Alcarta Wereldatlas
Boek
8 I
Alcarta Wereldatlas, uitgeverij Thie-
meMeulenhoff, Amersfoort 2018.
Formaat 33,5 x 24,5 cm, 261 pagina's
kaarten en 32 pagina's registers
(met ruim 16.000 plaatsnamen),
prijs 49,95.
Geo-Info I 2018-3
Deze op initiatief van Maarten Boddaert tot
stand gekomen atlas is geproduceerd bij de
Duitse schoolboekenuitgeverij Westermann in
Braunschweig en wordt gedistribueerd door
ThiemeMeulenhoff, die ook de digitale versie
van de atlas realiseerde (scans van de kaarten
zijn vrij te raadplegen).
Structuur
Alcarta werd bij zijn presentatie als concurrent
voor de Grote Bosatlas geponeerd en qua
structuur en soms ook qua voorbeelden volgt
hij de Bosatlas (zoals bij de indeling in drieën
van de provinciekaarten, bij Bos 1:460 000, bij
Alcarta 1:500 000). Dat is deels een gevolg van
het feit dat ook deze atlas moest beantwoorden
aan de eisenlijst voor atlassen die bij het centraal
examen toegelaten zijn, en die eisenlijst is mede
op basis van de bestaande Grote Bos opgesteld.
De atlas begint met 60 aan Nederland gewijde
kaartpagina's. De volgorde van de kaarten
(Nederland, Europa, België, Duitsland, Engeland,
Frankrijk, Spanje, Italië, Alpenlanden, Scandinavië,
Centraal- en Oost-Europa, Zuidoost-Europa
en Turkije, werelddelen, wereld) is logisch. Er is
sprake van een goed uitgebalanceerd schalen
systeem: de werelddelen 136M, alle delen ervan
zijn afgebeeld op de schaal 1:16M, het Middel
landse Zeegebied mM, Zuid-Europa, Centraal
en Oost-Europa en Scandinavië op 1:6M, Italië,
Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden 1:4M; de
Bondsrepubliek en de Alpen 1:2 250K en België
1:800K. Suriname staat afgebeeld op de schaal
1:3M. Stedelijke gebieden zijn in kaart gebracht
op kaarten op schalen 1:1M, 1500K, 250K en 50K.
Rusland, Canada en Zuid-Amerika zijn in de
Alcarta-atlas op een grotere schaal dan in de Bos
atlas gekarteerd: 1:16M in plaats van 120M respec
tievelijk 1:25M. Wat de overige gebieden betreft,
zijn de schalen meestal kleiner. Met betrekking
tot de thematische kaarten is er relatief minder
ruimte voor Zuidoost-Azië en Afrika. In de marge
van de kaarten is een kleurcodering aangebracht
die moet helpen bij het vinden van de gewenste
kaarten, en die ook terug te vinden is in de
bladwijzers op het schutblad.
Topografie
De atlas begint bij de overgang van luchtfoto
naar kaart, en wel bij het centrum van karto-
grafisch Nederland; het Geofort in Herwijnen,
waar zoveel scholieren hun eerste kennismaking
met de geo-informatie opdoen, nadat ze op de
lagere school aan de hand van basisatlassen hun
eerste kennismaking met geografische begrip
pen en concepten hebben opgedaan.
Bij het atlasdeel betreffende Nederland is
sprake van een nogal globale weergave van
de agglomeraties (zodat het moeilijker te zien
is of de agglomeratiegrenzen up-to-date zijn).
Waar iedere atlasredacteur van voor de Neder
landse markt bestemde atlassen tegenaan loopt,
is de weergave van de kanalen. Er is ook aan onze
rivieren zo veel gesleuteld in de loop van de tijd,
dat het onderscheid tussen rivieren en kanalen
vaak wat subjectief is. Rivieren en kanalen die
de functie van hoofdvaarweg hebben, zijn
hier met een dubbele lijn aangegeven. Of die
functie gebaseerd is op de capaciteit of op het
vervoerde tonnage is niet duidelijk. Bij rivieren is
de overgang tussen de enkele en de dubbele lijn-
signatuur soms verwarrend, zoals bij de Podelta
of bij de Maas in Limburg. Ook wegen zijn (op
schalen groter dan 1:6M) met een dubbele (sepia)
lijnsignatuur aangegeven; alle grondgebruiks
eenheden hebben eenzelfde contour.
De keuze van de kanalen komt soms wat
onevenwichtig over: niet het Winschoterdiep
is benoemd, noch het Meppelerdiep of de
Noord-Willemsvaart, maar wèl het Oranjekanaal.
De weergave van de kanaalverbindingen bij
Groningen, Coevorden en Maastricht behoeft
verbetering. Bij Duitse schoolatlassen gaat men
met betrekking tot de inwonertallen van steden
uit van de gemeentelijke bevolkingscijfers, in
Nederland gaan we uit van de feitelijke inwo
nertallen van de plaatsen. Daardoor ontstaat
bijvoorbeeld de discrepantie tussen de kaart
Noord-Nederland en die van Duitsland in de
Alcarta-atlas: volgens de eerste heeft Emmen
tussen de 20.000 en 50.000 inwoners, volgens de
laatste kaart meer dan 100.000 inwoners.
De overzichts- of chorografische kaarten zijn vrij
sterk gegeneraliseerd. Op schalen kleiner dan
1:6 miljoen zijn de wegen en kanalen niet meer
met dubbele maar met enkele lijnsignaturen
aangegeven.
Reliëf en beschrifting
Op de overzichtskaarten wordt het reliëf weer
gegeven door een fraaie, goed gegeneraliseerde
schaduwering, die ook is toegepast in een
aantal thematische kaarten waar dat relevant
is; de schaduwering blijft daar goed overeind
en stoort toch de thematische informatie niet.
Wanneer we de Alcarta-kaarten vergelijken met
Westermann-producten voor de Duitse markt is
het duidelijk te zien dat de auteur zijn best heeft
gedaan het aantal namen op de kaarten (zoals
bijvoorbeeld op die van de werelddelen) terug
te brengen. De beschrifting van de hydrografie
(namen van zeeën en rivieren) is in het blauw
uitgevoerd. De namen zijn vrij vet gesteld en zijn
goed leesbaar, maar in dichtbevolkte gebieden,
zoals China en India, komt er daardoor een
beetje een zwartsluier over de kaarten. Wel vor
men de namen de enige in zwart gedrukte
informatie, wat de leesbaarheid verder verbetert;
spoorwegen zijn sepia en grenzen paars; de
blauwe hydroniemen zijn in de ondergrond
vrijgezet, zodat ook die goed te lezen zijn.
Door het kleinere formaat van de atlas en het bij
elke kaart opnemen van legenda's is het totale
kaartoppervlak kleiner en is er minder ruimte voor