ning van nsector THEMA Wereldwijde bananen- productie door schimmel bedreigd 2018-4 I Geo-Info 61 snel duidelijk dat een zinnige bijdrage aan de landbouwkundige ontwikkeling in de Atlantische zone van Costa Rica (de regio met het overgrote deel van de bananenproductie) afhankelijk was van een goede geo-database. Met een grote groep Nederlandse studen ten zijn de bodems in het gebied van ruim 500.000 hectare op een schaal van 1:150.000 in kaart gebracht. Later is deze geo-database uitgebreid met informatie over onder meer landgebruik en klimaat (Stoorvogel and Eppink, 1995). Bananenplantages verschillen soms wel een factor twee in opbrengsten. De geo-database opende nieuwe perspectieven om verschillen in productie tussen bana nenplantages beter te begrijpen. Alhoewel de bodemkaart uitermate geschikt was om verschillen tussen plantages te verklaren, was de kaartschaal niet geschikt om inzicht te krijgen in verschillen binnen plantages. De meeste plantages hebben in het verleden een bodemkaart gemaakt die nodig was voor de financiering van de plantage. Men moest dan aangeven of de bodems geschikt waren voor de bananenteelt. Maar algemene landevalu atie is vaak onvoldoende om het beheer van de plantage te verbeteren. Daarom is al snel begonnen om plantages in detail te karteren, waarbij 3D-modellen van bodemvariatie werden gemaakt. Monitoring Remote sensing bleek al snel een goede aan vulling op de oorspronkelijke karakterisering van de (meer statische) fysische productieom geving. In de jaren '80 kwamen satellietbeel- den binnen bereik van veel onderzoeksgroe pen en al snel werd vastgesteld dat verschillen in productieniveaus tussen plantages ook uit satellietbeelden af te leiden waren (Veldkamp et al., 1990). De resolutie van de satellietbeel den verbeterde snel en met steun van de Beleidscommissie Remote Sensing (BCRS) kon aangetoond worden, dat Ikonos beelden met een resolutie van 1 meter geschikt waren om de variatie in productie en plantdichtheid bin nen plantages in kaart te brengen. Het natte klimaat in de productiegebieden (met een gemiddelde jaarlijkse regenval tussen de 3.000 en 5.000 mm) maakt wolkenvrije condities echter zeer uitzonderlijk. Dit beperkte het gebruik van satellietbeelden om continu te monitoren, waardoor men afhankelijk is geble ven van veldobservaties voor het monitoren van productie en plantcondities. Voor een aantal plantages is een alternatief gezocht in het gebruik van de spuitvliegtuigen en heli-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 63