Toen en nu
Van de bestuurstafel
Zoek de verschillen
28
Geo-Info I 2018-3
Generaties
Onder de flitsende titel 'Van de bestuurstafel' mag
ik u meenemen in zaken die binnen onze vereni
ging spelen en waar wij ons als bestuur zoal mee
bezighouden.
Nou niet gelijk al afhaken graag. Ik ga het niet hebben
over saaie bestuurlijke vraagstukken maar over een
worsteling die misschien geen worsteling is. Ook over
kansen. En ik benieuwd ben wat u er zelf van vindt.
Waar ik op doel is de worsteling om jong professio
nals bij verenigingen te betrekken, om de toekomst
van verenigingen -ook onze vereniging- veilig te
stellen. Veiligstellen klinkt wat zwaar, maar een vereni
ging moet bestaansrecht hebben, als dat er niet meer
of niet in voldoende mate is, als er geen vraag naar is,
geen belangstelling voor is of onvoldoende fi nancieel
draagvlak, dan houdt het op, zo simpel is dat.
In deze zoektocht naar bestaansrecht wordt vaak
gewezen op grote verschillen tussen 'toen' en 'nu'.
Waarom lukte het vroeger wel om mensen te binden
en nu niet, of minder? Verschillen in tijd, maatschap
pij en mens. De vraag is of dat zo is en, zo ja, of dat
verschil er toe doet. Binnen GIN hebben we aan dit
onderwerp (de toekomst van de vereniging) vele
meetings besteed; speciale vergaderingen belegd,
externen/specialisten bevraagd en/of ingehuurd, zelf
onderzoek naar laten doen, andere onderzoeksresul
taten erbij betrokken et cetera We komen niet verder
dan blijven wijzen op verschillen in tijd/maatschappij
en mens als oorzaak.
Verenigingsrol
Over andere tijden zijn we het snel eens; enorme
veranderingen vonden en vinden plaats, bijna niet bij
te houden. De techniek dendert voort, communicatie
ook. De maatschappij en de sociale omstandighe
den van toen zijn niet te vergelijken met nu, dat is
waar. Maar is de mens zelf nou zo veranderd? Ok,
vroeger werd je gewoon lid van een vereniging of
vakbond, dat hoorde zo, vaak van huis uit. Of je baas
stimuleerde het; grote bedrijven richtten zelf allerlei
personeelsverenigingen op, of sportverenigingen of
muziekverenigingen, noem maar op. Het bedrijfs
leven zag daar een duidelijke meerwaarde in. Ik las
recentelijk nog dat verenigingen in de jaren 50 ook
wel werden opgericht om werknemers van de straat
te houden. Die gingen collectief minder werken,
van 55 uur naar een 50-urige werkweek, en die extra
vrije tijd moest zinvol opgevuld worden, anders
gingen ze zich maar vervelen of meer naar de kroeg.
Dat moest voorkomen worden. Vakverenigingen
werden vaak ook door het bedrijfsleven en de
overheid gesteund. Zij gaven vooral mogelijkheden
tot het op peil houden van kennis door contact met
vakgenoten. De vereniging organiseerde congres
sen, symposia, meetings et cetera, waar leden met
elkaar de nieuwste ontwikkelingen en kennis konden
delen en konden netwerken. Met een beetje mazzel
ontmoette je zelfs buitenlandse collega's. Dat alles
gaf meerwaarde aan je leven en aan je werk, gaf vaak
ook status. En je baas profiteerde mee van die kennis;
minimaal bijblijven en op de hoogte blijven van de
nieuwste ontwikkelingen en (kansen op) innovaties.
Het bedrijf profileerde zich op die wijze ook als
'moderne' werkgever met niet enkel hart voor de
zaak, maar ook voor de mens.
Tegenwoordig zijn er voor die mens natuurlijk
enorm veel mogelijkheden meer door het gemak
van sociale netwerken. Je barst van de contacten,
je kunt de hele wereld bevragen, je kunt als je wilt
24 uur per dag vakinhoudelijk in gesprek gaan, op
elk moment leggen met collega's/vakgenoten/
wetenschappers wereldwijd... Waar heb je dan nog
een vereniging als Geo-Informatie Nederland voor
nodig? Waarom zou je daar dan lid van worden?
En waarom zou je dan nog een stapje verder gaan;
bestuursverantwoording nemen? Ik kan me die vraag
zeer goed voorstellen. Als jonge flitsende profes
sional of student, midden in de wereld staand, de
hele dag met vrienden en wie dan ook in contact,
heb je ook niet zo snel behoefte om aan te schuiven
bij -in je beeldvorming- veelal grijze mannen, die
hun best doen om die nieuwe wereld bij te houden,
maar toch echt hopeloos achterlopen. En toch ben
ik er van overtuigd dat de match met jongeren ook
vandaag de dag gemaakt kan worden. Natuurlijk,
in allerlei boekwerken, papers en artikelen wordt
gesteld dat de huidige generatie niet meer lid wordt
'omdat het hoort', maar zoekt naar meerwaarde die
de vereniging biedt. Hij of zij 'moet er wat aan heb
ben'! Alsofdat wat nieuws is, iets baanbrekends, iets
enkel van deze tijd. Ik vraag me af of dat nou zoveel
verschilt met de 'oudere' insteek.
En ook of er nu echt zoveel verschil tussen generaties
zit, of die nu een babyboomer of een X,Y,Z stempel
heeft. We doorlopen allemaal levensfases in sterk
veranderende tijden. In de jaren '60 en '70 van de
vorige eeuw (klinkt heel ver terug, maar valt best
mee) zetten we ons af tegen alles wat gezag was,
thuis en op straat. Verenigingen waren ook toen niet
populair, wel actiegroepen, het is wat kort door de
bocht te stellen dat je gewoon tegen van alles en
nog wat was, maar dat hielp wel en er was altijd wel
een groep gelijkgestemden. De wereld verbeteren
daar ging het om. Ookin die tijd gingen vrijwilligers
het bestuursvak in. Ook toen moest dat meerwaarde
bieden. Meerwaarde voor de maatschappij en/of
voor jezelf. Voor jezelf door ook (bestuurlijke) ervaring
op te doen die, gelet op je toekomst, handig was,
of omdat je toegang kreeg tot andere gebieden
middels nieuwe netwerken, je zou het nu com
munities noemen. Ikzelf begon, als net afgestudeerd
jurist, als vrijwilliger in de zorg (in wat toen nog
gewoon een 'bejaardenflat' heette) in een bestuur
van zes mannen en vrouwen (overigens toen al
gelijkwaardig over de sexen verdeeld). Eerst met de
juridische portefeuille (had echt geen idee wat daar
allemaal speelde), later als secretaris en voorzitter
4lh FIG Yflurtg SurvH/on Coniurunoc
SA May 2013 Ittanbul, turkey