Uitstel Column 2018-2 I Geo-Info Het gaat goed met Nederland. Het consumenten vertrouwen is hoog en de bedrijven staan er goed voor. Volgens De Nederlandsche Bank is de economische groei in 2017 uitgekomen op 3,3 procent, het hoogste niveau in de laatste 10 jaar. Ook dit jaar en in 2019 valt een groei te verwach ten van respectievelijk 3,1 en 2,2 procent. Deze groei is vooral te danken aan de aantrekkende wereldhandel, gevolgd door een stijgende binnenlandse consumptie. Nederlanders hebben meer te besteden door dat er meer banen zijn, de brutolonen stijgen en doordat het kabinet de consumptie aanjaagt via belastingmaatregelen. Het regeerakkoord van het kabinet Rutte III zorgt daarnaast de komende jaren voor een extra steun in de rug door hogere overheidsbestedingen. Deze plannen komen bovenop de door de vorige regering geplande overheidsuit gaven, waardoor de overheidsbestedingen de komende jaren zeer sterk bijdragen aan de economische groei. Goed nieuws ook voor het Nederlandse geo-bedrijfsle- ven. Nog altijd wordt een groot deel van de omzet gehaald uit opdrachten vanuit de overheid. Belangrijk zijn opdrachten met betrekking tot de basisregistraties, infrastructuur en geo- ICT dienstverlening. Ook de Omgevingswet speelt nu al een belangrijke rol. In combinatie met de harmonisatie van de basisregistraties zal dit zorgen voor een volle orderportefeuille voor het bedrijfsleven in de komende jaren. Het gaat dus goed, maar er zijn ook zorgen. Belangrijk is het tekort aan personeel. Niet alleen onze sector heeft hiermee te maken, dit is een breed gevoeld probleem. Hier is al veel over gezegd en geschreven. Het gaat met name om een tekort aan personeel met geodetische vakkennis en ICT-vaardigheden. Een ander probleem is de besluitvaardigheid bij de politiek en de overheid. Die leidt tot uitstel dat schadelijk is voor het bedrijfsleven en de economische groei onnodig kan vertragen. Ik noem een paar voorbeelden. Bedrijven zijn op dit moment hard bezig om per 25 mei 2018 te voldoen aan de AVG (Algemene Verordening Gege vensbescherming). Ook het kabinet is aan zet. De Europese regels moeten namelijk nog vastgelegd worden in Neder landse wetgeving. Onlangs bleek echter dat minister Dekker in tijdnood komt en voorstelt een aantal vernieuwingen uit te stellen. Dat betekent dat bedrijven mogelijk ook na 25 mei nog te maken kunnen krijgen met aanpassingen in de wetgeving. Dit is niet wenselijk, want bedrijven worden hier geraakt in hun bedrijfsvoering, dienstverlening en productie. Het is dus voor zowel het bedrijfsleven als de overheid zelf belangrijk dat de Nederlandse wetgeving zo snel mogelijk up- to-date is. Toch ging het voorstel voor de uitvoeringswet pas in december 2017 naar de Tweede Kamer. Nu moet alles op alles worden gezet om de wet vóór 25 mei door beide Kamers te loodsen en te publiceren in de Staatscourant. Ook de uitbreiding van Lelystad Airport heeft te maken met uitstel. Het vernieuwde vliegveld zal pas op zijn vroegst in 2020 open gaan. Volgens minister van Nieuwenhuizen is het niet verantwoord om onder maximale druk de luchthaven in 2019 te openen voor vakantievluchten. In de Tweede Kamer wordt verheugd gereageerd op het uitstel, maar de betrokken bedrijven, met de KLM voorop, zijn teleurgesteld. Zij hebben al geïnvesteerd in nieuwe diensten, gebouwen en andere services, waardoor de rekening van dit besluit terecht komt bij deze bedrijven. Iets dichter bij huis zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de Omgevingswet. In oktober 2017 heeft toenmalig minister Schultz van Haegen de planning van de Omgevingswet herzien en de datum van inwerkingtreding uitgesteld naar 1 januari 2021. De einddatum van de transitie blijft 2029. De reden voor de nieuwe planning is dat meer tijd nodig is om de wetgeving zorgvuldig te kunnen afronden. Begrijpelijk, want het gaat om een grote wetgevingsoperatie met verschillende onder delen die gelijktijdig worden ontworpen, zoals de ministeriële regeling, invoeringsregelgeving en de vier aanvullingswetten. Het resultaat is straks een inzichtelijk stelsel bestaande uit één wet, vier AMvB's en één ministeriele regeling. In de verklaring van de minister wordt gesteld dat de nieuwe datum in goed overleg met de provincies, gemeentes en waterschappen is vastgesteld. Ook begrijpelijk, maar is er ook gekeken naar de gevolgen voor het bedrijfsleven? Hierbij gaat het om het bedrijfsleven dat betrokken is bij de ontwikkeling van onderdelen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de daarop gebaseerde applica ties. Maar ook het bedrijfsleven dat afhankelijk is van deze wetgeving heeft er last van. Het gaat hierbij ondermeer om activiteiten waarop milieu, bouw en infrastructurele regels van toepassing zijn. Het is daarom vreemd dat het bedrijfsleven juist bij deze besluitvorming niet is gehoord. Het uitstellen van belangrijke ontwikkelingen die de groei van de economie kunnen beïnvloeden, is niet wenselijk. Toch is het soms nodig een planning te herzien, maar zorg er dan voor dat ook het bedrijfsleven tijdig wordt betrok ken bij de besluitvorming. Dat geeft niet alleen vertrouwen, maar voorkomt ook dat investeringen door het bedrijfsleven onnodig moeten worden teruggedraaid of afgeschreven. Camille van der Harten Directeur GeoBusiness Nederland c.vanderharten@geobusiness.nl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 23