Agro Natuur, Milieu, Samenleving Gemiddelde bedrijfs- oppervlakte 1950: 6 ha, 2017: 32 ha 40 Geo-Info I 2018-4 Totaal varkens 199® *(frfSnStaj4Lrt Zwrf (4*%Virt U.fl OMA|S3* fi ft 1JJ6 rrtïjöÈfiJ Qveng Hedcflmd flfl* van 14,S nljOBn) 11 tacabcï met varfccai <S>.Ö00fl Totaal varkens m 2016 B«irtIftuflH Zmi (Hlï.i mUSM) HiKWtUnjSlto OA4112A% vl» 1 Ï.S m'jjpnï O.'tng r tdctijr d 4 3 vju 1 J,S m Jhjtrii kinï*» mtl virtnn t (MM* Figuur 3 - Ontwikkeling van de varkenshouderij in Nederland tussen 1998 - 2016 (Bron: GIAB)] mende beleidsopgave (Gies et al, 2017) Natuurbeheer: door de ligging van natuur gebieden te combineren met GIAB en de perceelregistratie kan worden bepaald waar passende mogelijkheden liggen voor combinaties van landbouw en natuurbeheer; of andersom: waar combinaties liggen die niet houdbaar zijn, zodat de landbouw of het natuurdoel beter kan worden opgegeven. van veehouderijgebouwen en woningen. In figuur 4 is deze aanpak weergegeven. Op basis van deze aanpak (met bestanden van 2013) heeft 87 procent van de beroepsmatige veehouderijlocaties te maken met woningen op een afstand van minder dan 250 m. Gemiddeld over heel Nederland hebben de veehouderij locaties met woningen op minder dan 250 m te Ruimtelijke samenhang veehouderij en woningen Met het oog op interactie en mogelijke gezond heidsrisico's van veehouderijbedrijven voor omwonenden heeft Wageningen Environmental Research de ruimtelijke samenhang onderzocht tussen veehouderijbedrijven en woningen (Van Os et al, 2015). Het GIAB bestand is daarbij als basis gebruikt om agrarische bedrijfslocaties in beeld te brengen. Vervolgens zijn daarvan de locaties met substantiële (beroepsmatige) veehouderijactiviteiten geselecteerd. Met hulp van een bestand met kadastrale grenzen zijn agrarische erven geïdentificeerd en de daarop liggende gebouwen van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen gekoppeld aan deze veehouderij locaties. Tenslotte is voor deze vee houderijlocaties bepaald hoeveel niet-agrarische gebouwen met adres (en veronderstelde woon functie) er zijn op minder dan 250 m afstand, via de kortste afstand tussen gevels of hoekpunten maken met 4,9 woningen in het buitengebied en 8,2 woningen in woonkernen. De meeste bedrijven hebben echter alleen te maken met woningen in het buitengebied: slechts 1 procent van de veehouderijlocaties ligt binnen bevol kingskernen, en 7 procent ligt binnen 250 m afstand van een bevolkingskern. Dit zijn tezamen ongeveer 2500 veehouderijlocaties in en vlak bij de woonkern, met 222.000 woningen in woon kernen op minder dan 250 m, wat betekent dat deze groep veehouderijlocaties gemiddeld bijna 90 woningen binnen 250 m heeft liggen. Voor grote veehouderijlocaties (definitie Megastallen volgens Gies et.al., 2007) zijn deze cijfers slechts iets anders: deze locaties heb ben gemiddeld 5,8 woningen in het buiten gebied op minder dan 250 m en 2,8 woningen in de bevolkingskernen. Verder blijken er geen grote veehouderijlocaties in bevolkingskernen te liggen. Ten opzichte van de bevolkingsker nen hebben grote veehouderijlocaties gemid deld een grotere afstand dan alle veehouderij locaties. Grote veehouderijlocaties hebben in het landelijk gebied grofweg evenveel woningen binnen 250 m als alle veehouderijlo caties; ze liggen echter wel verder weg van de bevolkingskernen. Uit onderzoek van NIVEL en IRAS van de Universiteit van Utrecht blijkt een samenhang tussen het aantal dieren binnen een straal van 500 m om de woning en de ervaren geurhinder en een verminderde gezondheid (Hooiveld e.a., 2015). Uit onderzoek van het RVIM (2017) blijkt dat rondom pluimveehou derijen en geitenhouderijen sprake is van een grotere kans op longontsteking (resp.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 42