12 I Geo-Info I 2018-6 Figuur4 - Automatisch gegenereerde brugdelen (bruin). laties, ook in de Geluid Werende Voorziening database (GWV) van RWS. Vanwege verschil lende doeleinden van beide datasets verschil len de geluidschermen in beide bronnen zowel qua ligging, geometrie als populatie (zie figuur 5). De lijnen in de BGT geven de locatie aan waar het geluidscherm het maaiveld raakt. Dit valt niet altijd samen met de bovenkant van een scherm zoals nodig in geluidssimulatie, denk aan een hel lend scherm. De lijnen in de GWV zijn ingewon nen voor geluidssimulaties en representeren wel de bovenkant van de schermen. Ze zijn daarom in principe het meest geschikt. De hoogte hiervan is terrestrisch ingemeten of is bekend via het ontwerp van de schermen. Niet relevante details, zoals achterliggende staanders, worden, in tegenstelling tot de BGT, niet mee gemodel leerd. Voor een compleet beeld moeten deze gegevens worden aangevuld met schermen van regionale en lokale wegen. De voorkeur is om informatie over geluid schermen (met geluidreflectiewaarde en hoogte) uiteindelijk goed, compleet en zoals benodigd in geluidstudies, in één dataset (de BGT?) te beheren. Validatie van de resultaten Om de kwaliteit en toepasbaarheid van de gegenereerde gegevens te testen, heeft DGMR (de softwareleverancier van GeoMilieu) deze gegevens getest in een geluidstudie die zij in 2017 uitvoerde voor Rijkswaterstaat. Hiertoe heeft DGMR begin van dit jaar voor een focusgebied de door hen gebruikte data vervangen met onze projectdata en de ver schillen berekend tussen de twee berekende geluidsbelastingen op ongeveer duizend rekenpunten. Het gemiddelde verschil bedroeg 0.1 dB met een standaardafwijking van 0.7 dB. De berekende afwijkingen zijn daarmee al vergelijkbaar met de verschillen die ontstaan in de huidige praktijk wanneer twee partijen verschillende modellen maken. Onze recente resultaten voor bruggen en LoDi.3-gebouwen waren hierbij nog niet meegenomen. En nu In en vervolgproject bekijken we de verschil len nader om onze methode te verbeteren. Daarnaast is er meer uitdunning nodig voor het verbeteren van de rekentijd (zoals selectie en simplificatie) en willen we een volgende versie mede baseren op suggesties en ervaringen van het werkveld. Daarom stellen we een 0.2 versie van een testgebied beschik baar. Daarnaast doen we aanbevelingen om informatie beter landsdekkend en gestandaar diseerd beschikbaar te hebben (in de BGT?) ten behoeve van geluidstudies, zoals het com pleet en voor geluidstudies geschikt model leren van geluidschermen, het opnemen van alle taluds, het topologisch correct modelleren van bruggen en het landsdekkend modelleren van verhardingstype '(TL)ZOAB'. Tenslotte kijken we naar de actualiteit. De BGT en BAG hebben al een hoge actualiteit. Voor actue lere puntenwolken bekijken we de mogelijkheid om hoogtepunten gegenereerd uit luchtfoto's te gebruiken. In groter verband wordt ook geke ken naar ontsluiting, beheer en actueel houden van de gegenereerde bestanden. De ervaringen in ons project bieden de input hiervoor. Referenties Henk de Kluijver en Tom van Tilburg, 2018, landelijk 3D-model voor geluidsstudies, GeoInfo (2), pp. 12-15 Balazs Dukai, Hugo Ledoux and Jantien Stoter. 2018. 3D-BAG: actueel en landsdekkend. Geo-Info 15 (5) pp. 38-42 Ravi Peters, postdoc. 3D Geoinformation, TU Delft, R.Y.Peters@tudelft.nl Tom Commandeur, scientific software developer, 3D Geoinformation, TU Delft, t.j.f.commandeur@tudelft.nl Balazs Dukai, scientific software developer, 3D Geo information, TU Delft, B.Dukai@tudelft.nl Jantien Stoter, hoogleraar 3D Geoinformation, TU Delft, tevens werkzaam bij Kadaster en Geonovum, J.E.Stoter@tudelft.nl Gefuidsfteiende vocnieninctft B£T Kheisfing tgeWi&Kherm)! BGT-GfrYiMrw- Figuur 5 - Voorbeelden waar geluidschermen in de BGT en GWV verschillen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2018 | | pagina 14