t Smart Farming Technology THEMA Grasland. Figuur 2 - Grasoogstopbrengst kaarten gemeten aan een opbrengstsensor op de hakselaar in mei, juni, juli en augustus (relatief: groen hoog, geel middelmatig, oranje is lage opbrengst). Sylvan Nysten is docentonderzoeker Duurzaam Bodembeheer bij Aeres Hogeschool in Dronten. Zij is bereikbaar via s.nysten@aeres.nl. Gera van Os is lector Duurzaam Bodembeheer bij Aeres Hogeschool in Dronten. Zij is bereikbaar via g.van.os@aeres.nl. Corné Kocks is lector Precisielandbouwsmart Farming bij Aeres Hogeschool in Dronten. Hij is bereikbaar via c.kocks@aeres.nl. Kees Westerdijk is onderzoekerhogeschool docent bij Aeres Hogeschool in Dronten. Hij is bereikbaar via k.westerdijk@aeres.nl. 2018-4 I Geo-Info 47 grondsoort, bodemtoestand, gewasgroei en bewortelbaarheid werden meegenomen om zo tot een geo-specifieke dosering van mest te komen. Alle analyses waren geo-gerefereerd. Werkwijze Het perceel was acht hectare grasland op een zanderige bodem. Het was onderverdeeld in vier stroken van 26m breed (elk drie stukken). Twee strips werden behandeld met een normale snel heid (FIX) en twee strips met variabele snelheden (VAR) van mest, wat een totaal van vier keer drie grasopbrengstzwaden opleverde (zie figuur 1 - links). Figuur 1 - rechts toont de grasopbrengst zwaden. Ook is het hoogteverschil in het perceel te zien en is de kleurafwijking een indicatie voor variatie in opbrengst, nutriëntenhuishouding van het gewas en tevens de invloed van droogte op hogere delen van het perceel. VAR betekende gevarieerd geo-gerefereerd mest toedienen. Na de eerste snede is de hoeveelheid stikstof die is aangebracht gelijk aan de hoeveelheid die in de vorige opbrengst is geoogst. Dat betekent dat hogere opbrengst tot een hogere mestgift leidt. De variatie lag tussen 3-30 m3 organische mest/ ha onderweg. Dit werd gedaan op basis van een gemiddelde van 15 m3/ha om zo een constante en duurzaam nutriëntenniveau in de bodem te behouden. FIX betekende een constante toedie ning van 15 m3 organische mest/ha na elke oogst. Resultaten en kansen voor de landbouw De opbrengstverschillen die gevonden zijn (zie figuur 2), zijn veroorzaakt door verschillen in de lokale groeiomstandigheden, zoals bodemtype en vocht (locatie). De opbrengstverschillen tussen variabel en gefixeerd toedienen waren niet te vin den, doordat de weersomstandigheden te droog waren, waardoor die de invloed van de verschillen in mesttoepassing overstijgen. Als gevolg van de weersomstandigheden, meer mest om hogere nutriëntenabductie (hogere opbrengst) via vari abel te compenseren, resulteerde niet in hogere opbrengsten in de daaropvolgende bezuinigin gen. Hoewel het een teleurstellend resultaat is, leidt het tot een belangrijk inzicht voor de strategie die wordt gebruikt voor het bemesten van het veld. In plaats van het variëren van de mesthoe- veelheid op basis van het vorige geoogste product moet het variëren gebaseerd zijn op de verwachte opbrengst en groeiomstandigheden. Er moet dus vooral vooruit gekeken worden en daarop bemest worden en niet achterom kijken en dan bemesten op wat onttrokken is. De veehouder zal dus als een akkerbouwer moeten leren denken. Samen met de opbrengst- en bodemkaarten (zie figuur 2) zijn deze gegevens met de boer besproken om mogelijke correlaties te vinden om de variaties in de opbrengst te verklaren en zo de bemestingsstrategie voor de komende jaren te optimaliseren. Kennis van het veld moet in de strategie worden geïmplementeerd, is de conclu sie. Digitale data, technologische mogelijkheden, praktische kennis van de teler en de strategie van de teler moeten geïntegreerd worden, om zo de inzet van geo-data te maximaliseren. Het heeft ons ook geleerd dat de kennis van de groeifactoren in het veld essentieel is bij het maken van een winstgevende geo-gerefereerde variabele bemestingsstrategie. En daarbij dienen de variërende mesthoeveelheden gebaseerd te zijn op de verwachte opbrengst en de fysische en chemische verschillen in de bodem. Daarbij is de gedachte dat alleen locaties met potentieel om de mest efficiënt te gebruiken, hogere doses mest mogen ontvangen. yff Au$u«2Q15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 49