Op zoek naar nieuwe verbindingen
over sectorgrenzen heen!
Column
<u
Z
2018-4 I Geo-Info
Het is vrijdagmiddag en de zon schijnt in Weesp. Ik besluit
dat het een prima dag is om naar de biologische markt te
gaan. Daar koop ik artisjokken uit Italië, champignons uit Uden
en de laatste Hollandse groene asperges van dit seizoen.
Aan het eind van de middag neem ik uitgebreid de tijd voor
het koken en het eten van mijn diner. Bij het dippen van
de artisjokblaadjes in de knoflookmayonaise vraag ik me af
waarom we dit niet vaker doen.
Het is maandagavond en ik kom thuis uit mijn werk.
Zondag geen tijd gehad voor boodschappen, de koelkast is
behoorlijk leeg. Snel even naar de Appie of een maaltijd laten
bezorgen.Toch maar zelf koken, dus vliegensvlug bood
schappen doen en die zogenaamde 30-minute-meal op tafel.
Vervolgens snel opeten, zodat ik nog wat aan mijn avond heb.
De aandacht die ik in het weekend aan mijn voedsel schenk,
is doordeweeks soms ver te zoeken. Met mij zijn er vele consu
menten met een haast schizofreen te noemen eetgewoonte.
We lezen de koppen over fipronil-eieren, het melkquotum
en mestfraude. Maar onze volle agenda en de overvolle
supermarkt doen ons weleens vergeten dat het de boeren
zijn die voor het eten zorgen. Boeren die niet langer gaan voor
bulkvolumes tegen dumpprijzen moeten hun best doen om
de consument te verleiden. Zij richten zich op productidenti
teit, merkwaarden en hogere marges per product.
In een straal van 12 km rondom Amsterdam produceren
200 boeren wekelijks bijna 1,5 miljoen liter melk [1]. Dit is
meer dan genoeg om heel Amsterdam van melk te voorzien.
Toch vindt nog geen 0,5% van deze melk zijn weg naar de stad.
Dit was een reden voor een Weesper boer en enkele mede
standers om vanuit de achtertuin van Amsterdam een initiatief
te starten om melk uit de anonimiteit te halen en het product
naar de stad te brengen. Hiermee hopen zij behalve de
economische waarde, ook de culturele en ecologische waarde
van melk aan de man te brengen. Naast deze korte keten
initiatieven die naar de stad komen, zijn er vele online concep
ten die ons het leven steeds makkelijker maken. Bijvoorbeeld
thuisbezorging van boodschappen, complete maaltijden en
foodboxen. Dataficatie doordrenkt het voedselsysteem.
En dan nu, vraag je je af, waar wil ze nou naartoe?
Daarvoor verwijs ik naar Carolyn Steel, die mij met het boek
"De Hongerige Stad" inspireerde om na te gaan hoe ik 'onze
gezamenlijke toekomst' kon beïnvloeden. Als geo-outsider
(van origine bouwkundige) met interesse in klimaatadap
tatie, het voedsel- en energiesysteem, ben ik na het lezen
van dat boek mijn blik gaan verbreden. Via een artikel over
The Internet of Food en slimme oplossingen met behulp van
geo-informatie, kwam ik bij Geodan uit.
Nog geen jaar werkzaam als Geodanner en het was al
zover. Ik zat met Theo Thewessen, Brabantse boeren, logistieke
fulfilment partijen, verwerkende partijen, IT-ers, marketeers,
de provincie en HAS Hogeschool aan tafel. We spraken nog
niet dezelfde taal. Wel wisten we welke doelen en waarden
we nastreven, dat het huidige systeem onhoudbaar is en dat
de actuele ontwikkelingen grote kansen bieden. Lerende en
werkende wijs zijn we ervaring op gaan doen. Vele disciplines
aan de slag voor nieuwe online verbindingen in de voedsel
keten. We noemen het Korte Keten 2.0 - Lokaal en Digitaal.
Een online oplossing waar ruimte ontstaat voor nieuwe
concepten, nieuwe inkoop- en distributiemodellen, ander
consumentengedrag en mogelijk ook een andere relatie tot
ons voedsel.
Door middel van dit project ervaar ik dat je bij transi
tievraagstukken over de sectorgrenzen heen moet kijken.
Radicale innovaties ontstaan vaak door nieuwe combinaties
van aanvullende competenties, technologieën en kennisge
bieden die voorheen niet met elkaar verbonden waren. Samen
kunnen we de problemen in kaart te brengen, kijken waar het
knelt maar ook waar belangen en wensen elkaar raken. Mijn
hoop is dat we context gebonden landbouw vorm kunnen
geven. Met andere woorden: dat de vorm van voedselproduc
tie passend bij de omgeving is. Landbouw zal er overal anders
uitzien, maar altijd rendabel voor de boeren. Soms is het vooral
sociaal van aard, soms (ecologisch) intensief en soms lijkt het
bijna op natuur. Wie weet wat de impact op onze leefomge
ving en de transities zal zijn?
Nadine van Dun
Consultant
Nadine.van.dun@geodan.nl
[1] Gebaseerd op CBS Statline; aantal melkkoeien in de gemeenten Amstelveen, Amster
dam, Ouder-Amstel, Waterland en Weesp x gemiddelde melkgift (8500L koe jaar).
Bron: MOMA Amsterdam.