Verdeelmachine: eenmaal in geo-vakblad 2018-3 I Geo-Info 25 Uitleg van DHC-restaurator Pieter van Leijsen aan Dorine Burmanje, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Kadaster. In het Tijdschrift voor Kadaster Land meetkunde kwam het woord 'verdeelma chine' vanaf 1887 veertien maal voor en meestal ook met de naam De Koningh. In de latere Nederlandse geo-vakbladen kwam het woord tot heden nog maar éénmaal voor. Dat was in 1969 in een bijdrage over '150 jaar Kern' in Zwitserland. Gememoreerd werd dat de familie Kern ook speciale machines voor eigen gebruik ontwikkelde, waaronder "de verdeel machine voor glazen randen, van welke machine de hoogste precisie wordt geëist'" (Bron: Geodesia 1969-9, p. 185). Roel Nicolai, DHC-stichtingsvoorzitter, dankte primair haar hoofdsponsor voor de bereidheid om de machines op te nemen. Zijn geschied schrijving begon met het verslag van een telefoontje in 2017 van Peter de Koningh met professor Ramon Hanssen van de TU Delft: door omstandigheden moest het schuurtje waarin de verdeelmachines waren opgeslagen, worden ontruimd. Huib Ekkelenkamp van DHC was er net bij, werd aan de telefoon geroepen én ging in Arnhem kijken. Met vrijwilligers Hans van Eekelen, Jan Ebbinge en Henk Schuringa werden de, samen 400 kilo zware, machines in een aanhangwagentje naar de garage bij zijn huis in Zierikzee gereden. Ekkelenkamp vond in november 2017 DHC-werkgroeplid Pieter van Leijsen bereid en in staat om de restauratie te doen. Het betekende een volgend transport naar Roosendaal (en later weer terug naar Arn- De eerst weigerende museumdirecteur Zacharias Klaasse hield daarbij zijn hand maar voor de mond! maar ook: "Kom maar terug na restauratie", en toen ontzonk hem de moed voor weigering snel. Geodeet Peter van Leijsen had er maan denlang dag en nacht aan gewerkt. Klaasse vroeg nu zelfs (tevergeefs) aan de gebroeders De Koningh: "Hebben jullie nog meer machines, ik denk dat die man in een gat valt." Dorine Burmanje memoreerde de start van het museum rond 2007, toen het Kadaster tien vestigingen sloot en er veel antiek materiaal vrij kwam. "Nee, help, geen museum", zei ze toen, maar een verzameling vond ze wel goed. Later constateerde ze de enige te zijn die de collectie geen museum noemde, maar ze paste zich die middag aardig aan. Het was trouwens de tweede keer dat ze bij 'de collectie' het woord voerde en dat typeert het belang van de aanwinst.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 27