ople, planet en profit
THEMA
Het inwinnen van
data biedt nog geen
handelingsperspectief
NPPL wil gat dichten
tussen theorie en
praktijk
2018-4 I Geo-Info
9
Frans Lips.
veel technologie en IT kijken. Veel leveranciers
leveren deeloplossingen, maar er zijn er maar
weinig die een geïntegreerde oplossing aanbie
den. Voor agrariërs is het een complexe zaak om
al die deeloplossingen aan elkaar te koppelen
en de data in het eigen managementsysteem te
krijgen. Een andere reden is dat er sprake is van
een financiële onbalans. De investeringen die
de boer met doen zijn hoog, en onduidelijk is
wat het rendement is. Daarbij zijn ze afhankelijk
van externe adviseurs en IT-bedrijven. dit drijft
de kosten verder op en ze missen zelf de kennis
om te beoordelen wat nodig is", aldus Frans.
Ook praktische zaken, zoals connectiviteit,
kunnen een belemmering zijn om precisietech-
nologie toe te passen. In sommige regio's is
een internetverbinding nog steeds lastig. Een
interessante belemmering is de vraag over data-
eigenaarschap. Waar komt die data die wordt
gegenereerd eigenlijk terecht? Is de boer de
data-eigenaar of het systeem dat het opslaat of
de aanbiedende leverancier of dienst? Het helpt
wanneer deze vraag duidelijk is beantwoord en
dit de boer zekerheden biedt.
Het inwinnen van data biedt nog geen
handelingsperspectief. Met andere woorden,
wanneer een deel van het gewas achterblijft
in groei, dan zegt die data nog niet waarom
dat zo is en wat er moet gebeuren. Dan komt
het vaak aan op 'boerenverstand': de kennis
die de boer heeft over zijn land. Dat laat de
data onbenut. Met de vele data en kennis is
het mogelijk om algoritmes te ontwikkelen
die wel corrigerende maatregelen voorstellen.
Data- en technologiegedreven ontwikkelin
gen zijn gaande, de vraag is waar de boer in
die ontwikkeling wordt meegenomen.
NPPL als lerend netwerk
Voor LNV is een bredere toepassing van
precisielandbouw belangrijk. Door de inzet van
precisielandbouw kan een betere opbrengst
worden gehaald, terwijl de milieudruk afneemt.
Vermindering van het gebruik van brandstof,
gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest
dragen bij aan een beter milieu en het halen
van klimaatdoelstellingen. Frans: "Om deze
reden investeert het ministerie in projecten en
onderzoek om deze stap te kunnen maken.
Veel projecten binnen het topsectorenbeleid
zijn echter gericht op R&D, minder op het
laten landen van innovaties in de praktijk. Om
die reden zijn we gestart met de Nationale
Proeftuin PrecisieLandbouw (NPPL). NPPL wil
het gat dichten tussen beproefde methoden,
methoden voor precisielandbouw die prak-
tijkrijp worden geacht, en gebruik. Het gaat om
stimuleren, motiveren, actief ondersteunen en
begeleiden." Om zover te komen is door LNV
en WUR in de zomer van 2017 een bijeenkomst
georganiseerd voor de precisielandbouwge-
meenschap. Agrariërs, leveranciers, loonwerkers,
wetenschappers, maar ook overheid, onderwijs
instellingen en brancheorganisaties als ZLTO
ontmoetten elkaar daar. Onderwerp was te
bepalen welke methoden praktijkrijp zijn. Zes
werden gekozen, waaronder aaltjesbestijding,
variabele bekalking, plaatsspecifieke bemesting
en variabele pootafstand.
Vervolgens zijn zes agrariërs geselecteerd die
aan de slag gaan met een methode, daarbij
ondersteund door adviseurs van de WUR.
"We verwachten met de NPPL dat landbouwers
succesvol worden geholpen om methoden in
de praktijk toe te passen, dat we voetangels
oplossen. Daarnaast willen we de ervaringen
van deze mensen actief delen, zodat anderen
daar van kunnen leren", zo geeft Frans aan.