Satellieten en het Gemeensc
Agro
Techniek: data
De geo-ontwikkelingen in
de landbouw staan niet stil.
Sterker nog, ze zijn inspirerend!
Een grote telecomaanbieder laat
in een commercial tal van mooie
voorbeelden zien [1]. Het scala aan
innovaties is groot. Ze gaat van
zelfsturende tractoren, connectiviteit
van tractor en werktuig, plaats
bepaald distribueren van zaaizaad,
meststoffen en gewasbescherming
naar het gebruik van aardobservatie
voor het vinden van zwakke plekken
in gewassen. Maar niet alleen de
agrariër innoveert met geo, de
overheid - eveneens een belangrijke
speler in het agrodomein- doet dat
ook. In dit artikel wordt ingegaan
op de rol van geo-informatie, met
name aardobservatie, voor het
gebruik bij de uitvoering van het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB) en de samenwerking
die daarbij komt kijken tussen
verschillende overheidspartijen en
het bedrijfsleven.
18
Geo-Info I 2018-4
Door Marc Middendorp, Rik van Benthem
en Jasper van Loon
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Het GLB is ontstaan in de jaren '50 als een voed
selzekerheid programma, met de honger van de
Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheu
gen. Dat beleid was te succesvol en leidde
tot melkplassen en boterbergen in de jaren
'80. Door de jaren heen is het GLB getransfor
meerd naar een systeem dat steeds minder de
voedselzekerheid tot doel heeft, maar zich meer
wil richten op de huidige maatschappelijke
uitdagingen. Biodiversiteit en CO2-binden zijn
thema's die nu al, maar in het nieuw te vormen
GLB in 2021, een belangrijkere plaats innemen.
Het GLB is een belangrijke stimulator van
geo-toepassingen gebleken. Zo is het Agrarisch
Areaal Nederland (AAN), een belangrijke bron
van de Basisregistratie Grootschalige Topografie
(BGT), die door RVO.nl wordt onderhouden,
eruit voortgekomen. Naast de wens om met het
GLB steeds meer maatschappelijke doelen na te
streven is er ook een wens om de controle op
de uitvoering van het GLB te vereenvoudigen
en efficiënter in te richten. Dit kan door bij
controles gebruik te maken van satellietbeel-
den. De Europese Unie heeft om deze reden
miljarden geïnvesteerd in het Copernicuspro-
gramma, waar de Sentinel-satellieten onderdeel
van uitmaken.
De groeiende hoeveelheid data maakt de weg
vrij naar een systeem waar met tijdseriebeelden
en de juiste algoritmes het gehele areaal kan
worden gemonitord. Door dan alleen op de
uitschieters (de afwijkingen ten opzichte van de
opgave van de landbouwer) te focussen, kan er
-zo is de verwachting- met minder middelen en
minder controlelast voor de landbouwer een
betere naleving van de voorwaarden worden
bereikt.
Om de lidstaten bij de veranderingen te onder
steunen schrijft Europa innovatieprojecten uit
die hierop gericht zijn. Een belangrijk project
op dit vlak is SEN4CAP (zie kader) waar onder
andere algoritmes en best practices worden
ontwikkeld, gericht op controle op uitvoering
van de regelingsvoorwaarden uit het GLB.
Satellietdataportaal
De Nederlandse overheid koopt sinds 2012
satellietdata in en stelt deze beschikbaar aan
SEN4CAP staat voor Sentinel for Common
Agricultural Policy en is een project van
II de Europese Unie. Het CAP (in Neder
land: GLB) richt zich op de verbetering
van de Europese landbouwproductie
die agrariërs verzekert van een rede
lijke levensstandaard en tegelijkertijd
duurzaam is. Het project is opgezet door
de ESA samen met DG-Agri, DG-GROW
en DG-JRC. Nederland is één van de zes
pilotlanden, vanwege de heterogene
landbouwkundige praktijk, het landschap
en klimaat die de EU representeren.
Meer info: esa-sen4cap.org/
alle Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen,
overheden en haar burgers. Deze inkoop was
in de eerste fase (2012-2016) gericht op de
voorbereiding van het Nederlandse bedrijfs
leven op de komst van de Sentinel-satellieten.
Soortgelijke data werden ingekocht over het
Nederlandse grondgebied, waarbij Nederland
als proeftuin diende voor applicatieontwik
keling. De informatie werd echter al direct
gebruikt in de precisielandbouw, bij het effi
ciënter maken van overheidsprocessen en het
verminderen van milieubelasting door onder
andere het terugdringen van bestrijdings
middelen. Het dataportfolio bestaat vanaf het
begin uit zowel optische data (plus infrarood)
als radardata.
Met de komst van het SBIR-programma (SBIR
staat voor Small Business Innovation Research)
in 2015 is er een boost gekomen in het gebruik
van deze data. Dit programma bevordert de
ontwikkeling van applicaties gericht op het
verbeteren van de overheidsprocessen. Ver
schillende bedrijven gaan in competitie met
elkaar de uitdaging aan om een informatiepro
duct te ontwikkelen dat aansluit bij de wensen
van de overheidsorganisatie. Hierbij wordt
niet alleen gekeken naar technologische en
economische haalbaarheid, maar ook naar de
inpassing in de operationele processen van de
betreffende overheidsorganisatie. Dergelijke
trajecten heeft het Netherlands Space Office
(NSO) al opgestart op het gebied van onder
andere controle van landbouwsubsidies
(NVWA en RVO.nl), vegetatiekartering voor de
brandweer, droogtemonitoring en verdam-