject (rechts).
Figuur 6 - Het "Splittee" vlakobject (links) wordt samengetrokken tot lijnobject en buurvlakken krijgen de
vrijkomende ruimte (rechts).
Samentrekken
Het samentrekken (collapse) als generalisatie
operator wordt gebruikt om van vlakrepre-
sentaties naar l ij n re presentaties over te gaan.
Dit wordt onder andere gebruikt voor (water)
wegen, welke op grootschalige kaarten als
vlak worden weergegeven en op kleinscha
lige kaarten als lijn. In een eerdere Geo-Info
paper hebben we aangegeven hoe deze
operatie in de context van de tGAP-structuur
topologisch correct kan worden gerealiseerd
(Meijers en van Oosterom, 2013). Wanneer een
vlakobject een lijnobject wordt, dan moet
de vrijkomende ruimte aan de buurvlakken
worden toegekend, zodat er geen gaten in
de kaart komen (en zo een partitie blijft): zie
figuur 6 voor (links) en na (rechts) uitvoeren
van samentrekken van vlak "Splittee" naar
lijnobject. Hierbij zou het kunnen zijn dat
sommige buurvlakken aantrekkelijker zijn
dan andere buren, en dus een groter deel
toegewezen zouden moeten krijgen. Dit kan
in ons algoritme worden gestuurd met behulp
van verschillende gewichten die de locatie
van de lijnrepresentatie beïnvloeden. Op basis
van deze tGAP-representatie van het samen
trekken, kan vervolgens een geleidelijke SSC
worden gemaakt, door elk van de delen van
het gesplitste vlakobject nu via geleidelijke
overgang bij een buurobject te voegen (iden
tiek zoals beschreven in de sectie 'Verwijderen
en samenvoegen').
Overdrijven
De generalisatie operatoren worden nu van
lieverlee wat meer 'exotisch'. Het overdrijven
(exaggerate) van een object wordt toegepast,
omdat anders dit relatief belangrijke object op
de kleinere kaartschaal niet of nauwelijks meer
zichtbaar zou zijn. Een mooi algoritme voor
het vergroten (of verkleinen) van een poly
goon is geïllustreerd in figuur 7. Bij het inpas
sen in de tGAP-structuur moeten de buren
van het overdreven object kleiner worden,
zodat het geheel topologisch correct blijft.
De zwarte lijn is het oorspronkelijke polygoon
en de dunne lijnen buiten het polygoon tonen
de groei van het polygoon (omgekeerd zou
het ook kunnen krimpen, uiteindelijk zelfs tot
de blauwe lijnen. Het samengetrokken vlak is
nu een set lijnen geworden, zie vorige sectie).
Er is niet veel fantasie nodig om dit 2D-gebied
in de 3D-SSC te zien groeien via vlakken die
schuin omhooglopen.
Typificeren
Als laatste generalisatieoperator bespreken
we nu het typificeren (typify). Deze operator
wordt gebruikt om van een groter aantal losse
objecten (zoals meren of boerderijen in landelijk
gebied) toch op kleinere schaal dezelfde kaar-
tindruk te geven, maar via een kleiner aantal
losse objecten. Daar waar op de grootschalige
kaart mogelijk nog 13 boerderijen stonden,
wordt op een kleinere schaal dezelfde indruk
Figuur 7 - Polygoon (zwart) met de zogenaamde rechte skelet segmenten (blauw) en enkele parallelle
offset lijnen, zowel naar binnen als naar buiten; figuur naar Palfrader (2013).