tie Nicolas de Hilster (VU) Onnauwkeurige navigatie-instrumenten kostten circa 1.600 opvarenden het leven rond 1700 2018-3 I Geo-Info 47 II In de vroegmoderne tijd - de periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa die volgde op de Middeleeuwen - werd in de scheepvaart een navigatie-instrument gebruikt dat onnauwkeurig was en verantwoordelijk was voor één van de grootste scheepsrampen in die periode. Dat blijkt uit het promotieon derzoek van Nicolas de Hilster. Zijn onderzoek beschrijft de ontwikkeling van de navigatie- instrumenten in de periode van 1590 tot en met 1731. In 1590 publiceerde de Engelsman Thomas Hood zijn vinding waarop dit instrument was gebaseerd. Verlies van vier schepen Eén van de ergste rampen van die tijd, het verlies van vier schepen van Sir Cloudesley Shovel in 1707, werd veroorzaakt door een combinatie van onnauwkeurige kaarten en instrumenten. De instrumenten die in die tijd voornamelijk door Engelse zeelieden werden gebruikt, waren het minst nauwkeurig als gevolg van hun ontwerp. De Hilster: "Het zou echter tot de uitvinding van de octant in 1731 duren, voordat men in zou zien dat de instrumenten die daarop gebaseerd waren tot significante navigatiefouten konden leiden. Door het maken van replica's en reconstructies van instrumenten werd het mogelijk deze in de praktijk te testen, en de kennis erover te vergroten. Dit is aangevuld met simulaties en proeven met betrekking tot ons waarnemings vermogen." Replica's en simulaties De simulaties in het onderzoek van De Hil ster waren bedoeld om vast te stellen hoe schaduwen geïnterpreteerd worden. Aanvan kelijk met een digitale camera en beeldanalyse Nicolas de Hilster toont een daviskwadrant... ...en een zeemansastrolabium achter de katheder. software die hij daarvoor geschreven had, om vervolgens ditzelfde met proefpersonen te herhalen, om er zeker van te zijn dat het menselijk oog in combinatie met onze per ceptie tot dezelfde resultaten zouden leiden. Uit deze proeven bleek dat Hood's methode verbetering behoefde, iets wat de Engelsman Thomas Harriot een paar jaar na Hood, rond 1594, inderdaad beschreef. De Hilster: "De replica's en reconstructies (18 houten en 1 bronzen en messing exem plaar) zijn allemaal met de hand gemaakt, zoveel mogelijk gebruik makende van origi nele materialen (ebben-, peren-, palmhout, messing en brons) en naar origineel ontwerp. Ze zijn allemaal gebruikt om waarnemingen mee te doen, hetgeen goed inzicht gegeven heeft in gebruiksgemak en kwaliteit van de metingen die ermee mogelijk waren." Innovatie door maritieme uitbreiding Tegen het eind van de zestiende eeuw waren de meest gebruikte navigatie-instrumenten in de zeevaart het zeemansastrolabium, de zee-ring en de graadstok. Waarschijnlijk als resultaat van de maritieme expansie van Engeland en Nederland ontstond in de zeventiende eeuw een relatief groot aantal nieuwe navigatie-instrumenten. Deze instru menten waren gebaseerd op een nieuwe vin ding, door Thomas Hood in Engeland gedaan in het laatste decennium van de zestiende eeuw en kort daarop, in 1594, verbeterd door Thomas Harriot. Zowel de ideeën van Hood als die van Harriot bleven naast elkaar bestaan en resulteerden in instrumenten die kwalitatief significant van elkaar verschilden. In Engeland bleven instrumenten gebaseerd op de ideeën van Hood in gebruik, terwijl in Nederland het juist die instrumenten waren die gebaseerd waren op de ideeën van Harriot. www.vu.nl Verzamel-achtergrond Als verzamelaar van nautische en geodetische instrumenten verwierf Nicolas de Hilster in 2001 een i9de-eeuwse octant. Omdat hij meer wilde weten over diens voorgangers, begon hij het Daviskwadrant te onderzoeken. Nadat hij met succes een replica ervan had gebouwd, maakte hij meer houten navigatie-instrumenten. Het ging om instrumenten die met name werden gebruikt voor de breedtebepaling op zee, van Thomas Harriot tot John Hadley toe. De reconstructies en replica's van de instrumenten waren bedoeld om te gebruiken voor een beter begrip van hun mogelijkheden. Er werden ooit twee groepen (commerciële) instrumenten gebruikt die verschil den in hun wiskundige principe. De ene groep was gebaseerd op de ideeën van Thomas Hood, de andere op die van Thomas Harriot. Verdediging Bij de verdediging bleek ook wel de algemene kloof tussen historici en een technisch verzamelaar/hydro- graaf, maar vooral bleek dat de methodologie van reconstructie nieuw was. Historicus prof.dr. Fokko J. Dijksterhuis (VU/UT) had ook veel geleerd, maar vroeg zich af wat de nauwkeurigheidsbeleving bij de instrumentgebruikers van weleer was. De bron nen waaruit dat zou blijken, kende De Hilster niet, maar de eisen waren die van een juiste navigatie. Oud-conservator Willem F.J. Mörzer Bruyns van het Scheepvaartmuseum (én bekend auteur) had bijvoorbeeld de lastige vraag waarom er meer i7de-eeuwse graadstokken dan daviskwadranten werden nagelaten. Overtuigend legde De Hilster verder uit wat de verschillen waren in instrument voorkeuren in Nederland en de anglofiele wereld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 49