10
Geo-Info I 2019-1
Met behulp van een script worden vervolgens de
verschillen tussen de bestaande teksten op de
ÏOP25-kaart en de bijgewerkte naamgegevens
in TOP10NL geanalyseerd. De nodige wijzigingen
worden handmatig in de teksten verwerkt.
De uitgedunde teksten op de kleinere kaartscha-
len, TOP50 tot en met TOP1000, worden afgeleid
van de TOP25-teksten. Het eventueel toevoegen
van nieuwe namen gebeurt in de loop van het
jaar binnen de reguliere herziening, voor zover de
ruimte op de kaart dat toelaat.
Het idee is om de nieuwe manier van bijhouden
in samenwerking met de historische verenigin
gen voort te zetten na afronding van de initiële
herziening. Naar verwachting zal het aantal
wijzigingen, en dus ook de hoeveelheid tijd en
moeite om deze te verwerken, dan een stuk
kleiner zijn.
Webapplicatie voor nameninwinning
In november 2018 had ongeveer 75% van de
historische verenigingen, die nodig zijn voor een
landelijke dekking, medewerking aan het proces
toegezegd en 50% had een bijdrage terugge
stuurd. Het bijhouden van de namen met alleen
de hulp van historische verenigingen is dus niet
voldoende. Als aanvulling op de bijdragen van
de verenigingen is daarom onderzocht of het
mogelijk is via een webapplicatie individuele
gebruikers namen en gebiedsbegrenzingen te
laten inwinnen. In een in 2015 gehouden proef
met namen van geografische gebieden, zoals
streek- en veldnamen, bleek dit een groot succes:
in een periode van 1,5 maand werden door
individuele vrijwilligers bijna 400 namen met
vlakbegrenzingen in de applicatie ingevoerd,
verspreid over heel Nederland.
Het gros van de bijdragen was, voor zover is na
te gaan, foutloos en bruikbaar. De uitkomsten
suggereren dat het mogelijk is een webapplicatie
als aanvulling op de samenwerking met de
historische verenigingen in de bijhoudingspro-
cedure toe te voegen. Wel is het van belang
een grondige kwaliteitscontrole in te bouwen,
eventueel in samenwerking met de historische
verenigingen. De applicatie zou gebruikt kunnen
worden om het publiek te betrekken bij het
controleren van door het Kadaster ingetekende
gebiedsbegrenzingen van streek- en veldnamen,
maar ook de mogelijkheid bieden aan gebruikers
om nieuwe namen en objecten aan te dragen.
Belang van standaardisering van namen
Zoals in elk productieproces zijn ook voor de
bijhouding van naamgegevens duidelijke en
actuele regels en voorschriften nodig. Het interne
document met voorschriften voor het verwerken
van aardrijkskundige namen was voor het laatst
bijgewerkt in 2007, zelfs nog vóór de invoering
van TOP10NL en de BRT. Er was dus dringend
een nieuwe versie van dit Namenboek nodig,
aangepast aan de veranderde situatie en het
nieuw ontwikkelde proces.
Bij gebrek aan een instantie die verantwoorde
lijk is voor het standaardiseren van namen in
Nederland, heeft de Topografische Dienst in het
verleden eigen voorschriften ontwikkeld voor
een eenduidige registratie van aardrijkskundige
namen en hun weergave op de kaart. Deze
bevatten regels voor het gebruik van hoofdlet
ters, de samenstelling en het afbreken van
woorden, het gebruik van koppeltekens en het
afleiden van namen en regels voor specifieke
naamcategorieën, zoals gebouwnamen. De spel
lingwet uit 1947 bepaalde voor de spelling van
alle binnenlandse aardrijkskundige namen, met
uitzondering van de straatnamen, dat in afwach
ting van nadere regelgeving de i9e-eeuwse
spelling-De Vries en Te Winkel behouden diende
te worden. Deze ouderwetse spelling, met
afleidingen op -sche en woorden als 'bosch',
'hooge' en 'breede', bleef zodoende dominant op
de topografische kaarten.
Een nadere regelgeving met betrekking tot de
spelling van plaatsnamen, zoals in 1947 werd
aangekondigd, bleef tot nu toe uit, maar in 2006
verving een nieuwe Spellingwet de vorige wet
uit 1947. Deze keer zonder het gebruik van de
spellingregels voor binnenlandse aardrijkskun
dige namen uit te zonderen. Dit betekent dat de
huidige spellingregels ook op deze aardrijkskun
dige namen toegepast kunnen worden. In de
meeste registraties, zoals de BRT, is dit nog niet
gebeurd. In Vlaanderen zijn de namen overigens
al in 1949 aan de toen nieuwe spelling aangepast.
Ondertussen is in 2009 de Basisregistratie Adres
sen en Gebouwen ingevoerd, die bijgehouden
wordt door de gemeenten. Hierin wordt formeel
de schrijfwijze van alle straatnamen geregistreerd,
in de BAG 'openbare ruimten' genoemd, zoals
vastgesteld door de gemeenteraad. Deze namen
zijn, net als de woonplaatsnamen, onderdeel van
de adressen. Het gegevensmodel van de BAG
biedt de ruimte om ook andere soorten 'open
bare ruimten' te registreren, hoewel de animo
onder gemeenten daarvoor tot nu toe beperkt is
gebleven. Andere basisregistraties in het stelsel,
zoals de BRT, nemen de namen uit de BAG over.
Helaas zijn bij de invoering van de BAG geen
regels vastgelegd voor de registratie van namen.
Daardoor treden er grote verschillen in werk
wijze op tussen de gemeenten wat betreft de
schrijfwijze. Voor woonplaatsnamen, die meerdere
malen voorkomen in Nederland, hanteerde de
PTT vroeger een eenduidige methodiek van
toevoegingen om de naam uniek te maken,
bijvoorbeeld 'Bergen NH' en 'Bergen L' voor Bergen
in Noord-Holland en Bergen in Limburg.
Sommige gemeenten besloten deze toevoegin
gen in de BAG te handhaven, andere lieten ze weg.
Het gevolg is dat er nu een 'Spaarndam' naast
'Spaarndam gem. Haarlem' (voor het deel van
het dorp in de gemeente Haarlem) bestaat, en
bijvoorbeeld 'Bergen (NH)' met haakjes naast
'Bergen L' zonder haakjes. In de BRT is er mede
daarom voor gekozen deze toevoegingen niet
over te nemen. Nog grotere verschillen doen zich
voor bij de vastlegging van straatnamen. Titel-
namen als 'Burgemeester' bijvoorbeeld worden
soms niet en soms wel afgekort, en de afkorting
wordt soms wel gevolgd door een punt ('Burg.',
'Burgem.') maar soms ook niet ('Burg 'Burgem
In sommige straatnamen in de BAG ontbreken zelfs
spaties tussen woorden of eindigt de straatnaam
verrassend genoeg met een punt ('Kerkweg.').
Het gebrek aan landelijk uniforme regels en
onderlinge afstemming wordt het duidelijkst bij
het registreren van namen van gemeentegrens-
overschrijdende objecten, zoals waterlopen.
De naam van een van de belangrijkste kanalen in
Noord-Holland is door de betreffende gemeen
ten met vier verschillende schrijfwijzen in de BAG
vastgelegd: Noordhollands kanaal, Noordhol-
landsch Kanaal, Noordhollandskanaal en Noord
hollands kanaal. En dan zit de schrijfwijze
conform de huidige spelling, Noord-Hollands
Kanaal, er nog niet eens bij!
Deze voorbeelden geven aan dat er dringend
behoefte bestaat aan algemeen aanvaarde
en toegepaste standaardiseringsregels voor
aardrijkskundige namen in Nederland. Dit kan het
beste gebeuren door samenwerking tussen de
verschillende bronhouders, zoals de gemeenten,
het Kadaster, de Dienst der Hydrografie en Rijks
waterstaat. In het ideale geval leidt de samen
werking tot het vaststellen en toepassen van
een standaard, met regels en richtlijnen voor de
registratie van aardrijkskundige namen. Een in te
stellen commissie bestaande uit vertegenwoordi
gers van de betrokken partijen zou een dergelijke
standaard kunnen opstellen en bijhouden, en
adviezen geven over de juiste toepassing ervan.
Op deze manier zou Nederland eindelijk kun
nen voldoen aan een VN-resolutie uit 1967, die
lidstaten oproept een nationale instantie voor
aardrijkskundige namen aan te wijzen en de
namen op nationaal niveau te standaardiseren.
Jasper Hogerwerf is senior
data-analist bij Kadaster.
Jasper is bereikbaar via
jasper.hogerwerf@kadaster.nl