Even voorstellen - nieuw redactielid Geo-Info Personalia 34 Geo-Info I 2018-3 Innovatie en ontwikkeling Natuurlijk speelt de politie ook in op de technologische ontwikkelingen die elkaar in snel tempo opvolgen. "Er lopen enkele pilots met drones en we maken gebruik van body- cams. De informatie die dat oplevert, zetten we op de kaart. Maar je kunt niet zomaar een nieuwe techniek inzetten", vertelt Quita. Daar heeft de politie een aparte afdeling Innovatie voor. Zij kijkt bij iedere nieuwe ontwikkeling wat de politie er eventueel mee zou kunnen en of er ruimte is om de nieuwe tool of methode te implementeren of eventueel door te ontwikkelen. Daarbij is het ook van belang vragen te beantwoor den, zoals: hoe wordt de nieuwe techniek ingeregeld en wie doet het technisch en het functioneel beheer. Quita: "Dat zijn zaken die organisaties vaak vergeten mee te nemen. De tool werkt, op dit moment ja, maar je moet verder kijken. Organisatorisch betekent het namelijk ook vaak dat medewerkers opleidingen moeten volgen, dat processen anders ingeregeld moeten worden, voldaan moet worden aan wet- en regelgeving, et cetera." Bodycam. De politie in Amerika gebruikt dashcams voor het vastleggen van incidenten. In Nederland zijn we nog niet zo ver. "We kijken nu eerst hoe het gaat met bodycams", geeft Quita aan, ''Je moet namelijk rekening houden met privacy: wie staat er op beeld, hoe lang mag je het beeldmateriaal bewaren, wanneer mag je het gebruiken en ga zo maar door. Ik zei het net al: we moeten ons van tevoren bedenken voor welk doel we bepaalde technieken willen inzetten, wat we ermee willen bereiken. Is dat helder, dan kun je de beheerkant onder de loep nemen en kijken hoe je de techniek kunt implementeren." Naast pilots met nieuwe technieken neemt de politie ook deel aan pilots met bestaande technieken die gebruikt worden voor nieuwe doeleinden. Bijvoorbeeld aan innovaties, zoals Living Lab op Stratumseind, een bekende uitgaanslocatie in Eindhoven, waar geo-informatie vooral wordt ingezet in groepsdynamische processen. De politie doet daar mee aan een proef voor wat betreft het horecagedeelte. De afdeling Inno vaties scant dit soort projecten en bekijkt of het meerwaarde biedt voor de organisatie en of er tijd en geld voor is, kijkend naar het doel van het project in kwestie. Quita sluit af met de wens dat de basisregis traties en andere bronhouders en -leve ranciers dichter bij elkaar komen, zodat de eindgebruiker (zoals de politie) niet zoveel processen meer hoeft uit te voeren om de data geschikt te maken. Daarvoor is het noodzakelijk dat we veel meer met elkaar gaan samenwerken voor het samenstellen van goede datasets. Voor meer informatie of vragen over Geo grafische informatievoorziening bij de politie zijn Quita en haar collega's bereikbaar via geodiensten@politie.nl. Een tijdje geleden werd mij gevraagd om redactielid van het magazine Geo-Info te worden. Na er even over nagedacht te hebben, toch maar "ja" gezegd. Het blijft een mooi blad waar ik zelf ook een paar keer stukjes voor heb geschreven. Ik ben Frederika Welle Donker, universitair docent bij de Technische Universiteit van Delft. 12,5 Jaar geleden ben ik in de geowereld terecht geko men als (junior) onderzoeker bij het toenmalige Onderzoeksinstituut OTB, dat in 2015 een afdeling van de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft is geworden. Mijn taak was het onderzoeken van de juridische en economische randvoor waarden van de bouwstenen benodigd voor een geoportaal in Nederland. Dat onderzoek is uiteindelijk in 2016 uitgemond in een proefschrift over de toegankelijkheid van overheidsinformatie vanuit een gebruikersperspectief. Sinds 2012 werk ik als onderzoeker bij het Kenniscentrum Open Data, een initiatief van TU Delft en TNO met als doel om het gebruik van geografische data door overheid, bedrijfsleven, wetenschap en burgers in Nederland te optimaliseren. Het Kenniscen trum Open Data richt zich op de institutionele, organisatorische, juridische en economische mogelijkheden om (her)gebruik van open data te stimuleren. Mijn eigen onderzoek richt zich vooral op de (maatschappelijke) kosten en baten van open data, en hoe je de prestatie van open data het beste kan bepalen. Er bestaan wereldwijd vele open data 'ranglijstjes', zoals de Open Data Barometer (in 2016 Nederland 8ste van de 114) en de Global Open Data Index (in 2016 Nederland 20ste van de 94). Dat lijkt niet zo goed, maar als je wat dieper graaft, zien we dat we het helemaal niet slecht doen in Nederland vergeleken met de Top 3. Vooral op het gebied van grootschalige geografische informatie doen we het juist veel beter. Bovendien worden die lijsten vooral vanuit een nationaal perspectief opgesteld, terwijl de meeste overheidsdata door de gemeenten wordt gegenereerd. En daar valt ook nog veel te onderzoeken op het gebied van open data governance. Ook op het gebied van bescherming van persoonsgegevens en open data is het laatste woord nog niet geschreven. De AVG is op 25 mei van kracht geworden, spannend om te zien wat de uiteindelijke impact zal worden op de geowereld. Naast onderzoek geef ik colleges en begeleid ik studenten bij de faculteit Bouwkunde bij de Masters opleiding Geomatics, en bij de Mas ters opleiding Geo Information Management Applications (GIMA), in samenwerking met de Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit en Universiteit Twente. Voor Geomatics ben ik stage coördinator, en voor GIMA ben ik begeleider bij de module 'Management in Organisations' en stage co-coördinator samen met John Stuiver van Wageningen Universiteit. Het leuke van het redacteurschap bij Geo-Info, is dat ik nu vaak namen van GIMA alumni tegenkom.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 36