Geodata op het web voor Promotie-onderzoek Geonovum is al jaren bezig met het op orde krijgen van de Nederlandse SDI. Bijvoorbeeld door het maken van geo- standaarden. Ook ik werk bij Geonovum aan diverse vraagstukken, altijd met breed hergebruik van geo-informatie als uiteindelijk doel. Door over zulke vraagstukken, en de bijbehorende oplossingen, zo nu en dan te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften, en deze publicaties vervolgens te bundelen, kon ik onlangs op dit werk promoveren. 36 Geo-Info I 2019-1 Door Linda van de Brink Het is een uitdaging om van een proefschrift, dat gebaseerd is op losse artikelen, een samen hangend geheel te maken. Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk allemaal, daar het gebaseerd is op mijn werk bij Geonovum, over het toegan kelijk maken van geo-informatie. We zien vaak dat geo-informatie, eenmaal geproduceerd, meerwaarde heeft voor anderen dan de oorspronkelijke producent, maar dat hergebruik verhinderd wordt door allerlei prak tische zaken. Hoe kan een potentiële gebruiker er bijvoorbeeld achter komen dat een dataset bestaat? Hoe gemakkelijk kan iemand, eenmaal een dataset gevonden te hebben, bij de data zelf? Is die data dan ook te openen en te begrij pen? En is er duidelijkheid over de gebruiksvoor waarden en kwaliteit van de dataset? Binnen het geo-domein is het algemeen bekend dat interoperabiliteit tussen systemen noodzakelijk is om hergebruik van data mogelijk te maken en dat standaarden voor deze inter operabiliteit kunnen zorgen. Hiervan uitgaande heb ik een aantal verschillende probleemge bieden onderzocht, waar er potentieel was om geo-informatie te hergebruiken, maar op de een of andere manier werd verhinderd. Het onder zoek was exploratief van aard: de methodologie was een combinatie van bureaustudie, analyse, literatuurstudie en experimenten. Een nationale 3D standaard Eén van die probleemgebieden was 3D-data. Hergebruik hiervan werd verhinderd door het ontbreken van een standaard voor 3D-geodata in Nederland. Zo'n standaard zijn we, als onderdeel van een grote, meerjarige 3D-pilot, gaan maken. Het uitgangspunt was het Infor matiemodel Geografie (IMGeo), rond 2012 nog in ontwikkeling als nationale standaard voor 2D geografische, topografische data aan de ene kant, en een internationale 3D-standaard, CityGML, aan de andere kant. Beide standaarden beschrijven topografische objecten die fysieke objecten uit de werkelijkheid representeren en leken daarom inhoudelijk veel op elkaar. De inhoud van IMGeo moest nog wel met CityGML worden afgestemd, maar de grootste uitdaging zat uiteindelijk in de informatie-modelle ring: hoe de klassen, eigenschappen en codelijsten uit IMGeo als een formele uitbreiding op CityGML konden worden gedefinieerd. De CityGML-stan- daard schrijft voor hoe de standaard moet worden uitgebreid, maar doet dit op het niveau van XML- schema's. Onze extensie moest echter met Unified Modeling Language (UML) beschreven worden, omdat IMGeo daarin was gedefinieerd. Het was echter nog niet duidelijk hoe je dat met UML zou moeten doen. Na een uitgebreide analyse en in overleg met de internationale CityGML-commu- nity heb ik hier een methode voor gedefinieerd, die als OGC Best Practice is gepubliceerd. Semantische harmonisatie In het geval van IMGeo en CityGML was de semantische harmonisatie, dat wil zeggen het afstemmen van de inhoud van beide standaarden, relatief eenvoudig. Beide standaarden beschrijven dezelfde soorten dingen; daardoor zijn de meeste klassen uit IMGeo op te vatten als hetzelfde of als een meer specifieke variant van een klasse in CityGML. Maar meestal is dat niet zo gemak kelijk. Domein-specifieke informatiemodellen, die onafhankelijk van elkaar ontwikkeld zijn, overlappen vaak wel met elkaar, maar modelleren de inhoud te verschillend om hergebruik van data conform deze informatiemodellen mogelijk te maken. Hetzelfde woord wordt bijvoorbeeld voor verschillende betekenissen gebruikt, of juist verschillende woorden voor hetzelfde. Die taal- botsingen hinderen het hergebruik van data over domeinen heen. Ingewikkelder zijn de gevallen waarbij twee informatiemodellen wel hetzelfde begrip modelleren, maar de mate van detail of de afbakening verschillend is. Ook deze problematiek heb ik onderzocht. Ver schillende Nederlandse geo-informatiemodellen zijn onder de loep genomen om de overlap te vinden. Vooral die gevallen waar er potentieel voor hergebruik was en werkprocessen efficiënter konden worden als de informatiemodellen gehar moniseerd werden. De oplossing combineerde menselijke interactie met computerondersteunde analyse. Domeinexperts konden, met behulp van tooling, de overlap tussen de vele concepten in informatiemodellen opsporen. Het onderzoek bevestigde dat semantische harmonisatie verbetert als informatiemodellen in samenwerking tussen domeinen ontwikkeld worden. Dit gebeurt gelukkig tegenwoordig meer en meer, maar in de praktijk ten tijde van het onderzoek werd het door gaans niet gedaan. Voor een groot deel lag dit aan de slechte vindbaarheid en toegankelijkheid van bestaande domeinmodellen. Het Geoconcepten- register [1] van Geonovum, ontwikkeld in het kader van dit onderzoek, kan deze situatie verbeteren. Linked geodata Breder hergebruik betekent ook: buiten de geo-sector. Gebruikers van buiten het geo-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2019 | | pagina 38