Een blik in de wereld van
Studenten in beeld
Vroegtijdig samen
werken verhoogt
de kwaliteit van
oplossingen!
Resultaten van een afstudeeronderzoek naar publieksparticipatie en digitale participatietools
Doorgaans worden verschillende
begrippen gebruikt om participatie
te duiden. In Nederland worden
de begrippen overheids- en
burgerparticipatie vaak gehanteerd,
waarvan de betekenis afhankelijk
is van de belanghebbenden en de
context. Het is in veel gevallen een
complex onderwerp met een dosis
emotionele waarde, waarbij het
altijd draait om maatwerk.
Door de digitalisering van de
Nederlandse maatschappij zijn
er veel verschillende digitale
participatietools beschikbaar.
Met deze digitale tools is het
mogelijk om sneller, beter en meer
mensen te laten participeren in
participatieprocessen. Maar de
vraag is nu in hoeverre deze
digitale tools effectief zijn en welke
gebruikswijzen deze tools kennen.
4
Geo-Info I 2018-5
Door Rick Heger en Michelle Smedts
Belang van participatie en
de digitale tools
Het bevolkingsaantal van Nederland blijft
stijgen. Er moeten honderdduizenden wonin
gen bijgebouwd worden en de infrastructuur
groeit, waardoor de hoeveelheid beschikbare
ruimte alsmaar schaarser wordt. Deze schaar
ste vraagt om het slimmer omgaan met de
openbare ruimte. De veranderingen en verbe
teringen hebben invloed op de leefomgeving!
De digitalisering en het daarbij horend mondi
ger worden van de burger zorgt ervoor dat ini
tiatieven steeds vaker opgezet worden door de
'gewone burger'. De burger wil steeds actiever
betrokken worden bij processen en projecten in
de leefomgeving. Daarnaast wordt in 2021, door
middel van de Omgevingswet, participatie bin
nen processen en projecten in de leefomgeving
verplicht vanuit wet- en regelgeving [1]. De vraag
is nu of digitale tools een bijdrage kunnen
leveren aan participatieprocessen, met het oog
op de nieuwe Omgevingswet.
Digitalisering verbetert de informatiepositie
van zowel burgers als (overheids)instanties [2].
Een digitaal participatietool wordt gezien als
een hulpmiddel dat een participatieproces faci-
liteert. Het contact tussen publiek en instanties
kan sneller en laagdrempeliger worden met de
inzet van digitale tools. Een groot voordeel van
dergelijke tools is het verhogen van het aantal
respondenten. Dit leidt tot een verbetering van
de representativiteit en daarmee tot een groter
draagvlak. Een aandachtspunt is dat met digi
tale tools niet vanzelfsprekend ieder segment
van de beoogde doelgroep wordt bereikt.
Denk hierbij aan kinderen of ouderen die niet
in het bezit zijn van een computer, tablet of
smartphone, of onvoldoende vaardigheden
bezitten om met een computer om te gaan [3].
Het is daarom van belang dat digitale tools niet
als vervanging worden gezien van de analoge
participatieprocessen en tools, maar als een
zeer waardevolle toevoeging.
GeoDesign PPGIS
Voorbeelden van digitale tools, waarbij de
meningen, ideeën en behoeften van burgers
met locatie intelligentie en digitale kaarten
worden gecombineerd, krijgen het etiket 'PPGIS',
dat voor Public Participation Geographical Infor
mation System staat [4]. Het doel van PPGIS is het
verbeteren van transparantie tussen overheid en
burger, de invloed op overheidsbeleid vergroten,
lokale kennis opnemen in besluitvorming en
complexe ruimtelijke informatie integreren en in
een context plaatsen. De reden dat GIS bij parti
cipatie wordt ingezet, is omdat ruimtelijke vraag
stukken het best aangepakt kunnen worden met
een ruimtelijke en visuele benadering [5].
Deze visuele benadering komt voort uit de
zogenaamde designmethode GeoDesign.
Geo en Design staan in deze methode
centraal. GeoDesign wordt ook wel omschre
ven als ontwerpen in de geografische ruimte.
Met als doel collaboratieve planning te onder
steunen en meer efficiënte en duurzamere
benadering van plannen na te streven [6].
Het gevolg is dat een grotere groep burgers
participeert in collaboratieve planningen dan
in planningen waarbij ruimtelijke ontwikkeling
en het design ervan apart worden benaderd.
Toolanalyse
De kwaliteiten van een digitaal participatietool
kunnen vanuit twee oogpunten beoordeeld
worden. Enerzijds vanuit de respondent (bur
ger), anderzijds vanuit de inrichter (overheids
instantie). Dit is wenselijk, omdat vanuit beide
rollen de kwaliteiten (onder andere werking en
interface) van een tool verschillend wordt erva-