boer THEMA NPPL praat mèt boeren Neveneffecten 2018-4 I Geo-Info een andere meting op elke drie seconden. Dus met 10 meter resolutie kan de boer elke drie seconden een andere instelling maken van zijn bespuitingen en verschillend voor links en rechts van de tractor. Dat is nogal een verbetering ten opzichte van één instelling voor het hele veld. Praktijkproeven laten zien, dat die variabele doseringen kunnen leiden tot aanzienlijke besparingen van 15-30 procent per keer: een middel dat anders onnodig ingekocht wordt en onnodig in het milieu terecht komt. Een boodschap die boeren zeer aanspreekt! Drempels Op basis van enquêtes blijkt echter dat er nog maar heel erg weinig boeren zijn die met behulp van satellieten of drones de variabiliteit van het gewas in kaart brengen, laat staan dat vertalen naar middelbesparende handelingen. WUR onderzocht waarom en kwam tot de con clusie dat precisielandbouw voor veel boeren nog wel erg ingewikkeld is. Bovendien is er door vereiste investeringen in nieuwe machines en de lage kostprijs van agro-chemie een zeer dunne businesscase. En als klap op de vuurpijl maken boeren zich zorgen over de privacy van het eigen bedrijf, met name waar het gaat om door de boer verrijkte of gevalideerde satel lietdata en bij wie dat dan terecht komt. Praten mèt boeren Nederland loopt echter voorop in de 'strijd' met deze drempels. Dit jaar is het ministerie van LNV gestart met de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL), om de bezwaren van boeren beter te begrijpen en tegelijk maatregelen te treffen om die bezwaren en drempels weg te halen. De NPPL laat aan de hand van zes geselecteerde boeren zien wat II Boeren anno 2018 staan voor grote uitdagingen: de afgelopen 50 jaar zijn de kosten harder gestegen dan de opbreng sten en de gangbare mogelijkheden om daar wat aan te doen (zoals schaalver groting, mechanisering, keten-integratie en overheidssteun) raken uitgeput. Industrialisering van de landbouw heeft veel innovaties gebracht en landbouw productie tot grote hoogte doen stijgen. Nederlandse boeren halen de hoogste opbrengsten van de akkers. Maar de focus op productiviteit zorgde voor een verminderde aandacht voor wat econo men noemen de 'externaliteiten': de niet- beprijsde (meestal negatieve) nevenef fecten die door de maatschappij worden 'betaald'. Vooral door het bijbehorende korte termijn denken hebben we geen aandacht voor neveneffecten gehad, zoals achteruitgang in bodemkwaliteitm, en gemeend dat dit met machines, tech nologie, chemie en herstelwerkzaamhe den opgelost kon worden. De door velen bepleite voedseltransitie gaat juist om het weer opnieuw in balans brengen van de economische aspecten van het boeren bedrijf en de impact die het heeft op de omgeving. Voor economen betekent dit: het inprijzen van deze neveneffecten om zo de 'good practices' van een duurzaam landbouwsysteem als alternatief sterker naar voren te laten komen. Initiatieven als rondom ecosysteemdiensten en car bon credits zijn voorbeelden hiervan. De vorm van deze beprijzingen is vaak een beloning: een vergoeding om de juiste dingen te doen zoals minder mest, min der water of minder gewasbescherming, verbeteren van bodem en landschap en beperkingen van bodemdegradatie en klimaatgasemissies. er mogelijk is, maar vooral ook hoe bepaalde problemen overwonnen kunnen worden. Ingewikkeld Dat precisielandbouw te complex is, is een verwijt dat de hele landbouwindustrie en ken nissector zich aan zou moeten trekken: tegen-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 7