Agro Internationaal THEMA 54 Geo-Info I 2018-4 Figuur2 - Potentiële opbrengstkaart. Figuur 3 - Sociaaleconomische potentie. gedeeld door het totale akkerlandareaal van Afrika fungeerde als wegingsfactor bij de som matie van de berekende waarden. Gemiddeld kwam het aantal gewascycli uit op 1,2 per jaar en de gewasopbrengst per cyclus op 5,8 ton droge stof per hectare. In de landbouwstatistiek waren de waarden gelijk aan respectievelijk 0,8 en 1,1. De verschillen, +50 procent voor het aantal gewascycli en vijf keer voor de opbrengst per cyclus, illustreren de technische potentie van productieverhoging op het bestaande akker- bouwareaal van Afrika. De ruimtelijke variatie in de potentie van opbrengstverhoging is ook bepaald door van korrelmaïs de zogenaamde 'yield gap' in iedere rastercel te bepalen. Hiervoor werd een kaart gebruikt die de huidige maïsopbrengsten per rastercel bevat. De yield gap wordt hierbij geschat door het verschil tussen berekende en huidige opbrengsten. In grote delen van Afrika bedraagt deze yield gap meer dan 2,5 ton per hectare en bleek de huidige opbrengst vaak minder dan 20 procent te zijn van de berekende (potentiële) waarde. In bijna alle situaties worden de waargenomen yield gaps mede veroorzaakt door een tekort aan voedingstoffen voor het gewas. Investeringsklimaat Om de yield gap te verkleinen is een gunstig investeringsklimaat nodig, dat de ontwikkeling van de landbouw kan stimuleren. Aspecten die hierbij een rol spelen, zijn onder andere financieringsmogelijkheden, adequate infra structuur, goed werkende markten, voldoende opleiding/kennis en stabiel bestuur. Deze aspecten variëren ook ruimtelijk, maar zijn vaak alleen bekend op nationaal niveau. Hiervoor zijn gegevens opgezocht in bestaande databases, zoals die van de Wereldbank. Om een algemeen beeld te verkrijgen van de sociaaleconomische omstandigheden zijn de verschillende aspecten geïntegreerd in één index (zie figuur 3). De huidige situatie in Afrika geeft aan dat er grote verschillen zijn tussen landen in hun potentie om de landbouw verder te ontwikkelen en de voedselproductie op een hoger niveau te krijgen. Door de yield gap en de sociaaleconomische kaarten te combineren, kan een ruimtelijk beeld verkregen worden van de omstandigheden die wel/niet gunstig zijn voor een verhoging van de voedselproductie. Ontwikkelingen Met onze analyse zijn we erin geslaagd om ruimtelijke variatie van landbouwmogelijkheden in Afrika weer te geven. Door de resolutie van de gebruikte kaarten is deze kennis niet direct voor boeren toepasbaar, maar is het bedoeld als ondersteuning van beleid. Het raamwerk waarin we alle kaarten hebben bijeengebracht, is na deze studie uit 2010-2011 ook in andere projecten gebruikt, voor Afrika en daarbuiten. Daarnaast zijn er nieuwe ontwikkelingen geweest, zoals het gebruik van kaarten met een 100X hogere reso lutie en de ontwikkeling van een stikstofmodel. Dit model berekent de minimale kunstmesttoe- diening die nodig is voor een gekozen gewasop brengst onder lokale omstandigheden. Hiermee kon de ruimtelijke variatie in kunstmestbehoefte voor Afrika in beeld gebracht worden. Referenties Conijn, J.G., Querner, E.R, Rau, M.L., Hengsdijk, H., Kuhlman, J.W., Meijerink, G.W., Rutgers, B., Bindraban, RS. (2011). Agricul tural resource scarcity and distribution: a case study of crop production in Africa. Report 380, Plant Research International, Wageningen, 72 pp. Jing Q., Conijn, J.G., Jongschaap, R.E.E., Bindraban, RS. (2012). Modeling the productivity of energy crops in different agro- ecological environments. Biomass and Bioenergy 46: 618-633. Sjaak Conijn is onderzoeker bij Wageningen University Research, business unit Agro- systeemkunde. Hij is bereikbaar via sjaak.conijn@wur.nl overall socio-economic potential j VUiypwS

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 56