Ruimtelijke variatie in gew voor landbouwontwikkelin Agro Internationaal In 2010-2011 werd door Wageningen University Research een studie verricht naar de beschikbaarheid van hulpbronnen voor gewasproductie in Afrika, waarbij ook de potentie van regenafhankelijke gewasproductie is bepaald. Daarnaast was er aandacht voor een aantal sociaaleconomische factoren die een grote rol spelen in de landbouwontwikkeling van Afrika. Alle geografische data van de studie werden in een nieuw ruimtelijk expliciet raamwerk geïntegreerd, om een beeld te verkrijgen van de grote variatie op het Afrikaanse continent. 52 Geo-Info I 2018-4 Door Sjaak Conijn Groeiende voedselbehoefte De aanleiding voor de studie naar 'Resource Scarcity and Distribution' (Conijn et al., 2011) was de verwachting dat we in de toekomst meer voedsel en biomassa nodig hebben voor de toegenomen bevolking op aarde. Tegelijkertijd zijn de groeibronnen, nodig voor een hogere landbouwproductie, beperkt en staan natuurlijke ecosystemen onder druk, mede door toedoen van de landbouw. Om aan de groeiende vraag te voldoen moet de landbouwproductie omhoog en moeten groeibronnen efficiënter gebruikt gaan worden ("meer met minder"). Door de ruim telijke variatie in de beschikbaarheid van natuur lijke groeibronnen zijn de mogelijkheden om zowel de productie als de efficiëntie te verhogen niet overal gelijk. Met onze studie wilden we een ruimtelijk inzicht bieden in de potentie om meer te produceren. Ook wilden we aangeven waar dit kan met een efficiënt(er) gebruik van groeibron nen. Daarnaast spelen sociaaleconomische factoren ook een rol bij de mogelijkheden om de landbouw verder te ontwikkelen. Het onderzoek in 2010-2011 werd gefinancierd door het toenma lige Ministerie van LNV. Rasterkaarten en modelberekeningen In onze studie hebben we zowel biofysi- sche als sociaaleconomische factoren die van invloed zijn op de landbouwproductie bestudeerd. Van de biofysische factoren zijn bestaande rasterkaarten gebruikt met een mondiale dekking. Voorbeelden zijn: weerkaarten, bodemkaarten en landgebruiks- kaarten. Deze kaarten bevatten kwantitatieve informatie over bijvoorbeeld regenval, grond soort en het percentage akkerbouwareaal in iedere rastercel. De ruimtelijke resolutie van deze kaarten liep uiteen van circa 9x9 tot 56x56 km2. Door kaarten over elkaar heen te leggen werden de uiteenlopende fysische omstan digheden van elke rastercel beschreven (zie figuur 1). Deze informatie is deels gebruikt als input voor een bodem-gewasmodel (Jing et al., 2012) om de potentiële gewasproductie voor iedere rastercel uit te rekenen. Vervolgens zijn de berekende potentiële opbrengsten vergeleken met de actuele opbrengsten per rastercel, waarmee de zogenaamde 'yield gap' kan worden uitgerekend. Ook van deze actuele gewasopbrengsten waren mondiale rasterkaarten beschikbaar. In de modelbe rekening voor deze studie opereren cellen onafhankelijk van elkaar. Berekeningen zijn uitgevoerd voor zowel de regenafhankelijke als optimaal geïrrigeerde landbouw. In de eerste situatie is er geen irrigatie (regen als enige bron), en voor de tweede situatie werd op voorhand verondersteld dat er voldoende irrigatiewater beschikbaar is. Watergebruik en waterbehoefte werden beiden uitgerekend voor iedere rastercel en gekoppeld aan de opbrengst. Hiermee werd de watergebruiksef- ficiëntie van de gewasproductie bepaald. Alle bestaande en nieuw geproduceerde kaarten zijn geïntegreerd in een ruimtelijk expliciet raamwerk, waarmee analyses op mondiale schaal of voor regio's kunnen worden uitgevoerd. In de studie van 2010-2011 hebben we gekozen voor Afrika als testcase, omdat de opgave om voldoende voedsel te produceren voor de toekomstige bevolking hier groot is. De verwachte bevolkingsgroei in Afrika is namelijk hoog: een verdubbeling van de bevolking in 2040 ten opzichte van 2010. Daarbij zijn de huidige gewasopbrengsten gemiddeld laag in Afrika, terwijl er tegelijker tijd potentie aanwezig is om ze te verhogen. Sociaaleconomische data Naast fysische data zijn ook sociaalecono mische data verzameld. Deze zijn veelal niet beschikbaar in de vorm van rasterdata, maar wel op het niveau van landen. Voorbeelden zijn: een index voor de mate van toegang tot de (internationale) markt, een aantal ontwik kelingsindicatoren en de omvang van publieke middelen voor bijvoorbeeld onderzoek en/ of subsidies ten behoeve van de landbouw. Van in totaal vijf verschillende indices is een samengestelde index ontwikkeld op basis van kwalitatieve criteria. Hiermee wordt het investeringsklimaat van een land geïllustreerd voor de kansen om de landbouw verder te ontwikkelen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 54